Klas 3 begrippentoets H4
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is verzekeren?
Slide 2 - Open vraag
Welk voertuig hoef je NIET te verzekeren op de openbare weg?
A
scooter
B
fiets
C
elektrische auto
D
auto
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een polis?
A
Verzekeringsbewijs
B
Iemand uit Polen
C
Verzekeraar
D
Verzekerde
Slide 4 - Quizvraag
Welke verzekering dekt de schade als jij per ongeluk (met je fiets) schade veroorzaakt aan de woning van de buren?
A
de fietsverzekering
B
de inboedelverzekering
C
de AVP verzekering
D
WA-verzekering voor motorvoertuigen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van een onzeker voorval?
A
inbraak
B
ongeluk
C
zelf vernielen
D
blikseminslag
Slide 6 - Quizvraag
Is een zorgverzekering verplicht?
A
Ja, de zorgverzekering is verplicht.
B
Nee, de zorgverzekering is niet verplicht
C
Alleen als je vaak ziek bent is een zorgverzekering verplicht.
D
Ja, maar alleen als je werkt is de zorgverzekering verplicht
Slide 7 - Quizvraag
Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
C
de bank
D
de premie
Slide 8 - Quizvraag
Welke verzekering dekt de schade als jij per ongeluk (met je scooter) schade veroorzaakt aan de woning van de buren?
A
de fietsverzekering
B
de inboedelverzekering
C
de AVP verzekering
D
WA-verzekering voor motorvoertuigen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een bonus-malusladder?
Slide 10 - Open vraag
Welke van de volgende verzekeringen is verplicht?
A
Cascoverzekering
B
Fietsverzekering
C
Inboedelverzekering
D
Zorgverzekering
Slide 11 - Quizvraag
Wat bepaald de hoogte van de premie van je motorvoertuigenverzekering?
Slide 12 - Open vraag
Wat is een WA-verzekering voor motorvoertuigen?
Slide 13 - Open vraag
Hoe komt het dat de premie die je betaald voor een opstalverzekering niet heel hoog is?
Slide 14 - Open vraag
De assurantiebelasting wordt berekend over...
A
de premie
B
de poliskosten
C
premie + poliskosten
D
premie + poliskosten + verzekeringskosten
Slide 15 - Quizvraag
Juist of onjuist....
De opstalverzekering gaat uit van de nieuwwaarde van de spullen in je huis.
De opstalverzekering gaat uit van de nieuwwaarde van de spullen in je huis.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
De verzekeraar is
A
De maatschappij die iemand verzekert.
B
De persoon die verzekerd is.
C
Het bedrag dat jij bij schade van een verzekeringsmaatschappij krijgt.
D
Het bedrag dat jij aan een verzekeringsmaatschappij moet betalen.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is zorgtoeslag?
Slide 18 - Open vraag
Wat is het voordeel van een All-riskverzekering (boven een WA verzekering) als je een auto hebt?
Slide 19 - Open vraag
Welke mensen nemen een hoger eigenrisico op hun zorgverzekering?
Slide 20 - Open vraag
Geef het goede begrip bij de volgende omschrijving:
Een verzekering die de schade dekt die je door inbraak, brand of wateroverlast hebt aan de spullen in je huis...
Een verzekering die de schade dekt die je door inbraak, brand of wateroverlast hebt aan de spullen in je huis...
