5V Beco FinZelf H7 herhaling 2

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 optie = 100 aandelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De koers van een aandeel ASML is € 43,40. Een call optie met een uitoefenprijs van € 46,20 heeft een optiepremie van € 1,80. Bereken de winst per optie als de koers van het aandeel ASML gestegen is naar € 49,40.
A
€ 140
B
€ 320
C
€ 420
D
€ 600

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toelichting:
 winst per optie = (49,40 – 46,20 – 1,80) × 100 = 140

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jan koopt 4 call opties Philips met een uitoefenprijs van € 26,80. De optiepremie is € 1,50. De beurskoers van een aandeel Philips is op dat moment € 24,20. Drie maanden later, op het einde van de looptijd van de call optie, is de beurskoers van een aandeel Philips € 26,20. Hoe groot is het verlies van Jan met deze transactie?
A
€ 320
B
€ 440
C
€ 600
D
€ 840

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toelichting:
Jan kan niet meer verliezen dan het geld dat hij heeft gestoken in het kopen van de opties en dat is € 1,50 × 400 = € 600.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De koers van een aandeel Fugro is € 32,40. Helga koopt 10 put opties Fugro met een uitoefenprijs van € 31,80. De optiepremie is € 0,90. Twee maanden later is de koers van een aandeel Fugro gezakt naar € 29,60. Bereken de winst als Helga nu gebruik maakt van haar uitoefenrecht.
A
€ 1.100
B
€ 1.300
C
€ 1.900
D
€ 2.200

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toelichting:
 (31,80 – 29,60 – 0,90) × 1.000 = € 1.300

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het rendement is de winst, die op de optie wordt behaald vergeleken met de investering in de optie

             winst optie
rendement = ---------------------- x 100%
              aankoopprijs optie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lisa verwacht dat de koers van het aandeel Aegon, nu € 42,50, in de toekomst gaat dalen. Zij koopt daarom 10 put opties met een uitoefenprijs van € 40,50. De optiepremie is € 1,50. Na 6 maanden noteert het aandeel Aegon € 37,20. Bereken het rendement dat Lisa heeft behaald met deze aankoop.
A
33,30%
B
96,40%
C
120%
D
253%

Slide 14 - Quizvraag

1,50 x 1000 = 1500 aankoopprijs
 1.000 x (40,50 - 37,20 - 1,50) = 1.800. winst
1.800/1.500 x 100% = 120%.

Het antwoord is C: 120%
1,50 x 1000 = 1500 aankoopprijs

 1.000 x (40,50 - 37,20 - 1,50 ) = 1800 winst

1.800/1.500 x 100% = 120%.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Guus koopt drie call opties omdat hij verwacht dat de koers van het aandeel Fugro gaat stijgen. Een aandeel Fugro heeft nu een beurskoers van € 4,75. De uitoefenprijs is € 4,90. Na 3 maanden is de koers van het aandeel Fugro gestegen naar € 6,15. De optiepremie is € 0,40. Bereken het rendement dat Guus met het kopen van die call opties heeft behaald. Het rendement is de winst gedeeld door de investering x 100%.
A
212,50%
B
750,00%
C
937,50%
D
1005%

Slide 16 - Quizvraag

0,40 x 300 = 120 aankoopprijs
 300 x (6,15 - 4,90 - 0,40) = 255. winst
255/120 x 100% = 212,50%.

Het antwoord is A: 2,125
 Toelichting:
0,40 x 300 = 120 aankoopprijs
 300 x (6,15 - 4,90)  = 375 opbrengst
375 - 120 = 255 winst
255/120 x 100% = 212,50%.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opties kunnen ook worden gebruikt om de risico's van aandelen in te perken. 
Stel je belegt € 10.000,- in aandelen, maar hebt dit geld binnenkort wel weer nodig voor een uitgave.
Je hoopt dat de waarde van de aandelen in de tussentijd stijgt, maar ziet ook het risico dat de waarde van de aandelen daalt en je op het moment van verkoop een groot verlies hebt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel je koopt 200 aandelen KS BV voor € 50,-, dus 
in totaal € 10.000,-
Stel dat de waarde na 1 maand € 55,- is. 
De winst is dan 200 x ( 55 - 50 ) = € 1.000,-

Stel dat de waarde na 1 maand € 45,- is.
Het verlies is dan 200 x ( 50 - 45 ) = € 1.000,-


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel je koopt 200 aandelen KS BV voor € 50,-, dus in totaal 
€ 10.000,-. En je koopt er 2 put opties bij met een uitoefenprijs van € 49,- voor een optiepremie van € 0,75

Stel dat de waarde na 1 maand € 55,- is. 
De winst is dan 200 x ( 55 - 50 ) - 200 x 0,75 = € 850,-



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel je koopt 200 aandelen KS BV voor € 50,-, dus in totaal 
€ 10.000,-. En je koopt er 2 put opties bij met een uitoefenprijs van € 49,- voor een optiepremie van € 0,75

Stel dat de waarde na 1 maand € 45,- is.
Het verlies is dan 200 x ( 50 - 49 ) - 200 x 0,75 = € 350,-


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een belegger koopt 200 aandelen tegen een beurskoers van € 43,80 en twee put opties op datzelfde aandeel met een uitoefenprijs van € 42,00 en een optiepremie van € 0,70. Hoeveel bedraagt het maximale verlies per aandeel dat de belegger op deze positie kan lijden?
A
€ 1,80
B
€ 2,50
C
€ 0,70
D
€ 3,60

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toelichting:
De opbrengst van het aandeel bedraagt minimaal € 42. Voor het aandeel heeft de belegger € 43,80 betaalt en voor de optiepremie € 0,70. Totale kosten 43,80 + 0,70 = € 44,50. Het verschil tussen 44,50 en 42 = € 2,50 is het maximale verlies.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij het schrijven van een put optie is het risico minder groot dan bij het schrijven van een call optie
A
De bewering is juist
B
De bewering is onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Het risico bij een put optie is gelijk aan de uitoefenprijs (als het aandeel waardeloos is geworden. Het risico bij het schrijven van een call optie is theoretisch oneindig groot. Het risico is gelijk aan het verschil tussen de uitoefenprijs en beurskoers van dat aandeel. Als de beurskoers heel sterk gestegen is, kan dat de schrijver heel veel gaan kosten.
 A: De bewering is juist
Het risico bij een put optie is gelijk aan de uitoefenprijs (als het aandeel waardeloos is geworden. Het risico bij het schrijven van een call optie is theoretisch oneindig groot. Het risico is gelijk aan het verschil tussen de uitoefenprijs en beurskoers van dat aandeel. Als de beurskoers heel sterk gestegen is, kan dat de schrijver heel veel gaan kosten.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hw.
CSE VWO BECON 2022 1e TV opgave 3

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies