Leccion 12 de enero 2021

Programa de hoy 
- Dictado 
- De ontkenning 
- Getallen t/m 40 
- Herhalen werkoorden SER en TENER 
- Quizlet
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programa de hoy 
- Dictado 
- De ontkenning 
- Getallen t/m 40 
- Herhalen werkoorden SER en TENER 
- Quizlet

Slide 1 - Tekstslide

Dictado
- Verbeter de grammatica
- Help met de spelling van woorden 
- Verbeter de concentratie

Slide 2 - Tekstslide

Sí, sabes que ya llevo un rato mirándote
Tengo que bailar contigo hoy 
Vi que tu mirada ya estaba llamándome
Muéstrame el camino que yo voy 
Canción "Despacito"

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1. Goed. 
2. Ella tiene la silla. 
3. Tú  eres = jij bent een rugzaak = Tú tienes 
4. Goed. 
5. Nosotros no tenemos palabras. 
6. Goed. 
7. 

Slide 5 - Tekstslide

Haz ejercicio pg. 32, 1.26 - 1.27 

Reader 

 Maak oefening pg. 32 1.26 

Slide 6 - Tekstslide

Escucha 
Luister naar de opname en vul de juiste getallen in. 
1. Yo tengo _________años y mi número de teléfono es el ______________

2. Marcelo tiene _______ años y su número de teléfono es el ____________

3. Daniel Martínez tiene ________ años y su número de teléfono es el ______________
1. 14 años  teléfono: 934592839
2. 13 años   teléfono:932746326
3. 19 años  teléfono:934278392

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de getallen voluit 
28 .........
35 .........
39 ........
42 ........
28 veintiocho
35 treinta y cinco
39 treinta y nueve
42 cuarenta y dos 

Slide 8 - Tekstslide

GETALLEN
Schrijf voluit welke cijfers je hoort. 
a. 13 Trece
b. 75 setenta y cinco
c. 22 veintidós
d. 37 treinta y siete
e. 84 ochenta y cuatro
f. 41 cuarenta y uno 
a. ....
b. ...
c. ...
d.  ...
e.  ...
f. ...

Slide 9 - Tekstslide

Het werkwoord 'zijn' in het Spaans

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

GESPREK 3 
In groepen van 3. Je vertelt je klasgenoten   3 dingen die je wel hebt en 3 die je niet hebt. Zie het voorbeeld, maak zinnen voluit. 
Daarna verteld aan een andere klasgenoten wat die andere heeft. 
- Yo tengo un bolígrafo y un rotulador  (ik heb een pen en een stift) 
 - ¿Y tú?                               ( en jij?) 
- Yo  no tengo bolígrafo, pero tengo un rotulador
(ik heb geen een pen maar ik heb een stift)  
    

- Nomi tiene un bolígrafo y un rotulador 
(Nomi heeft een pen en een stift) 
 - Sascha no tiene bolígrafo,pero tiene rotulador
(Sacha heeft geen pen maar zij heeft een stift)  


Slide 14 - Tekstslide

Meer oefeningen
Studiewijzer bij  MS-Teams / Bestanden

Slide 15 - Tekstslide