3c

Sociale wetten en kiesrecht
Staatsinrichting van Nederland
Boek/ CB/ pen op tafel
Startopdracht
Lees vluchtig §1.3 door.

(1e en laatste zin alinea's + bronnen)
Tas op de grond
Jas uit
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Sociale wetten en kiesrecht
Staatsinrichting van Nederland
Boek/ CB/ pen op tafel
Startopdracht
Lees vluchtig §1.3 door.

(1e en laatste zin alinea's + bronnen)
Tas op de grond
Jas uit

Slide 1 - Tekstslide

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
A
Nieuwe wetten
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe sociale wetten werden ingevoerd en hoe het kiesrecht werd uitgebreid.
Begrippen:
caoutchouc-artikel
B
Rechten voor vrouwen
Leerdoel:
Je kan uitleggen waarvoor feministen streden tijdens de eerste feministische golf.
Begrippen:
feminisme
eerste feministische golf
vrouwenkiesrecht
C
Algemeen kiesrecht
Leerdoel:
Je kan uitleggen door welke veranderingen in 1917 en 1919 Nederland een echte democratie werd.
Begrippen:
pacificatie van 1917
evenredige vertegenwoordiging
parlementaire democratie
financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs

Slide 2 - Tekstslide

Nederland werd in 1813 een constitutionele monarchie: een koninkrijk met een grondwet.
De ministers luisterden naar de koning, het parlement had weinig te zeggen.
Kortom: De koning had veel macht.

In 1848 kwam er een nieuwe grondwet, geschreven door Thorbecke. De koning had bijna geen macht meer:
 
De koning werd onschendbaar en er kwam ministeriële verantwoordelijkheid
Nederland werd een parlementaire democratie
Het werd pas duidelijk dat de koning geen macht meer had door de Luxemburgse kwestie

Herhaling
Verzin 4 vragen voor je klasgenoot
Noteer alleen de vragen in je schrift

Slide 3 - Tekstslide

Je mocht in Nederland alleen stemmen als je rijk genoeg was. Dit noemen we het censuskiesrecht.
Vrouwen mochten sowieso niet stemmen.
De liberalen hadden de macht in het parlement. De socialisten wilden dit anders.
Zij wilden algemeen kiesrecht

De opkomst van de industriële revolutie zorgde voor veranderingen in de maatschappij: verstedelijking en de sociale kwestie. Voorbeelden zijn lage lonen, massale werkloosheid, kinderarbeid en slechte woon- en werkomstandigheden. Er waren nog maar weinig sociale wetten die de armen konden helpen.

Een belangrijk conflict tussen liberalen, socialisten en confessionelen was de schoolstrijd

De burgers willen in de tweede helft van de 19e eeuw meer gelijke rechten. Dit noem je emancipatie. Om dit voor elkaar te krijgen gaan burgers samenwerken. Hierdoor raakt de samenleving verdeeld in groepen: de verzuiling.
Herhaling
Verzin 4 vragen voor je klasgenoot
Noteer alleen de vragen in je schrift

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling
Stroming
Partijnaam
Personen
Opgericht
Protestanten
Antirevolutionaire partij (ARP)
Abraham Kuypers
1879
Liberalen
Liberale Unie
nvt
1885
Socialisten
(sociaal-democraten)
 Sociaal-democratische arbeiderspartij (SDAP)
Pieter Jelles Troelstra
1894
Rooms-Katholieken
Rooms-Katholieke Staatspartij
(RKSP)
Herman Schaepman
1926
Verzin 2 vragen voor je klasgenoot
Noteer alleen de vragen in je schrift

Slide 5 - Tekstslide

Denken, delen en uitwisselen
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(1 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(1 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(2 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Aantekeningen maken
Stap 1: Zelfstandig lezen van leertekst 3c in stilte oplossen
(3 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken leerdoelen beantwoorden (3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken
Pak je leerdoelen document erbij. Geef antwoord op de volgende vragen. 
Wat wordt er bedoeld met pacificatie?
Welke drie veranderingen stonden er in de grondwet van 1917, ook wel de pacificatie van 1917 genoemd?
Waardoor werd Nederland een echte democratie?
Wat is het verschil tussen passief en actief kiesrecht


Slide 9 - Tekstslide

1917:
  • liberalen, socialisten, confessionelen besloten om voor elkaars wensen te stemmen. Deel liberalen en socialisten wilden algemeen kiesrecht, confessionelen wilden gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs
  • Dit wordt de pacificatie van 1917 genoemd (pacificatie betekent vrede)
Leerdoel:
Je kan uitleggen door welke veranderingen in 1917 en 1919 Nederland een echte democratie werd.
Begrippen:
pacificatie van 1917
evenredige vertegenwoordiging
parlementaire democratie
financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs

§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 10 - Tekstslide

Algemeen mannenkiesrecht
Alle mannen die ouder waren dan 23 jaar mochten stemmen.
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht
Financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs
  • Overheid betaald nu ook het bijzonder onderwijs. 
  • Einde schoolstrijd

Slide 11 - Tekstslide

Evenredige vertegenwoordiging
  • Districtenstelsel wordt vervangen door stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
  • Aantal procent stemmen = aantal procent zetels in de kamer
  • Nu konden kleine partijen ook een zetel krijgen. Dit heeft als nadeel dat samenwerken soms erg lastig is. 
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 12 - Tekstslide

1917: vrouwen passief kiesrecht. Vrouwen waren wel verkiesbaar, maar mochten niet stemmen.

1919: actief kiesrecht voor vrouwen

Vanaf dit moment is Nederland een parlementaire democratie
§1.3
Sociale wetten en kiesrecht
C
DeBoze burgers
Algemeen kiesrecht

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Afmaken van paragraaf 3 opdracht 1 tm 15
Klaar oefenboek

Slide 14 - Tekstslide

Afronding
Examenvragen

Slide 15 - Tekstslide

Examenopdrachten bespreken

Slide 16 - Tekstslide

Examenopdrachten bespreken

Slide 17 - Tekstslide

Examenopdrachten bespreken

Slide 18 - Tekstslide

Examenopdrachten bespreken

Slide 19 - Tekstslide

Aan het einde van de 19e eeuw werden er sociale wetten ingevoerd:
Kinderwetje van Van Houten, Ongevallenwet, Woningwet.
Het caoutchouc-artikel zorgde ervoor dat steeds meer mannen kiesrecht kregen.

Feministen strijden voor gelijke rechten en kansen.
Tijdens de Eerste Feministische Golf streden Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs voor o.a. vrouwenkiesrecht.

De pacificatie van 1917 zorgde voor een aantal veranderingen van de grondwet: 
  • De financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs
  • Algemeen mannenkiesrecht
  • Evenredige vertegenwoordiging
Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide