Gramm: taalkundig Blok 3 (1/3)

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Terugblik (5')

- Sleepvraag (5')

- Lesdoelen doornemen (2')

- Instructie (5')

- Zelf aan de slag (20')

- Evaluatie (3')

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik (5')
- Wat hebben we vorige week behandeld?    


Slide 3 - Tekstslide

Vragend vnw
Aanwijzend vnw
Onbepaald vnw
Welke
Dit
Die
Deze
Dat
Wie
Wat
Iets
Niemand
Men
Alles
Wat voor 

Slide 4 - Sleepvraag

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je uitleggen wat koppelwerkwoorden zijn.
  • ... kun je koppelwerkwoorden benoemen in een zin.

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandige werkwoorden
Zelfstandige werkwoorden (zww): Werkwoord geeft de handeling weer in de zin.

  • Na een lange dag gaat de agent naar huis.
  • In Italië at ik elke dag pizza.

Slide 6 - Tekstslide

Hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden (hww): Geeft een extra betekenis aan een ander werkwoord en komt  niet zelfstandig voor.

Ik heb vanmiddag even gevoetbald.
Hij is gisteren naar de stad gewandeld.
Zij had vorige week haar verjaardag gevierd.


Slide 7 - Tekstslide

Koppelwerkwoord
Koppelwerkwoord (kww): koppelt onderwerp aan eigenschap.

NEGEN stuks: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen.

  • Mijn tante is een bekende schrijfster.
  • Die docent blijft een rare vogel.

Slide 8 - Tekstslide

Koppelwerkwoorden
ZWABBELS 
+hdv

Slide 9 - Tekstslide

Meneer Visser blijft altijd geduldig.

blijft = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 10 - Quizvraag

Hij schijnt met zijn zaklamp in de donkere kamer.
schijnt = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 11 - Quizvraag

Gisteren bleef ik lekker thuis.

bleef = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 12 - Quizvraag

Bas wordt later piloot.

wordt = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 13 - Quizvraag

Zelf aan de slag!
- Maak opdracht 9 (blz. 82) 
- Klaar? Kijk je antwoorden na.





timer
20:00
Had je alles goed? 
--> Werkblad A (bij mij)
--> Lezen in je leesboek.
Had je 2 of meer foutjes?
-->  Werkblad B + C (bij mij)
-->  Af? Werkblad A

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie

- Hoe ging het vandaag?

- Heb je nog vragen?

Slide 15 - Tekstslide