§2.1 Handel en nijverheid in de Republiek - Deel 1

§2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
Handelskapitalisme
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
Handelskapitalisme

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je PLENDA
Volgende les
Maken: opdracht 3 t/m 9 van §2.1
Lezen:  §2.1
Leren: begrippen  §2.1

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe de economie van Holland in de late middeleeuwen verandert en wat het belang hiervan is
- Hoe de economie van de Republiek eruitziet 
- Hoe de economie van de Republiek onderdeel wordt van de wereldeconomie en welke rol de VOC en WIC daarin spelen
- Wat het verband is tussen de driehoekshandel, slavenhandel en  plantageslavernij

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Leg de term 'gouden eeuw' in eigen woorden uit

Slide 5 - Open vraag

Wat is de kritiek van sommige mensen op deze term?

Slide 6 - Open vraag

Welke jaartallen horen bij de gouden eeuw?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1800-1900

Slide 7 - Quizvraag

Regenten en vorsten
1600-1700

Slide 8 - Tekstslide

Opkomst van Holland
Door de drassige grond produceren boeren voor de handel
Zo ontstaat de commerciële landbouw
Commercie = handel, dus landbouw gericht op de handel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Landbouw in de Republiek
Rond 1600 ontwikkelde de landbouw zich in de Republiek:
Mest
Door het gebruik van mest steeg opbrengst van het land
Import
Producten die men niet zelf maakte, werden geïmporteerd. Hierdoor nam de handel toe.
Specialisatie
Boeren gingen verbouwen waar de grond geschikt voor was. Er werd vooral meer boter en kaas gemaakt, en daar was veel vraag naar in Europa.
Polderen
Meren worden drooggemalen voor landbouwgrond

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Economie van de Republiek
In de late middeleeuwen is de handel op de Oostzee groot
Rond 1450 nemen Hollandse steden deze handel over.
De Oostzeehandel is de belangrijkste handel (moedernegotie)
Het succes van de Hollandse handel heeft 3 oorzaken:

De oorsprong/basis (moeder) van alle handel (onderhandelen = negotie)
Door nieuwe uitvindingen kunnen Hollanders goedkoper produceren (betere schepen, windmolens, etc.)
Door de blokkade van de haven van Antwerpen stort de handel daar in. Veel handelaren en ambachtslieden verplaatsen naar Holland.
Door verbeteringen in de landbouw groeide de export van dure landbouwproducten en Nederland importeerde goedkope landbouwproducten

Slide 13 - Tekstslide

Filmpje
Vluchtelingen naar Holland

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Filmpje
Handel op de Oostzee

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video


Bekijk hiernaast een kaart van Europa (1635) uit het boek de Atlas Mayor, gemaakt door de wereldberoemde Nederlandse kaartenmaker 
Joan Blaeu.

De rijkdom van de
17e-eeuwse Republiek komt vooral door de Oostzeehandel.

Maar waar ligt de Oostzee? 


Slide 18 - Sleepvraag

De Oostzeehandel wordt ook wel
de "moedernegotie" genoemd.
Waarom was dat?
A
Omdat de Republiek goed kon onderhandelen.
B
Omdat je met je moeder onderhandelt over je zakgeld.
C
Omdat deze handel erg negatief was voor de Republiek.
D
Omdat dit de belangrijkste handel was voor de Republiek.

Slide 19 - Quizvraag

De Nederlanders waren erg 
belangrijk in de Oostzeehandel, 
hoe kon je dat zien in Dansk (Polen)?

(2 antwoorden mogelijk)

Slide 20 - Woordweb

Hoe word de Oostzeehandel ook wel genoemd?
A
belangrijkste handel
B
Vaderlandse goederen
C
Driekhoekshandel
D
Moedernegotie

Slide 21 - Quizvraag

Waar kwamen deze producten vandaan?
Graan
Hout
Bont
Wijn
Vruchten
Zout
Specerijen
Tabak

Slide 22 - Sleepvraag

Hendrik de koopman
1590 - 1660, Amsterdam
Zeer rijk
Handelt in specerijen:
Stap 1
Met geld (kapitaal) specerijen goedkoop inkopen in Indonesië
Stap 2
Specerijen in Europa voor veel geld verkopen
Stap 3
Met de winst van de verkoop weer nieuwe specerijen kopen
Stap 4
Terug naar stap 1 en rijk worden

Slide 23 - Tekstslide

Hendrik de koopman
1590 - 1660, Amsterdam
Zeer rijk
Handelde in specerijen:
Stap 1
Met geld (kapitaal) specerijen goedkoop inkopen in Indonesië
Stap 2
Specerijen in Europa voor veel geld verkopen
Stap 3
Met de winst van de verkoop weer nieuwe specerijen kopen
Stap 4
Terug naar stap 1 en rijk worden
Handelskapitalisme
Een vorm van economie waarin het meeste geld wordt verdiend in de handel, en dus niet in het maken van de producten

Slide 24 - Tekstslide

Hendrik handelt ook in graan

Slide 25 - Tekstslide

Vraag en aanbod
Handelaren willen winst maken
Producten bewaren ze daarom in pakhuizen
Het wordt pas later verkocht op een goed moment...
Amsterdam groeit hierdoor en wordt een stapelmarkt
Pakhuizen waren gebouwen waar producten konden worden bewaard om ze later te verkopen. Als een stad veel pakhuizen had, werd het een stapelmarkt. Letterlijk een plek waar producten gestapeld konden worden voordat ze verkocht werden.
Hoe graag mensen iets willen hebben
Hoeveel iets beschikbaar is

Slide 26 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de prijs van een product als er meer aanbod, maar minder vraag is?
A
De prijs gaat omhoog
B
De prijs gaat omlaag
C
De prijs blijft hetzelfde

Slide 27 - Quizvraag

Filmpje
De groei van Amsterdam

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

Huiswerk
Schrijf op in je PLENDA
Volgende les
Maken: opdracht 3 t/m 9 van §2.1
Lezen:  §2.1
Leren: begrippen  §2.1

Slide 30 - Tekstslide