14 - Chapitre 5 - oefenRepetitie (versie 2025)

Bonjour
comment ça va aujourd'hui?
😒🙁😐🙂😃
1 / 41
volgende
Slide 1: Poll
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour
comment ça va aujourd'hui?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

waar gaat chapitre 5 over?


bron A: écouter + vocabulaire - pages 12+40
bron B+F: lire + vocabulaire - pages 16+30+40
bron C+G: phrases-clés - pages 42
bron D+H: gram passé composé + bvgnw naamwrd - pages 43
bron E: regarder + vocabulaire - pages 28 + 41
thema: entre amis

Slide 2 - Tekstslide

hoe ziet de repetitie eruit?
49 points + 2 bonus

  • exercice 1 = vocabulaire 22 points  Ik ken woorden die te maken hebben met het beschrijven van mensen en gebeurtenissen
  • exercice 2 =  grammaire 11 points -> Ik kan de passé composé opstellen en verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
  • exercice 3 = écrire, phrases-clés 8 points  -> Ik kan mensen en activiteiten omschrijven
  • exercice 4 = lire  8 points - 2 textes Ik kan een tekst begrijpen waarin mensen omschreven worden
  • BONUSVRAAG = 2 points - verbes être + avoir / passé composé / ontkennende vorm / bezittelijk voornaamwoord / bijvoeglijk naamwoord .....
  • Evaluatievragen



Slide 3 - Tekstslide

START OEFENREPETITIE v1
  • chapitre 5 ABCDEFGH
  • 34 punten
  • je hebt 50 minuten
bonne chance

Slide 4 - Tekstslide

exercice 1AB traduis les mots - 10 questions (10 points)

Ik ken woorden die te maken hebben met activiteiten en eigenschappen

Slide 5 - Tekstslide

1. traduis
méchant(e)

Slide 6 - Open vraag

2. traduis
aankomen

Slide 7 - Open vraag

3. traduis
le lapin

Slide 8 - Open vraag

4. traduis
augustus

Slide 9 - Open vraag

5. traduis
bavarder

Slide 10 - Open vraag

6. traduis
de bril

Slide 11 - Open vraag

7. traduis
roux

Slide 12 - Open vraag

8. traduis
de verjaardag

Slide 13 - Open vraag

9. traduis
avoir besoin de

Slide 14 - Open vraag

10. traduis
geel

Slide 15 - Open vraag

exercice 1C choisis le bon mots - 2 questions (2 points)

Ik ken woorden die te maken hebben met activiteiten en eigenschappen

Slide 16 - Tekstslide

1. choisi le bon mot

[L'année dernière / Célèbre / Quelque chose] on a fêté l'anniversaire de Nicolas, c'était génial.

Slide 17 - Open vraag

1. choisi le bon mot

On a [regardé / chanté / porté] le match ! Nous sommes champions.

Slide 18 - Open vraag

exercice 2A - remplis les verbes au passé composé
6 questions (6 points)

 Ik kan de passé composé opstellen 

Slide 19 - Tekstslide

1. remplis le verbe au passé composé
Vous (jouer)  _____________  ______________ au tennis?

Slide 20 - Open vraag

2. remplis le verbe au passé composé
Oui, et nous  (manger)  __________  _________ une glace.

Slide 21 - Open vraag

3. remplis le verbe au passé composé
Après j' (danser)  __________  _________ avec Marie.

Slide 22 - Open vraag

4. remplis le verbe au passé composé
Et on (chanter)  __________  _________ ensemble.

Slide 23 - Open vraag

5. remplis le verbe au passé composé
Tu (inviter)  __________  _________ la classe pour ta fête.

Slide 24 - Open vraag

5. remplis le verbe au passé composé
Ton cousin (bavarder)  __________  _________ avec moi.

Slide 25 - Open vraag

exercice 2B - choisi la bonne forme de l'adjectif
6 questions (6 points)

 Ik kan verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken 

Slide 26 - Tekstslide

1. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(grand) Ton cousin, il est __________?

Slide 27 - Open vraag

2. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(grand) Et ta cousine, elle est ________ ?

Slide 28 - Open vraag

3. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(grand) Mes parents sont super ________ ?

Slide 29 - Open vraag

4. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(grand) Mes soeurs sont super __________ aussi.

Slide 30 - Open vraag

5. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(vieux) Ma grand-mère a 90 ans, elle est __________.

Slide 31 - Open vraag

6. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(beau) Mes cousines sont __________.

Slide 32 - Open vraag

exercice 3 - 1 question (10 points)
écris 5 phrases 

 Ik kan mensen en activiteiten omschrijven 

Slide 33 - Tekstslide

écris en 5 phrases
In 5 (deel)zinnen beschrijf je: hoe jouw vriend / vriendin eruit ziet. Noem 1 activiteit die jullie ooit samen hebben gedaan.

Slide 34 - Open vraag

einde oefentoets

en nu tijd voor reflectie
beantwoord nog 5 vragen

Slide 35 - Tekstslide

hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll



ben je al begonnen met leren voor de repetitie chapitre 5?

Slide 37 - Open vraag



Heb je tijdens afgelopen periode 
REGELMATIG jouw huiswerk GEMAAKT?

Slide 38 - Open vraag



Heb je tijdens afgelopen periode
REGELMATIG jouw huiswerk GELEERD?

Slide 39 - Open vraag



Wat vond je van deze oefentoets?

Slide 40 - Open vraag

maak de balans voor jezelf
Wat lukt goed? Wat vindt je nog lastig?
Welk onderdeel moet je nog goed leren?
Heb je (extra) uitleg nodig?
--> MAAK EEN PLANNING <--
OPTIE maak de bilan via de online methode (chapitre 5)

🍀

Slide 41 - Tekstslide