vergrotingsfactor

Vlakke meetkunde
Vergrotingsfactor
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vlakke meetkunde
Vergrotingsfactor

Slide 1 - Tekstslide

Vergrotingsfactor
Oppervlakte
hoeveel keer is het figuur vergroot?
De vergrotingsfactor in het kwadraat (²)

Slide 2 - Tekstslide

Vergroting figuren
2cm                         6 cm
4cm




12 cm




Hoe veel keer groter is de rechter rechthoek?

Slide 3 - Tekstslide

Vergroting figuren
2cm                         6cm
4cm




12cm




6 : 2 = 3 keer 

Slide 4 - Tekstslide

Vergroting figuren
2cm                         6cm
4cm




12cm




6 : 2 = 3 keer 
12 : 4 = 3 keer

Slide 5 - Tekstslide

Vergroting figuren
2cm                         6cm
4cm




12cm




De vergrotingsfactor is 3 

Slide 6 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm




De vergrotings-
factor is 3

Slide 7 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm
De vergrotings-
factor is 3
De vergrotingsfactor in het kwadraat

Slide 8 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm




3 x 3 = 3² = 9 
De vergrotings-
factor is 2 

Slide 9 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm




De vergrotingsfactor van de oppervlakte is 32

Slide 10 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm
  2 x 4 = 8cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 32
De oppervlakte van de kleine rechthoek

Slide 11 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm
  2 x 4 = 8cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 32

Slide 12 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm
8cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 32 
De oppervlakte van de kleine rechthoek keer de vergrotingsfactor

Slide 13 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm
8 x 32 = 72cm²

en dat klopt: 6 x 12 =72cm² 
8cm²              72cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 32 

Slide 14 - Tekstslide

Vergrotingsfactor uitrekenen als je de oppervlakte weet
2cm                         6cm
4cm




12cm
vergrotingsfactor =  72 = 9
                                     8
dat klopt niet! want het was 3..

8cm²              72cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 32 

Slide 15 - Tekstslide

Vergrotingsfactor uitrekenen als je de oppervlakte weet
2cm                         6cm
4cm




12cm
vergrotingsfactor =  72 = 9
                                     8
dat klopt niet! want het was 3..

8cm²              72cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 32 

Slide 16 - Tekstslide

Vergrotingsfactor uitrekenen als je de oppervlakte weet
2cm                         6cm
4cm




12cm




We moeten nog de wortel nemen! DUS:

(872)=3
8cm²              72cm²

Slide 17 - Tekstslide

Vergrotingsfactor uitrekenen als je de oppervlakte weet
2cm                         6cm
4cm




12cm




Wat ook mag:

872=9
8cm²              72cm²
9=3

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de vergrotingsfactor van de oppervlakte?
A
4
B
2

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor ?
A
2
B
0,5

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor ?
beeld

origineel
A
0,25
B
0,5
C
2
D
4

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor ?
A
0,5
B
1
C
2
D
3

Slide 22 - Quizvraag

De vergrotingsfactor is 4. Wat is de oppervlakte van het schilderij in het echt?
oppervlakte = 5 cm2
A
20cm²
B
25cm²
C
80cm²
D
100cm²

Slide 23 - Quizvraag

Voorbeeld
  • De figuur hiernaast heeft een oppervlakte van
    5,4 cm2. De figuur wordt vergroot met vergrotings-
    factor 1,6. Bereken de oppervlakte van de vergroting.
  • Uitwerking:
  • Gebruik: opp. beeld = vergrotingsfactor2 x opp. origineel
  • Dus opp. beeld = 1,62 x 5,4 = 13,824 cm2.

Slide 24 - Tekstslide

Oppervlakte bij vergroten
  • Teken in je schrift een rechthoek ABCD van 1 bij 2 cm. 
  • Teken een rechthoek EFGH waarvan de zijden 2x zo lang zijn als die van rechthoek ABCD
  • Hoe vaak past rechthoek ABCD in rechthoek EFGH
  • Hoe vaak is de oppervlakte vergroot?

Slide 25 - Tekstslide

Oppervlakte bij vergroten
  • Teken een rechthoek KLMN waarvan de zijden 3x zo lang zijn als die van rechthoek ABCD
  • Hoe vaak past rechthoek ABCD in rechthoek KLMN
  • Hoe vaak is de oppervlakte nu vergroot?

Slide 26 - Tekstslide