Methodisch werken, Classificatie systemen

Methodisch werken
Methodisch werken = een bewuste, systematische aanpak die zes stappen omvat: 
In het zorgproces kan je volgende zes stappen onderscheiden:
   

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Methodisch werken
Methodisch werken = een bewuste, systematische aanpak die zes stappen omvat: 
In het zorgproces kan je volgende zes stappen onderscheiden:
   

Slide 1 - Tekstslide

Methodisch werken
     1. Verzamelen van informatie 
     2. Formuleren van zorgproblemen (rekening houdend behoeften &wensen)
     3. Bepalen van doelen
     4. Actie plannen
     5. Uitvoeren van de activiteiten + observeren
     6. Evalueren + rapporteren

Slide 2 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
Verzamelen van
 informatie
formuleren van zorgproblemen
bepalen van doelen
actie
 plannen
Uitvoeren van de activiteiten + observeren
Evalueren + rapporteren

Slide 3 - Sleepvraag

WAT IS EEN CLASSIFICATIESYSTEEM
Een systeem om gezondheidsproblemen te herkennen en beschrijven .
Hierin staan alle mogelijke gezondheidsproblemen beschreven (binnen het verpleegkundig beroepsdomein) 

Slide 4 - Tekstslide

Voordeel
Ordenen van gegevens en in delen in categorieën 
met overeenkomstige +onderscheidende kenmerken.
door allemaal dezelfde termen +concepten te gebruiken.
Dit geeft eenheid van de taal in de zorg

Slide 5 - Tekstslide

Welke zijn er?
  1. GORDON
  2. NANDA (Verpleegkundige diagnosen)
  3. RUMBA (Verpleegdoel)
  4. NOC (Resultaat)
  5. NIC (Interventies)
  6. ICF
  7. Omaha

Slide 6 - Tekstslide

OMAHA

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

ICF-classificatie
Internationale classificatie van het menselijk functioneren
Weet iemand waar dit voor dient?

Slide 9 - Tekstslide

ICF
  • ICF is opgebouwd uit componenten, domeinen, categorieën en typeringen
  • Het menselijk functioneren wordt vanuit drie perspectieven beschreven

Slide 10 - Tekstslide

ICF classificatie
Functioneren van zorgvrager wordt beschreven vanuit:

  • lichaamsfuncties en anatomische eigenschappen
  • activiteiten
  • (maatschappelijke) participatie

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 20 minuten
Neem een situatie van een zorgvrager in jouw werkplek en beschrijf deze volgens ICF

Slide 12 - Tekstslide

4 domeinen van de zorg.
Voor het in kaart brengen van de diagnose en situatie van de zorgvrager kunnen we gebruik maken van 4 domeinen van de zorg.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

waar hoort dit bij?
Mw Hoekstra is 1.68 m en weegt 64 kg. Mw is bekend met Parkinson
A
Lichamelijk welbevinde
B
Woon- en Leef omstandigheden
C
Mentaal welbevinden
D
Participatie

Slide 16 - Quizvraag

Zakwoordenboek Verpleegkundige diagnosen (Carpenito)
Staan 11 gezondheidspatronen van Gordon in. ( methodiek) 5e druk  blz 918 
maak gebruik om hierin te zoeken naar verpleegkundige diagnosen
bevat de meest vastgestelde verpleegkundige diagnosen (NANDA)
doelen en interventies beschreven 
NOC en NIC

Slide 17 - Tekstslide

De gezondheidspatronen van Gordon blz 918 Carpenito deel 5
01. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding
02. Voeding/stofwisselingspatroon
03. Uitscheidingspatroon
04. Activiteitenpatroon
05. Slaap/rustpatroon
06. Cognitiepatroon
07. Zelfbelevingspatroon  
08. Rollen/relatiespatroon
09. Seksualiteit/voortplantingspatroon
10. Stressverwerkingspatroon
11. Waarden/overtuigingenpatroon


Slide 18 - Tekstslide

QUIZ
Onder welk patroon plaats je de gegevens bij Gordon?

Slide 19 - Tekstslide

Mevrouw gebruikt een rollator om zich te verplaatsen
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 20 - Quizvraag

Mevrouw weegt 66kg en is 1m 68 groot
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteitenpatroon
C
Zelfbelevingspatroon
D
Voeding en stofwisseling

Slide 21 - Quizvraag

Mevrouw heeft steeds pijn aan haar rug
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en Waarneming
C
Rollen en relatie
D
Waarden en levensovertuiging

Slide 22 - Quizvraag

Hoe bepalen  we de verpleegdoelen voor de zorg vrager
Een verpleegdoel moet altijd aansluiten bij de zorg vraag

DWZ dat het verpleegdoel een antwoord geeft op de zorgvraag

hHt is wat de zorgvrager hoopt te bereiken of graag wilt bereiken

Slide 23 - Tekstslide

waarom schrijf je een verpleegdoel

Slide 24 - Woordweb

Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de verpleegkundige met de patiënt
D
de hoofdbehandelaar

Slide 25 - Quizvraag

wat is een voorbeeld van een zorgvraag
A
Mw. P is niet in staat zelfstandig naar het toilet tegaan
B
Mw. P heeft te veel pijn aan haar rug
C
Mw. P heeft een trombosebeen
D
Mw. P wil ondersteuning bij haar ADL

Slide 26 - Quizvraag

Verpleegkundige Interventie
je kiest voor een interventie op basis van:
Eigen deskundigheid
Wetenschappelijk inzicht
Informatie van de zorgvrager/naasten

Slide 27 - Tekstslide

VP interventies in een zorgplan
De interventies leg je vast in een zorgplan. dit plan is individueel voor de zorgvrager. Bij het uitwerken van de gegevens stel jezelf dan de volgende vragen?
Wat? Wie? Wanneer? Waar? Hoe? Waarmee?

Slide 28 - Tekstslide

wat is een verlpk interventie

Slide 29 - Woordweb

wat doe je bij evalueren
A
kijken of het doel is behaalt
B
acties bedenken

Slide 30 - Quizvraag

wat is een proces evaluatie vraag?

Slide 31 - Woordweb