Talendag- Duitsland vakantieland!

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Duitsland- vakantieland!

Leerdoelen

- Jullie maken kennis met toeristische hoogtepunten van Duitsland.

- Jullie oefenen met handige Duitse woorden en zinnen voor op vakantie.

Introduceer de leerdoelen en maak ze visueel aantrekkelijk

Wat weet jij al over beroemde Duitse bezienswaardigheden?

De Brandenburger Tor in Berlijn was ooit een symbool van verdeeldheid, maar nu is het een symbool van eenheid en vrede.

Deze poort in Berlijn was ooit een symbool van verdeeldheid, maar nu is het een symbool van eenheid en vrede.

Laat foto's zien van de Brandenburger Tor en vraag de leerlingen wat ze weten over de geschiedenis ervan.

Schloss Neuschwanstein is een sprookjesachtig kasteel in Beieren, gebouwd door Koning Ludwig II, is wereldberoemd geworden dankzij Disney.

Toon foto's van het kasteel en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat ze denken dat de geschiedenis ervan is.

De Rijksdag is het parlementsgebouw in Berlijn heeft een rijke geschiedenis en een modern design.

Laat foto's zien van het gebouw en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat ze denken dat de geschiedenis ervan is.

De Dom van Keulen is een van de grootste ter wereld en een van de meest indrukwekkende bezienswaardigheden van Duitsland.

Toon foto's van de kathedraal en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat ze denken dat de geschiedenis ervan is.

Rügen is het grootste Duitse eiland

Toon foto's van de muur en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat ze denken dat de geschiedenis ervan is.

Het Zwarte Woud is een natuurgebied in het zuiden van Duitsland

Toon foto's van het Zwarte Woud en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien en wat voor activiteiten ze daar zouden willen doen.

Sächsiche Schweiz is een bekend natuurgebied in oost Duitsland

De Eiffel is de wijnstreek van Duitsland 

Monschau een typisch Duits dorp

Aufgabe

Wat? In tweetallen: Plan je eigen vakantie in Duitsland. 

Hoe? Je maakt een mini-poster met:

1. Bestemming: Welke plek in Duitsland bezoek je?

2. Activiteiten: Wat ga je daar doen?

3. Verblijf: Waar slaap je? (hotel, camping, hostel?)

4. Duitse zinnen: Voeg 3 zinnen toe die je op vakantie in Duitsland zou gebruiken.

Uitkomst? Een mini presentatie 

1.Okterberfest is ………..

1. een Koninginnedag in heel Duitsland
2. een groot volksfeest in de stad München.
3. carnavalsoptocht in de stad Keulen
4. een schoolfeest in oktober

2. Hoe heet dit voetbalstadion en waar staat het?

1. die Allianz Arena in Stuttgart
2. die Mercedes-Benz-Arena in München
3. die Mercedes-Benz-Arena in Stuttgart
4. die Allianz Arena in München

3.Duits is de meest gesproken moedertaal in de Europese Unie.

1. waar
2. niet waar

4. Duits is de meest gesproken taal in Europa. Dat mensen in Zwitserland en Oostenrijk ook Duits praten, weet iedereen. Maar waar wordt het nog meer als moedertaal gesproken?

1. In Italië, België en Luxemburg
2. In Denemarken, Italië en Liechtenstein
3. In Zweden, Spanje en Luxemburg

5.Wat is de grootste stad van Duitsland?

1. Hamburg
2. Frankfurt
3. Berlijn
4. Köln

6.Hoe heet de snelweg in het Duits?

1. Fahrbahn
2. Autobahn
3. Schnellweg
4. Fahrweg

7.Wat is een Stau?

1. wegwerkzaamheden
2. afrit
3. file
4. parkeerplaats

8.Hoeveel inwoners heeft Duitsland?

1. 83 Millionen
2. 802 Tausend
3. 75,3 Millionen
4. 17 Millionen

9.Wat zie je hier?

1. der Fernsehturm
2. der Berliner Dom
3. der Bundestag
4. das Brandenburger Tor

10.Wat is de grootste pretpark in Duitsland?

1. Wunderland Kalkar
2. Movie Park Germany
3. Fort Fun
4. Europapark

11.Wat krijg je als je in Duitsland een "Frikadelle" bestelt? Een ...

1. braadworst met saus
2. soort gehaktbal
3. broodje kroket
4. frikandel met mayo, curry en uitjes

12. Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?

1. BMW
2. Toyota
3. Mercedes
4. Volkswagen

13.Welke drie merken zijn Duits?

1. Ikea, Facebook en Chanel
2. Dr. Oetker, Adidas en Porsche
3. Apple, Porsche und Nike
4. Haribo, L'Óreal en Fiat

14.Een Duitse(r) spreekt zijn baas aan met …

1. du (jij)
2. Sie (u)

15."bellen" betekent in het Duits ...........

1. blaffen
2. roepen
3. schreeuwen
4. huilen

16.In het Duits zet je soms een Umlaut op de:

1. a, o, i, u
2. i, u, e
3. a, o, u
4. a, i, u, o, e

17. juist of onjuist?
de vertaling van "es"= het
de vertaling van "ihr"= jullie

1. juist
2. onjuist

Wat is een Duits merk?

1. Giorgio Armani
2. Louis Vuitton
3. Hugo Boss
4. Karl Lagerfeld

19.Wat is een Duitse uitvinding?

1. tandpasta
2. onderzeeboot
3. flitspaal
4. bluetooth

20.Wat is nog een Duitse uitvinding?

1. aspirine
2. vierwielaandrijving
3. microscoop
4. brandweerslang

21."Du bist ein Glückspilz"
Wat is een Glückspilz?

1. een mazzelaar
2. een twijfelaar
3. een paddestoel
4. een winnaar

22.Welches Lied hörst du?

1. Applaus, Applaus- Sportfreunde Stiller
2. Monsta- Culcha Candela
3. Wenn sie Tanzt- Max Giesinger
4. Hamma!- Culcha Candela