2 vwo - chapitre 3 - bron D

PROGRAMME
  • Absentie

  • Registreren in lessonup!
  • Tekst bron E
  • Quizlet
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PROGRAMME
  • Absentie

  • Registreren in lessonup!
  • Tekst bron E
  • Quizlet

Slide 1 - Tekstslide

Est-ce que tu connais Stromae?
(ja, dat is een Belgische zanger)

Slide 2 - Open vraag

Tu as déjà vu un concert de Stromae? (ja, het was geweldig!)

Slide 3 - Open vraag

Comment trouves-tu la voix de Stromae? (dol op zijn stem)

Slide 4 - Open vraag

Elle vient d'où? (française - algérienne)

Slide 5 - Open vraag

Bron C: L'imparfait
De verleden tijd - TB bladzijde 42 

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je nog over de ''imparfait''?

Slide 7 - Woordweb

présent - imparfait
ik heb - ik had
ik ben - ik was
ik ga - ik ging
ik loop - ik liep
ik werk - ik werkte
ik eet - ik at
ik praat - ik praatte

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.

stap 2
Haal -ons van het ww af

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter
-ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient

Slide 9 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord ''donner'' in de imparfait!
je - tu - il/elle/on - nous - vous - ils/elles

Slide 10 - Open vraag

Zet in de imparfait:
C'est superbe!

Slide 11 - Open vraag

Zet in de imparfait:
Il y a beaucoup de fans.

Slide 12 - Open vraag

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.

stap 2
Haal -ons van het ww af

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter
-ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient
Présent

je cherche
tu cherches
il/elle cherche
on cherche
nous cherchons
vous cherchez
ils/elles cherchent

Passé composé

j'ai cherché
tu as cherché
il/elle a cherché
on a cherché
nous avons cherché
vous avez cherché
ils/elles ont cherché
Imparfait

je cherchais
tu cherchais
il/elle cherchait
on cherchait
nous cherchions
vous cherchiez
ils/elles cherchaient

DE WERKWOORDSTIJDEN

Slide 13 - Tekstslide


ik praatte
jij praatte
hij/zij/wij praatte(n)
wij praatten
jullie praatten
zij praatten

Je parlais
Tu parlais
Il/ elle/ on parlait
Nous parlions
Vous parliez
Ils/ elles parlaient

Slide 14 - Tekstslide

ATTENTION!
Het werkwoord être is een uitzondering

De stam is: ét-

Ik was = j'étais
jij was = tu étais
jullie waren = vous étiez

Slide 15 - Tekstslide

Il y a
Il y a = er is/zijn

Il y a une soirée de hip-hop aujourd'hui!
Er is een hiphop avond vandaag!

Il y avait une soirée de hip-hop 
hier!
Er was een hiphop avond gisteren!
C'est = het is/dat is

C'est formidable!
Het is geweldig!

C'était formidable!
Het was geweldig!

Slide 16 - Tekstslide

Combineer de personen met de juiste uitgangen van de imparfait.
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
il/elle/on
Nous
Vous
Ils / elles

Slide 17 - Sleepvraag

Vervoeg:

J' (habiter)
A
habite
B
habitais
C
habitait
D
habiterais

Slide 18 - Quizvraag

Vervoeg:

Tu (adorer)
A
adorais
B
adorait
C
adoraient
D
adoriez

Slide 19 - Quizvraag

Vervoeg:

Nous (chercher)
A
cherche
B
cherchons
C
cherchait
D
cherchions

Slide 20 - Quizvraag

Zet in de imparfait

Tu (gagner)
A
tu gagnait
B
tu gagne
C
tu gagniez
D
tu gagnais

Slide 21 - Quizvraag

Zet in de imparfait

ils (faire)
A
ils faisait
B
ils faisais
C
ils faisaient
D
ils fairaient

Slide 22 - Quizvraag

Hoe zeg je:

Wij praatten
A
Nous parlons
B
vous parlez
C
nous parlions
D
vous parliez

Slide 23 - Quizvraag

AU TRAVAIL
Maken: Bron D opdracht 16d, 18 op blz. 106-107
Leren: voor het SO vrijdag!

Maak een foto en stuur je opdrachten naar mij via MS teams!
Oefenen op quizlet!

Slide 24 - Tekstslide