Les 3 - V4 - mondeling los tiempos del pasado hablando sobre vacaciones

Ryan
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ryan

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Los objetivos de la clase de hoy son
saber con quién y cuándo tienes el examen oral de español
hablar sobre las vacaciones con el indefinido y el imperfecto

Slide 3 - Tekstslide

Planificación
W 11 Donderdag: intro LA
W 12 Maandag en donderdag: practicar indefinido hay/ser/estar y escribir párrafo 1
W 13 Maandag en donderdag: el uso del indef / imperf – escribir párrafo 2 (el viaje de ida)
  1. W 14 Maandag en donderdag: contraste indef / imperf / hay, ser, estar y concordancia – escribir párrafo 3 (un monumento o la naturaleza) y terminar carta
W 15 preparación examen oral thema 1  en donderdag: schrijfvaardigheidstoets
W 16 Maandag: preparación examen oral tema 1  donderdag: preparación examen oral tema 2 
W 17-18-19 meivakantie/activiteitenweek
W 20 Maandag: preparación examen oral tema (3)
Donderdag: preparación examen oral (4)
W 21 Examen oral/inleveren teksten
W 22 Examen oral/inleveren teksten
W 23 oefenen teksten
W 24 Tp 3








Slide 4 - Tekstslide

La clase anterior a las vacaciones
Contesta  con tu compañero/a de clase a estas preguntas en holandés:
1. ¿Cuándo es el examen oral?
2. ¿Cuántos  temas hay en el examen oral?
3. ¿Qué temas hay en el examen oral?
4. ¿Cómo tienes que hacer el perfecto?
5.  ¿A qué hora te has levantado esta mañana?
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

La preparación para la clase
Oefenen gespreksvaardigheid met onderwerp vrije tijd

Meenemen reader gespreksvaardigheid en teksten mee
Maak teksten 6 en 7 uit je reader en zelf nakijken
Leren vocabulaire uit je reader over vrije tijd spa-ned, ned-spa (en andere lijsten die je nog niet zo goed kent)
Leer de indefinido en de imperfecto uit je aantekeningen (of bijlage) zorg dat je met name de onregelmatige werkwoorden goed kent!



Slide 6 - Tekstslide

El examen oral
20 minutos
aula 0.25
hablar solo en español, contestar y hacer  preguntas
Leer página 18 y 19

Slide 7 - Tekstslide

Horario:
lunes, 19 de mayo:
09:15-09:35 Jacob y Ryan
09:40-10:00 Mingus y James
10:05-10:25 Ameliia y Lara
10:25-10:45 Kalle y Sam
jueves, 22 de mayo
10:00-10:20 Lou y Chayan
10:25 -10:45 Doeke y Derya



Lara

lunes, 26 de mayo:
09:15-09:35:  Johan y Aron
09:40-10:00: Julia y Florien
10:05-10:25: Juul y Jaya
10:25-10:45 Bibi e Izabel

martes, 27 de mayo:
13:10-13:20 Lucy
13:20-13:30 Luis

Slide 8 - Tekstslide

Tus vacaciones levanta la mano si estás de acuerdo
1. Hacía buen tiempo en mis vacaciones.
2. Dormí muy tarde en las vacaciones.
3. Fui de vacaciones fuera de Holanda.
4. Fui de compras en mis vacaciones.
5. Quedé con amigos en mis vacaciones.
6. No hice deberes en mis vacaciones.

Slide 9 - Tekstslide

Un vídeo sobre un día en la playa
Vas a ver un vídeo relacionado con la playa.
Alguién cuenta lo que hizo en las vacaciones.
Escucha y escribe si las frases son verdaderas o falsas.

Slide 10 - Tekstslide

Un vídeo sobre un día en la playa
1. Ze gingen naar de costa del sol.
2. Naast het strand waren bomen.
3. Het was lekker weer, maar er was wel wat wind.
4. Het was heel druk op het strand, er waren veel mensen.
5. Op het strand werden er spullen verkocht.
6. Het zeewater was lekker volgens de spreker van het filmpje.
7. Er was een strandtentje waar je iets kon kopen.



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Verdad o falso
1. Ze gingen naar de costa del sol.
2. Naast het strand waren bomen.
3. Het was lekker weer, maar er was wel wat wind.
4. Het was heel druk op het strand, er waren veel mensen.
5. Op het strand werden er spullen verkocht.
6. Het zeewater was lekker volgens de spreker van het filmpje.
7. Er was een strandtentje waar je iets kon kopen.



timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

El viaje de estudios: la feria de Sevilla

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Imperfecto
met -ía (-er, -ir)
met -aba (-ar)

onregel: 
ir (iba)
ser (era)
ver (veía)
gebruik: beschrijving in het verleden
of 
bij herhaling in het verleden met elke 
Indefinido
met é (-ar)
met í (-ir, -er)
veel onregelmatig
zoals ser (fui)
of estar (estuv) andere uitgang ook
gebruik: duidelijk begin en het eind, achter elkaar vertellen van gebeurtenissen, jaartallen

Slide 16 - Tekstslide

Escribe tú ahora en tu cuaderno en el indefinido
1. ¿Qué actividades hiciste en las vacaciones?
2. ¿Cómo era tu rutina en las vacaciones?
3. ¿Visitaste un país o una ciudad? ¿Qué país?
4. ¿Hablaste otro idioma en tus vacaciones? ¿Qué idioma?
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Citas rápidas
Vas  a contestar  a preguntas  de  tu compañero/a de clase en español y después vas a cambiar de compañero/a de clase  cuando  suene el timbre.
timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Frases útiles
  1. Escribe en silencio 4 frases útiles que puedas usar en el examen oral  en tu cuaderno  con la traducción.
  2. Compara  ahora  con tu compañero/a de clase y escribe su frase.
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

La evaluación
Kies het cijfer uit wat voor jou geldt en steek het aantal vingers op:
1. Ik kan in het Spaans met de imperfecto en de indefinido praten.
2. Ik ben eigenlijk best wel tevreden van wat ik kan bij Spaans, mijn mondeling zal goed gaan.
3. Ik heb weinig aan Spaans gedaan en ik moet nu echt aan de bak
timer
0:10

Slide 20 - Tekstslide

La preparación para el jueves
Leer de grammatica die jij nog niet zo goed kent (ser/estar/hay, perfecto, mannelijk/vrouwelijke woorden, imperfecto, indefinido)
Leer de vocabulaire ned-spa, spa-ned uit je reader over thema 4 pág. 36 t/m 38
Stel vragen want donderdag is de laatste les voor de mondelingen.

Slide 21 - Tekstslide