Grootheden en eenheden

Grootheden en eenheden 
Vandaag leer je:
Hoe je grootheden en eenheden gebruikt.
Welke grootheid en eenheid we bij het practicum hebben gemeten.
Hoe je rekent met kilo/centi en deci

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grootheden en eenheden 
Vandaag leer je:
Hoe je grootheden en eenheden gebruikt.
Welke grootheid en eenheid we bij het practicum hebben gemeten.
Hoe je rekent met kilo/centi en deci

Slide 1 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
Alles wat je kan meten is een grootheid
                   bijvoorbeeld de aftand naar huis
een eenheid is waarin je dat meet
                   bijvoorbeeld meter.
De afstand van school naar huis is 200 meter
Grootheid                                                        Eenheid

Slide 2 - Tekstslide

Meter is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 3 - Quizvraag

Afstand is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de eenheid in deze zin?
De trein heeft een snelheid van 200 kilometer per uur
A
Trein
B
Snelheid
C
200
D
Kilometer per uur

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor eenheden ken je nog meer? (meerdere antwoorden toegestaan!)

Slide 6 - Woordweb

Afkortingen
b



We korten grootheden en eenheden altijd af.

Slide 7 - Tekstslide

Hieronder staan 2 eenheden en 2 grootheden. Kies een eenheid!
A
Afstand
B
Kilometer
C
Massa
D
Kilogram

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN eenheid voor snelheid
A
m/s
B
km
C
km/h

Slide 9 - Quizvraag

Gram is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 10 - Quizvraag

Dichtheid is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor grootheden ken je nog meer? (meerdere antwoorden toegestaan!)

Slide 12 - Woordweb

Eenheden omrekenen

Slide 13 - Tekstslide

Eenheden omrekenen
3 belangrijke eenheden
kilo
-
centi
mili

Slide 14 - Tekstslide

1 m =
A
10 cm
B
1000 cm
C
100 cm
D
10000 cm

Slide 15 - Quizvraag

100 mm =
A
100 cm
B
1 cm
C
10 cm
D
1000 cm

Slide 16 - Quizvraag

200 m = ...
A
20 km
B
2 km
C
0,2 km
D
0,02 km

Slide 17 - Quizvraag

45,5 meter =
A
4550 cm
B
455000 cm
C
4.55 cm
D
45.5 cm

Slide 18 - Quizvraag

Een marathon is 42195 m. Hoeveel km is dit?
A
4,2195 km
B
42,195 km
C
421,95 km
D
4219,5 km

Slide 19 - Quizvraag

0,5 liter =
A
50 mL
B
500 mL
C
5 mL
D
0,5 mL

Slide 20 - Quizvraag

6 cL =
A
60 mL
B
600 mL
C
0,06 mL
D
0,6 mL

Slide 21 - Quizvraag


0,435 kg =
A
435 g
B
0,000435 g
C
1435 g
D
4,35 g

Slide 22 - Quizvraag

Grootheden en eenheden
Alles wat je kan meten is een grootheid
                   bijvoorbeeld de aftand naar huis
een eenheid is waarin je dat meet
                   bijvoorbeeld meter.
De afstand van school naar huis is 200 meter
Grootheid                                                        Eenheid

Slide 23 - Tekstslide