Verdieping H2 kracht en beweging

Bekijk het plaatje hiernaast. Wat kun je zeggen over massa's m1 en m2?
A
m2 = 2*m1
B
m2 < 2*m1
C
m2 > 2 m1
D
Daar kun je niets van zeggen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bekijk het plaatje hiernaast. Wat kun je zeggen over massa's m1 en m2?
A
m2 = 2*m1
B
m2 < 2*m1
C
m2 > 2 m1
D
Daar kun je niets van zeggen.

Slide 1 - Quizvraag

  • De blokken hangen symmetrisch

Slide 2 - Tekstslide

  • De blokken hangen symmetrisch
  • m1 en m3 tillen beide de helft van m2

Slide 3 - Tekstslide

  • De blokken hangen symmetrisch
  • m1 en m3 tillen beide de helft van m2
  • Dus m2 = 2*m1

Slide 4 - Tekstslide

Blok M = 0,60 kg en blok Z = 60 g. Je geeft M een zetje zodat beide blokken met een constante snelheid bewegen. De enige wrijvingskracht is die tussen blok M en de tafel. Bereken die wrijvingskracht.

Slide 5 - Open vraag

  • Op blok Z werkt een zwaartekracht.

Slide 6 - Tekstslide

  • Op blok Z werkt een zwaartekracht.
  • Op blok M werkt een wrijvingskracht.

Slide 7 - Tekstslide

  • Op blok Z werkt een zwaartekracht.
  • Op blok M werkt een wrijvingskracht.
  • Constante snelheid
  • Fnetto = 0. 

Slide 8 - Tekstslide

  • Op blok Z werkt een zwaartekracht.
  • Op blok M werkt een wrijvingskracht.
  • Constante snelheid
       Fnetto = 0. 
  • Fw =Fz = 0,06 kg * 9,81 = 0,59 N

Slide 9 - Tekstslide

Een karretje met massa M1 rijdt zonder wrijving over een tafel voortgetrokken door massa M2. Nu wordt de massa van M2 twee keer zo groot. Wat geldt nu voor de versnelling?
A
Die wordt 2x zo groot.
B
Die wordt minder dan twee keer zo groot.
C
Die wordt meer dan twee keer zo groot.
D
Zowel A, B en C kunnen zich voordoen.

Slide 10 - Quizvraag

  • a = Fsom/m 
  • a = Fz op M2 / (M1 + M2)
  • a = M2*g / (M1 + M2)
  • M2 wordt 2 * zo groot.....
  • a = 2*M2*g/(M1 + 2*M2)
  • a wordt minder dan 2 keer zo groot

Slide 11 - Tekstslide

Twee blokken glijden van een helling af. De wrijving wordt berekend door Fw = c*Fn waarbij c een constante is en Fn de normaalkracht. Er is geen luchtwrijving. De massa van het grote blok is groter dan die van het kleine blok.
Welk blok is het eerst onder aan de helling?
A
Het grote blok.
B
Het kleine blok.
C
Beiden komen tegelijk aan.
D
Het hangt af van de hellingshoek.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide