Thema 5: fascisme en nazisme

Thema 5: fascisme en nazisme


5.1.: crisis in Europa
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: fascisme en nazisme


5.1.: crisis in Europa

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Hoe fascisme ontstond
  • Wat kenmerken van fascisme zijn
  • Wat kenmerken van nationaalsocialisme zijn
  • Wat de Weimarrepubliek is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat werd afgesproken in het Verdrag van Versailles?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Crisis
In de VS werden veel luxe dingen gekocht met geleend geld

Maar in 1929 ging dat fout (schema)

Dit was de economische crisis

Iedereen leent geld en maakt dus schulden 
1
Iedereen koopt wat ze nodig hebben
2
Fabrieken produceren heel veel
3
Mensen kopen niks omdat ze het al hebben
4
De fabrieken verliezen veel geld en moeten mensen ontslaan
5
Mensen kunnen hun leningen niet terugbetalen
6
Banken en bedrijven gaan failliet
7
Miljoenen mensen zijn werkloos en hebben geen geld (crisis)
8

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de oorzaken van de crisis in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
Miljoenen mensen zijn werkloos en hebben geen geld (crisis)
H
Banken en bedrijven gaan failliet
C
Mensen kunnen hun leningen niet terugbetalen
F
De fabrieken verliezen veel geld en moeten mensen ontslaan
G
Mensen kopen niks omdat ze het al hebben
B
Fabrieken produceren heel veel
E
Iedereen koopt wat ze nodig hebben
D
Iedereen leent geld en maakt dus schulden 
A

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in Europa
De crisis was ook te merken in Europa
In Nederland werd 1/3 werkloos
In Duitsland was geld helemaal niks meer waard = hyperinflatie
Het werd gebruikt als behang, speelgoed of brandhout
Er is een verhaal van een Duitser die in een kruiwagen zijn loon kreeg. Voordat hij naar huis ging, ging hij naar de kroeg. De kruiwagen bleeg buiten staan. Toen hij weer buiten kwam, was de kruiwagen gestolen en het geld achtergelaten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Geld in Duitsland

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Thema 5: fascisme en nazisme






5.2.: het fascisme in Italië

Slide 9 - Tekstslide

Filmpje
Fascisme

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme
In deze tijden hadden weinig mensen vertrouwen in de democratie
Mensen wilden partijen die tegen democratie waren
In Italië waren daardoor de fascisten aan de macht gekomen
Fascisten waren nationalistisch, militaristisch en geweldadig
Zij hadden onder leiding van Mussolini Italië totalitair gemaakt
De fasci di combattimento (strijdgroepen) hadden de Romeinse fasces als symbool:
- Stok: macht om te straffen
- Touw: macht om te arresteren
- Bijl: macht om te doden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 5: fascisme en nazisme




     


                                                                     5.2.: nazisme in Duitsland

Slide 13 - Tekstslide

                Na de oorlog was het Duitse keizerrijk voorbij
                De socialisten stichtten met de rijkskanselier een
                regering
                 Deze kwam bijeen in het plaatsje Weimar
                 Deze Weimarrepubliek werd door coalities geregeerd
De Weimarrepubliek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opkomst van de nazi's
  • 1929: economische crisis in Duitsland
  • Hitler beloofd er wat aan te doen. Levert de NSDAP veel volgers op
  • Nationaal Docialistische Duitse Arbeiderspartij
  • leider = Führer, Adolf Hitler

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationaalsocialisme
In Duitsland ontstond het nationaalsocialisme (nazi's/nazisme)
Het was fascisme plus rascisme
Dit hield in dat alle "Germanen" superieur zijn
Duitsland werd totalitair met Hitler als Führer (leider)
Dus wel de gebieden op de kaart, niet de Slavische volken, zwarten, Joden, Aziaten, etc.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Het nazi partijcongres in Nüremberg

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er je opgevallen in het filmpje?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standpunten NSDAP:

1)  Duitsland heeft één sterke leider nodig om snel beslissingen te maken
2)  Het Duitse volk moet weer voor zichzelf opkomen. Het verdrag van Versailles is verstikkend.
3)  Er is een strijd (Kampf) gaande tussen volken en landen. Strijd hoort bij de natuur
4) De nazi's geloofden in een groot Joden en communisten. Zij hadden ervoor gezorgd dat Duitsland WO1 verloor = dolkstootlegende.
5) De nazi's geloofden in de rassenleer. Het Arische ras was superieur en moest zich verdedigen tegen de rest. Joden stonden onderaan. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rassenleer









Hitler geloofde in de rassenleer: Er zijn sterke, superieure rassen (Übermenschen) en zwakke, minderwaardige rassen (Untermensen).

Sterk ras = Arische ras, Germaanse ras
Zwak ras = Slavische ras (Polen, Russen), Homoseksuelen, Psychiatrische patienten, erfelijk zieken
Allerlaagste ras = Joodse ras
De Nazi's zagen de joden als ongedierte dat uitgeroeid moest worden
Doel nazi's = uitroeien alle joden



!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de smurfen nazi's?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opkomst Hitler

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opkomst van de nazi's
  • Propaganda
  • Terreur

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NAZI POSTERS

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SA - troepen
  • knokploegen
  • terreur 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opkomst van de nazi's
  • Verkiezing 1932: NSDAP de grootste.
  • Ze moeten samenwerken
  • 1933: dictatuur

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       verkiezingen 1932
  •              NSDAP het populairst 
  •             communisme ook populair
Hitler aan de macht

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1932: verkiezingen, NSDAP grootste partij


Maar moet samenwerken met andere partijen

Januari 1933: Hitler wordt Rijkskanselier

 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtigingswet
23 maart 1933: Machtigingswet

  • Hitler jaar onbeperkte macht
  • Alle politieke partijen verboden,                                 behalve de NSDAP
  • Duitsland: Dictatuur!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alles onder controle
  • Om macht te behouden worden tegenstanders opgepakt
  • Geen vrijheid van meningsuiting
  • Organisaties onder controle 
  • Een totalitaire staat: het leven van de inwoners wordt compleet beheerst en gecontroleerd door de staat

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alles onder controle
Hitler aan de macht 1933

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland wordt een totalitaire staat
Bestuurders (NSDAP) controleren en beheersen het leven van de inwoners volledig.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppakken tegenstanders


  • Joden, tegenstanders, verzetsmensen
  • Geen vrijheid van meningsuiting
  • Geen kritiek
  • Censuur

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Iedereen Nazi!

  • Alles in de maatschappij moest worden ondergebracht onder één nazipartij. 
  • Alles onder controle van de nazi's: verenigingen, organisaties, etc.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderen

Kinderen van 10 jaar moesten verplicht lid worden van een jeugdbeweging van de Nazi's. 

  • Jongens gingen naar de Hitler Jugend. Ze werden daar voorbereid om soldaat te worden. 
  • Meisjes gingen naar de Bund der Deutsche Maidel. Ze leerden daar hoe je een goede moeder en huisvrouw werd. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrouwen
  • Kinderen krijgen (veel!) : moeder en huisvrouw
  • Niet werken (ontslagen)

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies