H7.4 Veerkracht

een kracht herken je aan.....
A
verandering van vorm
B
verandering van beweging
C
verandering van richting
D
alle drie zijn goed
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

een kracht herken je aan.....
A
verandering van vorm
B
verandering van beweging
C
verandering van richting
D
alle drie zijn goed

Slide 1 - Quizvraag

krachtenschaal 1 cm = 50 N
de krachtenpijl is 5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
50 N
B
250 N
C
125 N
D
75 N

Slide 2 - Quizvraag

Het gewicht van een blikje met soep is 500 gram. Hoeveel Newton is de zwaartekracht op dit blikje?
A
500 N
B
50 N
C
5 N
D
0,5 N

Slide 3 - Quizvraag

Een auto weegt 990 kg. Wat is de zwaartekracht in N?
A
990 N
B
9900 N
C
9990 N
D
99 N

Slide 4 - Quizvraag

Op de maan is de zwaartekracht 6 keer kleiner dan op de aarde. Een astronaut weegt 60 kg op de aarde. Wat geeft de weegschaal aan op de maan?
A
60kg
B
10 kg
C
6 kg
D
360 kg

Slide 5 - Quizvraag

H7.4 Veerkracht
Leerdoel:
Ik kan de grootte van de veerkracht berekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Veerkracht
Als je een veer uitrekt, dan moet je kracht er op uitoefenen.
De kracht die de veer geeft heet de veerkracht .

Je kan een veer uitrekken met bijvoorbeeld spierkracht of de zwaartekracht.

Slide 7 - Tekstslide

Berekenen
De uitrekking is recht evenredig met de kracht.
Hiermee wordt bedoeld:
Als je een veer 1 cm uitrekt en daar heb je bijvoorbeeld 2 N voor nodig, dan heb je 4 N nodig aan kracht om de veer 2 cm uit te rekken. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld:

  • Anne trekt met een kracht van 4,5 N aan een veer.
  • De veer rekt 3 cm uit. Bereken de kracht als de veer 1 cm uitrekt.
  • Gegeven: Fspier = 4,5 N en uitrekking =3 cm
  • Gevraagd: de kracht als de veer 1 cm uitrekt.
  • Bereken:                                                   van 3 cm naar 1 cm = :3
  •                                                                       dan ook 4,5 N :3 = 1,5 N

  • Antwoord: 1,5 N is de kracht om de veer 1 cm uit te rekken
4,5 N
3 cm
1 cm

Slide 9 - Tekstslide

Nog een voorbeeld
  • Anne heeft een veer en om die 1 cm uit te rekken is 7N nodig.
  • Zij rekt de veer 3 cm uit. Bereken de kracht die Anne moet zetten.
  • Gegeven: Fspier = 7 N en uitrekking =1 cm
  • Gevraagd: de kracht als de veer 3 cm uitrekt.
  • Bereken:                                                    van 1 cm naar 3 cm = x3
  •                                                                       dan ook 7 N x3 = 21 N

  • Antwoord: 21 N is de kracht om de veer 3 cm uit te rekken
7 N
1 cm
3 cm

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
vandaag: maak opgave 40 t/m 44 van H7.4
vrijdag: maak opgave 45 t/m 49 van H7.4 

Slide 11 - Tekstslide