Lezen hfst 5 VWO 2

Welkom!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke informatie!
In de toetsweek krijgen jullie de toets over hoofdstuk 5.

Dinsdag 8 juni, VC2A: neem je leesboek naar school om aan je boekverslag te  werken.  22 juni: boekverslag inleveren!
Vrijdag 11 juni V2B: neem je leesboek mee en werk aan je boekverslag
Vrijdag 18 juni lever je je boekverslag in.

Beoordeling:
Onvoldoende=4
Voldoende=6
Goed=8




Slide 2 - Tekstslide

Boekverslag
Boekverslag schrijven eerste jaar

  1. Zakelijke gegevens
  2. Flaptekst 
  3. Eerste zinnen
  4. Samenvatting
  5. Personages
  6. Voorbeeld
  7. Titelverklaring 
  8. Slotzinnen 
  9. Beoordeling











Slide 3 - Tekstslide

Lezen hfst 5
Neem je boek voor je op bladzijde 130.

Tijdens deze les komen de volgende onderwerpen aan de orde:
  • Standaardtaal -  Dialect & streektaal
  • Kritisch lezen - betrouwbaarheid - objectief - subjectief

Slide 4 - Tekstslide

Standaardtaal 
Standaardtaal is een geografisch neutrale variant en wordt daarom ook gebruikt in het openbaar leven (de media, het onderwijs, bestuur,...). 
We noemen de Nederlandse standaardtaal ook wel Algemeen Nederlands of AN

Slide 5 - Tekstslide

Dialecten 
Dialecten zijn regionaal en hebben allemaal aparte kenmerken in zowel uitspraak, woordenschat als zinsbouw. Je gebruikt een dialect vooral in contacten met mensen uit de directe omgeving. Denk aan het Westlands, Twents, Zeeuws en Brabants. De laatste decennia neemt het gebruik en de kennis van puur dialect sterk af.
Officieel erkende streektalen zijn: het Fries en het Limburgs. 
De band: Normaal met 'Oerend hard'
https://youtu.be/4dfMiaFgu30

Slide 6 - Tekstslide

Stel: je spreekt af met teams met goede vrienden en vertelt over het coole project waarmee je gestart bent. 
Op maandag geef je een presentatie aan je ouders of docent over hetzelfde project. Vertel jij je verhaal in beide situaties dan met dezelfde woorden, op dezelfde manier?  

Veel kans dat jij in beide gevallen een andere taalvariëteit gebruikt. Taalvariëteiten zijn 'soorten' Nederlands, zeg maar, die mensen gebruiken of verwacht worden te gebruiken in een bepaalde situatie.

Slide 7 - Tekstslide

Leesstrategieën
Strategie                                               Leesdoel                                                 
- Zoekend lezen                                 Informatie opzoeken
- Oriënterend lezen                         1e indruk krijgen van een tekst
- Globaal lezen                                   Hoofdzaken uit tekst halen
- Grondig en intensief lezen       Tekst helemaal begrijpen
- Studerend lezen                            Tekst leren
- Kritisch lezen                                  Tekst beoordelen;waar/compleet

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn woorden die in jouw
streektaal/dialect speciaal voorkomen?

Slide 9 - Woordweb

Leesstrategie: Kritisch lezen
 Leesstrategieën/leesmanieren: 
a. Oriënterend lezen 
b. Globaal lezen 
b. Globaal lezen 
c. Zoekend lezen 
d. Intensief lezen 
e. Kritisch lezen 
f. Genietend lezen
Kritisch lezen:
Als je een tekst kritisch leest, 
dan wil dat zeggen dat je je 
een oordeel vormt over de tekst. 
Je gaat na of de feiten in de tekst kloppen en correct zijn. Soms ga je hiervoor extra informatie opzoeken op het internet of in andere teksten.  
Je kan ook beelden kritisch bekijken: reclameboodschappen, bijvoorbeeld. 

Slide 10 - Tekstslide



Via televisie, radio, kranten, tijdschriften en vooral internet kun je snel en makkelijk informatie vinden. Maar die is niet altijd betrouwbaar
Soms klopt de informatie niet, doordat de auteur niet deskundig genoeg is. Ook kan de informatie in een tekst verouderd zijn. Zo is een artikel van vijf jaar geleden over elektrische auto’s inmiddels al lang ingehaald door nieuwe ontwikkelingen. 

Verder kan het voorkomen dat een tekst niet objectief is of dat er informatie wordt weggelaten, omdat de auteur daar belang bij heeft. Denk aan artikelen in roddelbladen of reclamefolders. In een advertentie voor ijsjes staat bijvoorbeeld ‘als beste getest’, maar er wordt niet vermeld dat aan de test maar een paar mensen meededen en dat het verschil met andere ijsjes minimaal was.

Objectief
Objectiviteit zijn feiten, zij staan los van een mening en zijn dus ook onpartijdig. Dingen die je in school leert zoals formules zijn objectief.

Slide 11 - Tekstslide

Geloof niet alles wat je leest!

Kritisch lezen is in deze tijd, waarin we overspoeld worden met informatie, een ontzettend belangrijke vaardigheid. Door kritisch te kijken naar beweringen van anderen, loop je minder het gevaar gemanipuleerd te worden. Ook helpt het je beslissingen te nemen op basis van feiten en niet op zaken die gewoonweg niet waar zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Coronavirus

Slide 13 - Tekstslide

Waarom maken mensen nepnieuws?

In Nederland wordt vooral nepnieuws verspreid om geld te verdienen. Hoe meer mensen op een artikel klikken, hoe meer geld de makers krijgen vanwege de getoonde advertenties. 
En een pakkende, sensationele kop levert vaak veel ‘clicks’ op. En dus veel geld. Ook maken mensen bewust nepnieuws om meningen te beïnvloeden, bijvoorbeeld in de aanloop naar verkiezingen.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom geloven we nepnieuws?

Door de vluchtigheid van sociale media is het niet altijd gemakkelijk om kritisch te kijken naar informatie. Als we een bericht zien hebben we daar gelijk onbewust een oordeel over. We zien gelijk of het interessant is. En ook oordelen we snel of iets waar is of niet.

Slide 15 - Tekstslide

Fake news = Nepnieuws
Vooral nu we midden in de coronacrisis zitten is het heel belangrijk om kritisch te kunnen lezen. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik heb de afgelopen week ontzettend veel 'fake news' voorbij zien komen over het virus. Door alles zomaar te geloven, 
nemen mensen misschien beslissingen 
waarmee ze zichzelf of anderen in gevaar 
brengen. 
Ook kan er onnodige paniek ontstaan.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hopelijk begrijp je nu hoe belangrijk het is om kritsch te lezen. Laat je niet van alles wijsmaken!

Slide 18 - Tekstslide

Startopdracht
en
Opdracht 1:
Lezen tekst 1 en 2
Maak de opdrachten

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!


Maak opdracht 2  op blz. 133 en 134.
En
opdracht 4 maken op bladzijde 136

Slide 20 - Tekstslide