taal bavokring

Taal les 16
Maar dan iets anders...

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Taal les 16
Maar dan iets anders...

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord op en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Lina en Lorna staan in hun keuken.

Slide 2 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord op en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Lino voert zijn sprinkhanen

Slide 3 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord op en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Lorna roert haar sauzen

Slide 4 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord op en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

'Mijn sprinkhanen groeien goed,' zegt Lino.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord op en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Je moet ze eens proeven met jouw sausjes.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord op en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Wij vinden dat een leuk gerecht voor ons restaurant.

Slide 7 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord dat erbij past.


Heeft u honger? Vul ... buik bij Leo en Lorna.

Slide 8 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord dat erbij past.


We kunnen onze sauzen aanprijzen, die zijn ... trots.

Slide 9 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord dat erbij past.

Eet je liever iets voedzaams? Maak ... keus uit de hoofdgerechten.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord dat erbij past.


De koks zijn goed, ze hebben al ... diploma's.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het bezittelijk voornaamwoord dat erbij past.


Waar je ook behoefte aan hebt, we hebben iets in ... smaak.

Slide 12 - Open vraag

Schrijf in de directe rede op wat Lina of Lorna zegt. Begin steeds met het goede bezittelijke voornaamwoord.



Slide 13 - Open vraag

Schrijf in de directe rede op wat Lina of Lorna zegt. Begin steeds met het goede bezittelijke voornaamwoord.

Lorna antwoordt dat zijn smaak niet deugt.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf in de directe rede op wat Lina of Lorna zegt. Begin steeds met het goede bezittelijke voornaamwoord.

Lino zegt dat haar sauzen de klanten niet meer verrassen.

Slide 15 - Open vraag

Schrijf in de directe rede op wat Lina of Lorna zegt. Begin steeds met het goede bezittelijke voornaamwoord.

Ze zegt dat hun klanten vaste gewoontes hebben.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf in de directe rede op wat Lina of Lorna zegt. Begin steeds met het goede bezittelijke voornaamwoord.

Lino zegt dat ze zijn alternatieven toch eens een kansje moeten geven

Slide 17 - Open vraag