M&S > Verkeer maandag instr./BW

Kerndoel 35 
De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.

Verkeer groep 3/4

  • veilig speel- en werkgedrag in en om school 
  • afspraken ten aanzien van lopen en spelen 
  • veilig oversteken in eenvoudige situaties 
  • eisen voor een veilige fiets
  • basisvaardigheden met betrekking tot fietsen en samen fietsen
  • eenvoudige voorrangsregels
  • afspraken en regels als passagier van bus, tram en trein





1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kerndoel 35 
De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.

Verkeer groep 3/4

  • veilig speel- en werkgedrag in en om school 
  • afspraken ten aanzien van lopen en spelen 
  • veilig oversteken in eenvoudige situaties 
  • eisen voor een veilige fiets
  • basisvaardigheden met betrekking tot fietsen en samen fietsen
  • eenvoudige voorrangsregels
  • afspraken en regels als passagier van bus, tram en trein





Slide 1 - Tekstslide

Kerndoel 35
De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.

Verkeer groep 5/6

  • als groep 3/4
  • verantwoord handelen onder verschillende omstandigheden en weersgesteld­heden
  • correct gebruik van verkeersborden, voorsorteervakken en verkeerslichten
  • basisvaardigheden met betrekking tot het fietsen in groepen
  • de belangrijkste voorrangsregels en rekening houden met het gedrag van anderen
  • dienstregelingen





Slide 2 - Tekstslide

Wat is jouw plaats op de weg?

Slide 3 - Tekstslide

Dit ga je vandaag leren:
  • Je leert wat de veiligste plaats op de weg is om te fietsen.
  • Je leert dat je anderen en jezelf niet in gevaar moet brengen als je fietst.
  • Je leert dat anderen zich niet altijd aan verkeersregels houden en hoe je daarop moet reageren. 

Slide 4 - Tekstslide

Zo zit dat ... als je fietst 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Zo zit dat... als je fietst
  • Rijd altijd zoveel mogelijk rechts.
  • Rijd nooit met meer dan twee naast elkaar.
  • Als er een fieststrook is, moet je daarop fietsen.
  • Als er een fietspad is, moet je op het fietspad fietsen.
  • Je mag niet op de busbaan fietsen.
  • Je mag niet op de stoep of het voetpad fietsen. 

Slide 7 - Tekstslide

Quiz 

Slide 8 - Tekstslide


Op welke tekening fietst Lena op de goede plek? 
A
Foto 1
B
Foto 2
C
Foto 3

Slide 9 - Quizvraag

Welke regel hoort daarbij?
A
Rijd altijd zoveel mogelijk rechts
B
Als er een fietsstrook is, moet je daarop rijden.
C
Rijd nooit met meer dan twee naast elkaar
D
Je mag niet op de stoep of het voetpad rijden

Slide 10 - Quizvraag

De jongen bij A rijdt op de goed plek.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De jongen bij B rijdt op de goed plek.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Het meisje bij A rijdt op de goed plek.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

De jongen bij B rijdt op de goed plek.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Filmpje
Een tegenligger op het fiestpad. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Zo zit dat ... een tegenligger op het fietspad 
  • Komt er iemand aan: dan gaat de binnenste fiester wat sneller en gaat voorop fietsen.
  • De ander remt en gaat erachter fietsen. Zo is er genoeg ruimte voor iedereen. 
  • Kun je weer naast elkaar: kijk eerst achterom en voor je.
  • Komt er niemand aan, dan kun je weer naast elkaar gaan fietsen. 

Slide 17 - Tekstslide

Welke zin is waar?
A
Gevaarlijk, je mag maar met drie naast elkaar fietsen
B
Gevaarlijk, je mag maar met twee naast elkaar fietsen
C
Niets aan de hand! Je mag hier met vier naast elkaar fietsen

Slide 18 - Quizvraag

Waar moet je op letten als er een tegenligger aankomt op het fietspad?

Slide 19 - Woordweb

Evaluatie van de les

Slide 20 - Tekstslide

Bedenk een nieuwe verkeersregel voor fietsers.

Slide 21 - Woordweb

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 22 - Tekstslide