1.3 en 1.4 test

Een kaart met een schaal van 1: 10.000 is...
A
Kleinschalig
B
Grootschalig
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Een kaart met een schaal van 1: 10.000 is...
A
Kleinschalig
B
Grootschalig

Slide 1 - Quizvraag

De schaal is weer 1: 10.000
1 centimeter is in het echt...
A
10 kilometer
B
1 kilometer
C
100 meter
D
10 meter

Slide 2 - Quizvraag

Ik wil 15 kilometer fietsen. Op een kaart met schaal 1: 300.000 is dat...
A
5 centimeter
B
9 centimeter
C
15 centimeter
D
50 centimeter

Slide 3 - Quizvraag

Ik leg op een kaart van 1: 460.000 een afstand van 5 centimeter af. In het echt is dat...
A
2,3 kilometer
B
23 kilometer
C
46 kilometer
D
460 kilometer

Slide 4 - Quizvraag

Ik sta op 20º ZB en 20º OL. Ik reis een paar graden naar het noorden. Welke rivier moet ik dan als eerste over?

Slide 5 - Open vraag

Welk eiland ligt op 42º NB en 9º OL?

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de coördinaten van de stad Krakow? En van Krommenie?


Slide 7 - Open vraag

Welk water steek je over als je op 53ºN.B. en 4º47’ OL de boot naar het zuiden pakt?

Slide 8 - Open vraag

Welke kaartelementen mist de kaart van CGU-land?

Slide 9 - Open vraag

Op welke twee halfronden ligt CGU-land?
A
Noordelijk en westelijk
B
Noordelijk en oostelijk
C
Zuidelijk en westelijk
D
Zuidelijk en oostelijk

Slide 10 - Quizvraag

Polle zegt: Ik woon op 52° 5′ NB, 05° 7′ OL
Jade zegt: Ik woon 5 kilometer ten zuiden van Utrecht
Wat is waar?
A
Ze hebben het allebei over de absolute ligging
B
Ze hebben het allebei over de relatieve ligging
C
Polle heeft het over de absolute, Jade over de relatieve ligging
D
Polle heeft het over de relatieve, Jade over de absolute ligging

Slide 11 - Quizvraag