leesvaardigheid NN 6de editie hst. 5 opdracht 2 en 4

Wat is een ander woord voor mening?
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is een ander woord voor mening?

Slide 1 - Open vraag

Welk signaalwoord kondigt een mening aan
A
omdat
B
volgens mij
C
immers
D
dus

Slide 2 - Quizvraag

Welk signaalwoord kondigt een argument aan?
A
namelijk
B
omdat
C
dus
D
concluderend

Slide 3 - Quizvraag

Welk signaalwoord kondigt een conclusie aan?
A
omdat
B
dus
C
dat betekent
D
immers

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 1: wat voor soort tekst is tekst 3?

Slide 5 - Open vraag

Vraag 2:
de eerste alinea leidt de tekst in door...
A
de aanleiding te noemen voor het schrijven van de tekst
B
de indeling van de tekst aan te geven
C
een deskundige te noemen
D
een korte samenvatting van de tekst te geven

Slide 6 - Quizvraag

vraag 5: formuleer in eigen woorden het standpunt van Piers over stadstuinieren. Leid haar standpunt af uit alinea 4.

Slide 7 - Open vraag

Vraag 6: hoeveel argumenten geeft Piers voor haar standpunt?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 12: aan welke twee signaalwoorden herken je de argumenten die wetenschappers gebruiken om te weerleggend at het eten van stadsgroente ongezond is?

Slide 9 - Open vraag

Vraag 1: op welke vraag geeft de tekst vooral antwoord?
A
Wat is nepnieuws en hoe herken je dat?
B
Wat is nepnieuws en wie verspreidt dat?
C
Wat is nieuws en hoe verspreid je dat?
D
Wat is nieuws en wie verspreidt dat?

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 2: bij andere online bronnen en op sociale media is dat anders. Wat is er precies anders?

Slide 11 - Open vraag

Vraag 3: wat is het verband tussen alinea 1 en 2
A
ze vormen een tegenstelling
B
ze vormen samen een opsomming
C
alinea 2 geeft uitleg bij alinea 1
D
alinea 2 geeft een voorbeeld bij alinea 1

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 5: De eerste zinnen van alinea 3 en 4 zijn de belangrijkste zinnen. Wat is de functie van de rest van beide alinea's?
A
geeft een argument
B
geeft een bewijs
C
geeft een conclusie
D
geeft een uitleg

Slide 13 - Quizvraag

Vraag 6: waardoor heeft nepnieuws tegenwoordig meer invloed op lezers dan vroeger?

Slide 14 - Open vraag

Vraag 7: waardoor is nepnieuws moeilijk van juist nieuws te onderscheiden?
A
Doordat mensen hun breid niet zomaar kunnen veranderen
B
doordat mensen vaak de neiging hebben te geloven wat ze lezen of horen
C
doordat nepnieuws en echt nieuws op dezelfde manier worden gepresenteerd

Slide 15 - Quizvraag

Welke zinnen zou je opnemen in je samenvatting? (zie gedeelde scherm)

Slide 16 - Open vraag

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 17 - Open vraag