H 8.1 Eenheden

Wat gaan we deze les doen?


- Grootheden (Quiz)
- Eenheden (Quiz)
- Doelen
- Theorie
- Volgende week toets H 8
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?


- Grootheden (Quiz)
- Eenheden (Quiz)
- Doelen
- Theorie
- Volgende week toets H 8

Slide 1 - Tekstslide

2,3 x 10 =
A
0,023
B
0,23
C
2,3
D
23

Slide 2 - Quizvraag

4,56 x 100 =
A
0,456
B
4,56
C
45,6
D
456

Slide 3 - Quizvraag

2,3 x 1000 =
A
23
B
230
C
2 300
D
23 000

Slide 4 - Quizvraag

2,3 x 1000 =
A
23
B
230
C
2 300
D
23 000

Slide 5 - Quizvraag

4,56 : 10 =
A
0,456
B
4,56
C
45,6
D
456

Slide 6 - Quizvraag

20,6 : 100 =
A
20,6
B
2,06
C
0,206
D
0,0206

Slide 7 - Quizvraag

210 : 1000 =
A
21,0
B
0,210
C
210
D
210 000

Slide 8 - Quizvraag

Een brugklasser weegt ongeveer ... kg?
A
9
B
42
C
120
D
200

Slide 9 - Quizvraag

In een beker kan ongeveer ... ml thee.
A
9
B
42
C
120
D
200

Slide 10 - Quizvraag

Een auto op de snelweg rijdt ongeveer ... kilometer per uur.
A
9
B
42
C
120
D
200

Slide 11 - Quizvraag

Een huis is ongeveer ... meter hoog.
A
9
B
42
C
120
D
200

Slide 12 - Quizvraag

2,5 uren = ... minuten
A
250
B
150
C
2,5
D
180

Slide 13 - Quizvraag

1,5 dag = ... uren
A
12
B
24
C
36
D
48

Slide 14 - Quizvraag

20 weken = ... dagen
A
7
B
21
C
91
D
140

Slide 15 - Quizvraag

Gijs en Daniël zijn tweelingbroers.
Gijs zegt dat hij 1,63 m lang is.
Daniël zegt dat hij 163 cm lang is.
Wie is het grootst?
A
Gijs
B
Daniël
C
Geen van beide
D
Ze zijn evenlang

Slide 16 - Quizvraag

Doelen van deze les
Ik weet wat eenheden zijn. 
Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 
Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000 - hecto = 100 - deca = 10 - deci = 0,1 - centi = 0,01 - milli = 0,001. 
Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 
Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Slide 17 - Tekstslide

Eenheden 
Eenheden
kg, g 
km, m, cm, mm
l, ml
km/uur, m/s


Grootheden
gewicht
lengte
oppervlakte
inhoud
snelheid

Slide 18 - Tekstslide

Afkortingen 
kilometer = km                                 liter = l
meter = m                                       milliliter = ml
centimeter = cm
milimeter = mm                       kilometer per uur = km/uur
                                            meter per seconde = m/s
kilogram = kg
gram = g

 









aantal
240









aantal







Slide 19 - Tekstslide

Vul op de juiste plaats in:
Vul in: cm, ℃, ml, g, minuten

a. Neem 400 ... koolvisfilet.
b. Neem 4 stukken aluminiumfolie van 50 ... lang.
c. Gebruik 20 ... zonnebloemolie.
d. Zet de oven op 200 ...
e. Maak de vispakketjes in 30 ... klaar.
 









aantal
240









aantal







Slide 20 - Tekstslide

Waarde van de woorden 

 









aantal
240









aantal







kilo            = duizend              = 1000
hecto         = hecto                 = 100
deca          = tien                   = 10
deci           = een tiende          = 0,1
centi          = een honderste     = 0,01
milli           = duizendste          = 0,001

Slide 21 - Tekstslide

Schijf op en reken uit.

a. Hoeveel liter is een hectoliter?
b. Hoeveel meter is een centimeter?
c. Hoeveel gram is een milligram?
 









aantal
240









aantal







Slide 22 - Tekstslide

Doelen van deze les
Ik weet wat eenheden zijn. 
Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 
Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000 - hecto = 100 - deca = 10 - deci = 0,1 - centi = 0, 01 - milli = 0,001. 
Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 
Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Slide 23 - Tekstslide