trappen va vergelijking

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les zijn  jullie in staat om de bijvoeglijke naamwoorden in vergrotende trap en overtreffende trap toe te passen.

Slide 2 - Tekstslide

wat weet jij over de trappen van vergelijking?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

welke is correct?
A
biggest-big-bigger
B
big-biggest-bigger
C
big-bigest-biger
D
bigger- biggest-big

Slide 9 - Quizvraag

welke is correct?
A
small-smaller-smallest
B
smal-smaller-smallest
C
smal-smaler-smalest
D
smaller-smallest-small

Slide 10 - Quizvraag

bijvoeglijk naamwoord
vergrotende trap
overtreffende trap
drier
driest
dry

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

uitkomst
  1.  old -older -oldest
  2. bad - worse -worst
  3. difficult - more difficult - most difficult 
  4. large - larger- largest
  5. good- better -best
  6. big- bigger- biggest
  7. easy - easier - easiest
  8. much - more -most
  9. little- less- least
  10.  interesting - more interesting - most interesting

Slide 13 - Tekstslide

Als het eindigt op een korte klinker (a,e,i,o,u) gebruik je:
A
-r / erst
B
-r / st

Slide 14 - Quizvraag

Als het eindigt op een korte klinker (a,e,i,o,u) + één medeklinker, wat gebeurt er met de medeklinker?

Slide 15 - Open vraag

Als het eindigt met een medeklinker + -y gebruik je:
A
-er / -ierst
B
-ier / -iest

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide