Uitbarstingen van vulkanen

Uitbarstingen van vulkanen

Leerdoel

Aan het einde van deze les kunnen leerlingen beschrijven wat een vulkaanuitbarsting is, hoe het wordt veroorzaakt en welke effecten het kan hebben.

Leg het leerdoel uit aan de leerlingen en benadruk dat ze aan het einde van de les moeten kunnen beschrijven wat een vulkaanuitbarsting is, hoe het wordt veroorzaakt en welke effecten het kan hebben.

Wat weet jij al over vulkaanuitbarstingen?

Wat is een vulkaan?

Een vulkaan is een opening in de aardkorst waar magma, as en gassen uit kunnen komen.

Toon een afbeelding van een vulkaan en vraag de leerlingen om te beschrijven wat ze zien. Leg vervolgens uit wat een vulkaan is en wat eruit kan komen.

Hoe ontstaat een vulkaanuitbarsting?

Een vulkaanuitbarsting ontstaat wanneer magma, gas en as uit de vulkaan worden gestoten.

Leg uit wat er gebeurt tijdens een vulkaanuitbarsting en hoe het wordt veroorzaakt.

Soorten vulkaanuitbarstingen

Er zijn twee soorten vulkaanuitbarstingen: explosief en effusief.

Vertel de leerlingen over de twee soorten vulkaanuitbarstingen en leg het verschil tussen beide uit.

Gevolgen van een vulkaanuitbarsting

Een vulkaanuitbarsting kan leiden tot asregen, pyroclastische stromen, lahars, giftige gassen en luchtvervuiling.

Beschrijf de verschillende gevolgen van een vulkaanuitbarsting en toon afbeeldingen of video's om het visueel te maken.

Bekende vulkaanuitbarstingen

Voorbeelden van bekende vulkaanuitbarstingen zijn de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Christus, de uitbarsting van de Krakatau in 1883 en de uitbarsting van de Eyjafjallajökull in 2010.

Laat de leerlingen afbeeldingen of video's van deze vulkaanuitbarstingen zien en vraag hen om te beschrijven wat ze zien.

Filmpjes

Bekijk de volgende filmpjes over vulkaanuitbarstingen en beantwoord de vragen die erna komen.

Laat de leerlingen de filmpjes bekijken en stel daarna vragen om hun begrip te testen.

Formatieve evaluatie

Beantwoord de volgende meerkeuzevragen om te testen wat je hebt geleerd over vulkaanuitbarstingen.

Gebruik een online tool om een quiz te maken met meerkeuzevragen over de lesstof. Bespreek de antwoorden met de leerlingen om eventuele misvattingen te corrigeren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.