Onderdeel B gedrag/ leerstoornis EHBO bloedneus etc.

Onderdeel B EHBO/ Ziekteleer
Lesdoelen: Aan het einde van de les weet de leerling:
- Welke Leer en gedragsstoornissen er zijn
- Hoe om te gaan met emoties
- Hoe te handelen bij: 
 Een bloedneus
 Een wespensteek
 Een splinter verwijderen 
 Een vinger tussen de deur 


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Onderdeel B EHBO/ Ziekteleer
Lesdoelen: Aan het einde van de les weet de leerling:
- Welke Leer en gedragsstoornissen er zijn
- Hoe om te gaan met emoties
- Hoe te handelen bij: 
 Een bloedneus
 Een wespensteek
 Een splinter verwijderen 
 Een vinger tussen de deur 


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
Wat gaan we doen:
1. Werkveld basisonderwijs bespreken
2. Verdieping in de doelgroep: leer en gedragsstoornis
3. Ehbo oefeningen: bloedneus, splinter verwijderen en vinger tussen de deur
4. Telefoongesprek oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Het werkveld: de basisschool
Filmpje : Een lesdag uit het leven van een juf


Leeftijd leerlingen: tussen de 4 en 12 jaar
Basisvakken: lezen, schrijven, rekenen, wereldoriëntatie en gymnastiek
Ze leren hoe ze moeten samenwerken, zichzelf presenteren en hoe ze hun eigen talent kunnen ontdekken.
- Leerkracht (HBO)
- Onderwijsassistent (MBO niv. 4) je helpt bij de voorbereiding van de lessen en voert soms onderdelen van het onderwijsprogramma uit. Je begeleidt leerlingen, bent aanwezig bij overleggen. Naast administratieve taken kun je ook verzorgende taken uitvoeren.

Slide 3 - Tekstslide

Oranje school
De Oranjeschool

De Oranjeschool is een van de vier basisscholen in de gemeente Veenrand. Het is een middelgrote school met 155 leerlingen en acht leerkrachten.

In de school zijn ze bezig met het opzetten van passend onderwijs. Dat wil zeggen dat een plan gemaakt wordt voor iedere leerling met een leer- en/of gedragsstoornis. De docenten overleggen veel over de aanpak en omgang met de verschillende leer- en gedragsstoornissen. Het is daarbij belangrijk dat je weet wat elke stoornis inhoudt.

Jij loopt deze week stage bij meester Henk in groep 5. In groep 5 zitten 27 leerlingen: 17 meisjes en 10 jongens. In iedere klas zitten leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ook meester Henk moet zijn aandacht goed verdelen over de leerlingen. Jij gaat hem daarbij ondersteunen!

Slide 4 - Tekstslide

De leerstoornissen:
Dyslexie




Dyscalculie

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden van Gedragsstoornis
ADHD: Attention Deficit Hyperactivity Disorder

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van Gedragsstoornis
PDD-NOS: Pervasive Developmental Disorder – Not Otherwise Specified

Autisme: 



PDD-NOS: Er zijn wel kenmerken van een autisme spectrum stoornis, maar niet voldoende en ook niet ernstig genoeg om aan de criteria voor een diagnose autisme te voldoen.

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten
1. We lezen samen opdracht 2.1 door. (Je eerste stagedag groep 5)
2. Maak opdracht 2 .2 Je eerste stagedag in groep 5
  • Irma: PDD-NOS
  • Joost: Dyslectisch
  • Bram: Dyscalculie
  • Dylan: ADHD
  • Maria: Hoogbegaafd
  • Aleksander: Spreekt nog niet zo goed Nederlands omdat hij nog niet zo lang geleden vanuit Polen naar Nederland is verhuisd.
3. Samen nakijken


Slide 8 - Tekstslide

sociale en communicatieve problemen/ moeite met non-verbale signalen en veranderingen
A
Deze beschrijving hoort bij dyslexie
B
Deze beschrijving hoort bij PDD-NOS
C
Deze beschrijving hoort bij ADD
D
Deze beschrijving hoort bij dyscalculie

Slide 9 - Quizvraag

PDD-NOS
A
gedragsstoornis
B
leerstoornis

Slide 10 - Quizvraag

Om welke stoornis gaat het hier?
David heeft moeite zich te concentreren, hij beweegt veel
A
ADHD
B
Autisme
C
PDD-NOS
D
Dyslexie

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de volgende voorbeelden is een leerstoornis?
A
ADD
B
PDD-NOS
C
ADHD
D
dyscalculie

Slide 12 - Quizvraag

Om welke stoornis gaat het hier?
Linda heeft moeite met klokkijken en rekenen.
A
Dyslexie
B
Dyscalcullie
C
ADHD
D
PDD-NOS

Slide 13 - Quizvraag

Moeite hebben met aandacht en concentratie/ hyperactief/ impulsief
A
Deze beschrijving hoort bij dyslexie
B
Deze beschrijving hoort bij ADHD
C
Deze beschrijving hoort bij ADD
D
Deze beschrijving hoort bij PDD-NOS

Slide 14 - Quizvraag

Help.. een bloedneus, een splinter, een wesp en een vinger tussen de deur!!
Tijdens de pauze kan er van alles gebeuren op het schoolplein.
Jij als juf/ meester of als onderwijsassistent helpt het kind wanneer er iets is gebeurd. Bijvoorbeeld bij een.....
- bloedneus
- een splinter
- wespensteek
- vinger tussen de deur

Slide 15 - Tekstslide

Bloedneus

Hoe ontstaat een bloedneus:
Spontane bloeding
Bloeding door trauma
Bloeding door neuspeuteren

Slide 16 - Tekstslide

Filmpje wat te doen bij een bloedneus 

Slide 17 - Tekstslide

Bloedneus behandelen
1. Ga zitten met zijn hoofd iets voorover(schrijfhouding). 
 2. Een keer voorzichtig snuiten, zodat er geen bloedstolsels meer in de neus zitten. (Niet bij trauma/ ongeluk)
3. Knijp  ongeveer 10 minuten de neus dicht. Dit doe je net onder het neusbeen met duim en wijsvinger. 
4. Herhaal indien niet gestopt is (10 min)
5. Mocht het dan niet gestopt zijn, huisarts bellen

Slide 18 - Tekstslide

Wat te doen bij een splinter?

Slide 19 - Tekstslide

Wat te doen bij een wespensteek

Slide 20 - Tekstslide

Wat te doen bij: een vinger tussen de deur

Wat zie je?
- Letsel doet pijn, vaak gezwollen of verkleurd. Soms zie je een abnormale stand van de vingers of een verwonding aan de huid.
-Het slachtoffer kan de getroffen vinger(s) niet of moeilijk gebruiken.

Wat doe je?

Slide 21 - Tekstslide

Wat te doen bij: een vinger tussen de deur
Wat doe je?
1. Bij een wond, zorg dat je niet in contact komt met bloed of andere lichaamsvloeistoffen van het slachtoffer

2. Was indien mogelijk je handen en doe wegwerphandschoenen aan.

3. Spoel de wond met lauw stromend water van de kraan of ander drinkbaar water. Koel max. 20 min de plaats onder lauw, zacht stromend water of met ijs of een coldpack. (spoelen bij wond/ koelen met coldpack bij alleen kneuzing)
Houd de coldpack niet rechtstreeks tegen de huid. Wikkel het ijs of de coldpack bijv. in een schone thee doek.

4. Droog de omgeving van de wond met een schone doek

5. Dek de wond af

6. Was je handen na het behandelen van de wond


Slide 22 - Tekstslide

Wat te doen bij: een vinger tussen de deur
Wat heb je nodig?
  • Lauw water of een coldpack of een plastic zak met ijsblokjes en water
  • schone theedoek
  • steriel kompres of snelverband
  • kleefpleister
  • schaar

Wanneer naar de huisarts?
  • Bij twijfel over de ernst van het letsel
  • Bij een abnormale stand van de vinger(s) De vinger is dan mogelijk gebroken.

Slide 23 - Tekstslide

Roulatie Praktijk
Groepjes van 2/ 3 oefenen:
- Bloedneus
- Wesp
- Splinter
- Vinger tussen de deur

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hoe handel je bij een bloedneus?
A
Het hoofd naar achter, altijd snuiten en de neus 10 min dichtknijpen
B
Hoofd naar voor direct 112 bellen
C
Hoofd naar voren buigen, 2 keer 10 min dichtknijpen, niet snuiten indien de neus waarschijnlijk gebroken is
D
Hoofd naar voor, 2 keer 10 min dichtknijpen, watten in de neus tegen bloeden.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is er fout?
Als iemand een bloedneus heeft dan...
A
laat je hem zitten in schrijfhouding
B
knijp je zijn neus 10 minuten dicht onder het tussenschot
C
als het bloeden stopt laat je hem zachtjes snuiten
D
moet je hem eerst gerust stellen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is er fout?
Als iemand een bloedneus heeft dan...
A
laat je hem zitten in schrijfhouding
B
knijp je zijn neus 10 minuten dicht onder het tussenschot
C
als het bloeden stopt laat je hem zachtjes snuiten
D
moet je hem eerst gerust stellen

Slide 28 - Quizvraag

Als iemand een bloedneus heeft doordat hij zijn neus heeft gestoten moet hij eerst zijn neus goed snuiten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Wat van onderstaande antwoorden doe je NIET bij een bloedneus?
A
Huisarts bellen als na 2x 10 min nog steeds de neus bloedt
B
10 minuten dichtknijpen
C
Handschoenen aantrekken
D
Hoofd achterover houden

Slide 30 - Quizvraag

Bij een bloedneus kan er maar bloed komen uit één neusgat
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Hoe lang moet iemand zijn neus dichtknijpen bij een bloedneus?
A
2 minuten
B
10 minuten
C
5 minuten
D
7 minuten

Slide 32 - Quizvraag

Waar houd je de neus vast bij het stoppen van een bloedneus?
A
In de neusgaten
B
Bij het neusbeen
C
Bij de neusvleugels
D
Onder het neusbeen

Slide 33 - Quizvraag

Een splinter verwijder je met een
A
Naald
B
Pincet

Slide 34 - Quizvraag

Marian veegt de tafel schoon met
een vaatdoekje. Ze schrikt als ze
een flinke splinter in haar hand
heeft. Wat ga je doen om haar
te helpen?
A
zo snel mogelijk spoelen en met een pincet verwijderen
B
spoelen, splinter laten zitten en huisarts bellen voor advies
C
handschoenen aan, splinter verwijderen met een pincet en dan spoelen

Slide 35 - Quizvraag

Wanneer wordt de Epipen gebruikt?
A
bij levensbedreigende acute allergie
B
bij een speciale toets
C
bij een bedreigende allergie voor noten, wespen- of bijensteek
D
bij een tekort aan vit. B

Slide 36 - Quizvraag

Waarom moet je direct ringen af als je je vinger tussen de deur hebt gehad?
A
Anders gaat de ring kapot
B
Anders kan de vinger afknellen wanneer deze opzwelt

Slide 37 - Quizvraag