les 9 Ziektebeelden

Les 9 ziektebeelden

- Ziektebeelden
spasmen, epilepsie, ADHD

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 9 ziektebeelden

- Ziektebeelden
spasmen, epilepsie, ADHD

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Na deze les kan ik de volgende ziekte beelden omschrijven
- epilepsie
- spasmen
- ADHD

Slide 2 - Tekstslide

Epilepsie
Bij epilepsie heb je een tijdelijke verstoring in je hersenen. Een soort kortsluiting. Dat noemen ze een epileptische aanval.

Slide 3 - Tekstslide

Epilepsie
  • Ernstige verstoring in     prikkeloverdracht. 
  • Kortsluiting 
  • Oorzaak is vaak onduidelijk. 

Slide 4 - Tekstslide

Diagnose
Wordt gesteld door een arts.
Op basis van beschrijving.
Patiënt zelf kan het vaak niet goed omschrijven.
Afhankelijk van anderen.

Slide 5 - Tekstslide

Mogelijke oorzaken
  • Erfelijk 
  • Aangeboren 
  • Hersenbeschadiging 
  • Alcohol of drugs 

Slide 6 - Tekstslide

verschillende soorten aanvallen
- complex partiële aanval/Focale aanval met verminderde gewaarwording 
- absences
- Tonisch clonische aanval
- atone aanval
- Myoclonische aanval

Slide 7 - Tekstslide

opdracht
- 3 groepjes
Elk groepje werkt een epileptische aanval uit waar de volgende zaken zijn beschreven:
oorzaak, beschrijving van de aanval, behandeling en begeleiding, hulpmiddelen etc.
Schrijf je bevindingen op een flap en presenteer het aan je klas

Slide 8 - Tekstslide

Korte afwezigheid: Absence
Bij een absence ben je kort afwezig. Je staart 3 tot 30 seconden voor je uit. Daarna ga je vaak weer door met wat je aan het doen was.

Slide 9 - Tekstslide

Aanval met schokken en bewusteloosheid: Tonisch-clonische of grote aanval
Bij een tonisch-clonische aanval raak je buiten bewustzijn. De symptomen (kenmerken) zijn: je valt op de grond, verkrampt en gaat schokken met je lichaam. Meestal duurt deze aanval een paar minuten.

Slide 10 - Tekstslide

Aanval met normaal bewustzijn: Focale aanval met intacte gewaarwording
Bij deze aanval heb je een kleine verstoring in een deel van je hersenen. Je blijft bij bewustzijn, maar hebt bijvoorbeeld schokjes in je arm of je voelt, ziet of ervaart iets.

Slide 11 - Tekstslide

Aanval met verward, vreemd gedrag zonder reactie: Focale aanval met verminderde gewaarwording
Bij deze aanval is je bewustzijn verlaagd. Je weet niet meer wat je doet en vertoont vaak vreemd, verward gedrag. De kenmerken (symptomen) zijn heel verschillend. Je kunt bijvoorbeeld smakken, dingen verplaatsen of gaan rondlopen.

Slide 12 - Tekstslide

aanval met korte schokken: Myoclonische aanval

Bij een myoclonische aanval trekken de spieren in je armen en/of benen plotseling samen, waardoor schokjes optreden. Meestal blijf je bij bewustzijn. Soms is dit kort verstoord, maar dat valt bijna nooit op.

Slide 13 - Tekstslide

observatieopdracht spasmen
observeer de volgende zaken
- Wat is een spasme
- oorzaken
-behandeling
andere bijzonderheden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Spasmen
Spasticiteit betekent dat er een toename is in spierweerstand of spierspanning

Slide 17 - Tekstslide

oorzaken
hersenletsel

Slide 18 - Tekstslide

triggers
Volle blaas
Constipatie
Strakke, knellende kleding
Pijn
Een breuk
Problemen met houding
Emotionele stress
De gevolgen van spasmen en stijfheid
Spasmen en stijfheid kunnen gevolgen hebben, van een kleine ergernis tot grotere problemen die het dagelijkse leven en activiteiten oncomfortabel, moeilijk en pijnlijk kunnen maken.

Slide 19 - Tekstslide

behandeling
- medicatie
- fysiotherapie
- hulpmiddelen
- operatie
- elektrische  stimulatie

Slide 20 - Tekstslide

ADHD

Slide 21 - Tekstslide

Ervaringsopdracht: Ervaar de prikkels
Sluit je ogen en luister naar het audiofragment.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

ADHD
De afkorting ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In het Nederlands betekent dat aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit

Slide 24 - Tekstslide

 Mensen met ADHD zijn snel afgeleid. Ze kunnen niet lang ergens de aandacht bij houden. Vaak is er ook sprake van lichamelijke onrust (friemelen, wiebelen) en grote beweeglijkheid (steeds opstaan en rondlopen).

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Oorzaak
- niet helemaal bekend, maar mensen met ADHD hebben een andere hersenwerking, erfelijkheid speelt een rol, maar bij de  ontwikkeling van ADHD spelen ook omgevingsfactoren een rol (alcohol of stress moeder, te vroeg geboren of ondergewicht bij geboorte) 

Slide 27 - Tekstslide

3 beelden
gecombineerd beeld: zowel druk en impulsief gedrag als moeite met het vasthouden van de aandacht
overwegend onoplettend beeld (dit werd en wordt vaak ‘ADD’ genoemd): voornamelijk moeite met het vasthouden van de aandacht
overwegend hyperactief/ impulsief beeld: voornamelijk druk en impulsief gedrag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Casus ADHD

Slide 30 - Tekstslide

afsluiting
- vragen
- doel

Slide 31 - Tekstslide

bronnen
https://www.kenniscentrum-kjp.nl/professionals/adhd/
https://msweb.nl/wat-is-ms/klachten/spasmen/spasmen-en-tremoren/
https://balansdigitaal.nl/kennisbank/ontwikkelingsproblemen/welke-ontwikkelingsproblemen-zijn-er/wat-is-adhd/
https://www.hersenstichting.nl/hersenaandoeningen/adhd/
https://www.hersenletsel.nl/alles-over-nah/gevolgen-van-nah/lichamelijke-gevolgen/spasticiteit
https://epilepsie.nl/over-epilepsie/soorten-aanvallen?gclid=Cj0KCQiAhMOMBhDhARIsAPVml-Fnj1xqmC42SkbuTpJT9s4x1JE6xH8PbKVpfO51zjgIf877_wM95awaAi7SEALw_wcB

Slide 32 - Tekstslide