Pluriforme samenleving

Pluriforme samenleving
Pluriformiteit in Nederland
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pluriforme samenleving
Pluriformiteit in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Richting einde van het jaar:
  • Na je tentamen PD 77,5 % afgesloten.
  • Tentamen Pluriforme Samenleving dus 22,5 %
  • Aan het einde van het jaar een onvoldoende?
  • 1 herkansing om het laagste cijfer van een tentamen te vervangen. Telt dus 22,5%
  • Stof: selectie hoofdstukken van Rechtsstaat, Parlementaire democratie en Pluriforme Samenleving.





Slide 2 - Tekstslide

Tentamen: 
Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7
   

Dus GEEN hoofdstuk 3.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel verschillende nationaliteiten zijn er in Nederland denk je?
A
0 - 75
B
75-125
C
125-150
D
150-225

Slide 8 - Quizvraag

Vandaag:
  • Welke verschillende culturen kun je zien in Nederland?
  • Hoe sterk mogen we van elkaar verschillen?
  • Met welke factoren hebben culturele verschillen te maken?


Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent het begrip cultuur?

Slide 10 - Open vraag

De Nederlandse cultuur

Slide 11 - Woordweb

Geef een voorbeeld van hoe cultuur verschilt in de loop van tijd:

Slide 12 - Open vraag

Geef een voorbeeld van hoe cultuur verschilt per plaats :

Slide 13 - Open vraag

Geef een voorbeeld van hoe cultuur verschilt per groep:
(Oefenen? Opdracht 11 pagina 108WB)

Slide 14 - Open vraag

Opdracht:
"Dé Nederlander bestaat niet" - Koningin Máxima

Wat vind jij? Bedenk argumenten voor/tegen deze stelling

Slide 15 - Tekstslide

Cultuur:
Dominante cultuur
Subcultuur
Tegencultuur

Bij welke culturen hoor jij allemaal? 

Lesboek pagina 117 - OPDRACHT 9 pagina 107 WB

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

6 factoren:
  1. Stad en platteland
  2. Jong en oud
  3. Beroep en maatschappelijke positie
  4. Mannen en vrouwen
  5. Etniciteit
6. Godsdienst

Slide 23 - Tekstslide

Je kunt nu:
Het verschil tussen de dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur uitleggen en hier voorbeelden van geven en herkennen.

Uitleggen met welke factoren culturele verschillen te maken hebben en deze herkennen. 


Slide 24 - Tekstslide