Hfst 1 - Par 2 - Onvrede in de Nederlanden

Tekst
Hoofdstuk 1, par 2.
Onvrede in de Nederlanden
Bladzijde 25
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tekst
Hoofdstuk 1, par 2.
Onvrede in de Nederlanden
Bladzijde 25

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag?
  • Terugblik
  • Aantekening aanvullen
  • Leerdoel
  • Instructie
  • Aan de slag!
  • Afsluitende opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Op de volgende dia staat een korte samenvatting van de vorige les. Hierbij zijn een aantal begrippen en termen er uit gelaten. Vul de missende begrippen in. Noteer in je schrift 1 t/m 10.  

Slide 3 - Tekstslide

Een ieder die destijds de leer van de kerk niet accepteerde zoals hij was werd bestempeld als (1).... en daarna op de brandstapel gegooid. Om deze godslasteraars te bestraffen richtte de paus de kerkelijke rechtbank op genaamd (2) ... . Er kwam groeiende kritiek op de kerk in de 16e eeuw. De Duitse monnik Maarten Luther en Johannes Calvijn waren fel tegen de handel in (3)... . Deze hadden de kerk erg rijk gemaakt.
Luther wilde de kerk veranderen. We noemen hem daarom een (4) .... . 
De kerk was woest op deze kritiek en zette zowel Luther, maar ook Calvijn uit de kerk. De kerk viel uiteen in twee stromingen, de (5) ... en de (6) ... . De aanhangers van Luther vallen binnen de stroming van (5).. en noemen wij (7) ... . Aanhangers van Calvijn heten (8)... . Het ontstaan van deze kerken noemen we de (9) ... of (10)... . 

Slide 4 - Tekstslide

Aantekening aanvullen

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
1: Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen,
2: Je kunt drie redenen benoemen waarom de bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
3: Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was. 

Slide 6 - Tekstslide

Karel V streefde naar een centraal bestuur
Zijn enorme rijk, waar ook Nederland onder viel was enorm

Slide 7 - Tekstslide

De Nederlanden (Nederland, België, Luxemburg) opgedeeld in zeventien gewesten. Elk gewest had eigen munten, regels en bestuurders. Degene die voor orde en rust moesten zorgen en de koning hielp met besturen was de stadhouder. Het was daarom voor Karel lastig om zijn rijk te besturen met al die regels. 

Slide 8 - Tekstslide

Willem van Oranje was ook stadhouder. 

Slide 9 - Tekstslide

Het proces waarbij Karel (of een ander vorst) streeft naar een centraal bestuur noemen we centralisatie.
Hij wilde voor elk gewest dezelfde munten, regels en vaste belastingen.

1555: Zoon van Karel, Filips II volgt zijn vader op. Filips II bestuurde zijn rijk vanuit Spanje.

Slide 10 - Tekstslide

Filips II stelde een plaatsvervanger aan in de Nederlanden. Een Landvoogd. 

Dit was in de Nederlanden zijn halfzus, Margaretha van Parma. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees paragraaf 2 van hoofdstuk 1 op blz 27 - 28
Maak daarbij opdracht 1 t/m 8.
Klaar?
Werk verder aan 9 t/m13.
Klaar?
Bespreek met jezelf de doelen
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Afsluitende opdracht
De gewesten waren het niet eens met het centraal bestuur van Karel V en Filips II. Gewesten wilde hun eigen regels, munten en bestuur behouden.

Straks krijg je een aantal maatregelen te zien. Bedenk voor jezelf of de gewesten voor of tegen de maatregel waren. 

Slide 13 - Tekstslide

Maatregel I
Filips II stelt een landvoogd in op hem te helpen bij het bestuur.

Waren de gewesten voor of tegen deze maatregel? 

Slide 14 - Tekstslide

Maatregel II
Het gewest Utrecht laat een nieuwe munt slaan. 

Waren de gewesten voor of tegen deze maatregel?

Slide 15 - Tekstslide

Maatregel III
Filips II zorgt er voor dat de inquisitie protestanten kan vervolgen in de Nederlanden

Slide 16 - Tekstslide

Tekst
Hoofdstuk 1, par 2.
Onvrede in de Nederlanden
Bladzijde 25

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag?
  • Terugblik
  • Leerdoel
  • Instructie
  • Aan de slag!
  • Afsluitende opdracht

Slide 18 - Tekstslide

Terugblik
Hoe zag de bestuurlijke situatie van de Nederlanden er uit rond 1520? 


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een calvinist? 

Iemand die het calvinisme aan hangt. 

Wat is het calvinisme? 

Slide 21 - Tekstslide

Bron 1:

Slide 22 - Tekstslide

De beeldenstorm
De vervolging werden tijdelijk gestaakt. Hierdoor ontstonden er hagenpreken

In 1566 tijdens een hagenpreek maakt een prediker zich kwaad om de beelden. ''Sloop ze uit de kerk!''
Bron 2: Een hagenpreek. Een protestantse bijeenkomst in de openlucht

Slide 23 - Tekstslide

Verzet en de beeldenstorm
Nederlandse edelen die de gewesten bestuurden waren ontevreden over de Spaanse koning:
  1. Zij wilde geen centraal bestuur in tegenstelling tot de koning. Zij moesten namelijk gehoorzamen aan Filips zijn ambtenaren
  2. Zij wilde geen vaste belastingen betalen. Dit kostte veel geld en zouden de edelen hun macht verliezen.
  3. De koning van streng katholiek en vond het protestant geloof verkeerd en liet deze ketters vervolgen. De Nederlanden waren veelal protestants. Om precies te zijn calvinistisch. Deze calvinisten werden vervolgd. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Aan de slag!
Lees paragraaf 2 van hoofdstuk 1 op blz 27 - 28
Maak daarbij opdracht 1 t/m 8.
Klaar?
Werk verder aan 9 t/m13.
Klaar?
Bespreek met jezelf de doelen
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Conclusie
Stel, je zou het uitbreken van de opstand aan iemand moeten uitleggen die er niets van af weet? Hoe zou jij dit doen?

Schrijf in een lopend verhaal op:
-Hoe de Nederlanden bestuurd werden
-Waar de Nederlanden ontevreden mee waren
-Waarom de opstand uitbrak


Slide 27 - Tekstslide