5h literaire begrippen herhaling
1 / 20
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke literaire begrippen zijn belangrijk op je mondeling?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekent het literaire begrip 'motto'?
A
Een kort stukje aan het begin van het boek
B
Een kort stukje aan het eind van het boek
C
De reden waarom het boek geschreven is
D
Aan wie het boek is opgedragen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Wat betekent het literaire begrip 'opdracht'?
A
Degene die opdracht heeft gegeven om het boek te schrijven
B
Aan wie het boek is opgedragen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat betekent het literaire begrip 'thema'?
A
Het onderwerp waar het boek over gaat
B
Het genre waar het boek bij hoort
C
Het idee of de bedoeling achter een boek/verhaal
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat is waar?
A
Het thema versterkt de motieven
B
De motieven versterken het thema
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent het literaire begrip 'motief'?
A
Dat iemand iets gedaan heeft in het verhaal met een reden
B
Iets wat vaak terugkomt in het verhaal
C
Een structuur die het verhaal aanhoudt
D
Een reden waarom het boek is geschreven
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat houdt een 'alwetend/ auctoriaal perspectief' in ?
A
Dat de personages alles weten
B
Dat er een verteller is die alles weet
Slide 13 - Quizvraag
Een personaal perspectief is hetzelfde als
A
Een ik-vertelwijze
B
Een hij/zij-vertelwijze
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Een hoofdpersoon wordt ook wel een ....... genoemd
A
Karakter
B
Type
C
Karikatuur
