9.1 Je lijf werkt

                    9.1 Je lijf werkt
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                    9.1 Je lijf werkt

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert hoe je lichaam werkt
Je leert dat je orgaanstelsels samenwerken
Je leert hoe spieren aan energie komen
je leert hoe je lichaam afvalstoffen kwijtraakt

Slide 2 - Tekstslide

Torso
Je kunt van de volgende begrippen uitleggen wat het is.  Dit lees je in je boek 

romp
middenrif
borstholte
buikholte
orgaanstelsel
orgaan
cellen

Slide 3 - Tekstslide

orgaanstelsel: meerdere organen die samenwerken aan een grotere taak 

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt van bovenstaande orgaanstelsels benoemen uit welke organen het bestaat en wat de taak van het stelsel is.

Slide 5 - Tekstslide

Samenwerken
Orgaanstelsels kunnen samenwerken in je lichaam.
Het plaatje met de fietser laat zien hoe. Op de afbeelding van de orgaanstelsels zie je hoe er voedingsstoffen en zuurstof in de spier terecht komt

Slide 6 - Tekstslide

Verbranding
energie komt vrij door de verbranding van glucose.
De verbrandingsreactie is als volgt:

deze moet je kennen!!
glucose + zuurstof --> energie + koolstofdioxide + water

Slide 7 - Tekstslide

Uitwisseling van stoffen bij de spieren
De rechter afbeelding laat zien dat de uitwisseling van stoffen plaatsvindt in de haarvaatjes tussen de spiercellen. Zuurstof (z) zit op een rode bloedcel, glucose zit in het bloedplasma. Ook de afvalssotffen water en koolstofdioxide komen weer in het plasma.

Slide 8 - Tekstslide

Afvalstoffen
Je lichaam moet de afvalproducten van verbranding weer kwijt. Dat kan via longen, nieren en huid.
Op de afbeelding zie je welk orgaan welke afvalstoffen afvoert.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een orgaan?
A
Maag
B
Spierweefsel
C
Torso
D
Spiercellen

Slide 10 - Quizvraag

De torso:
Hoe heet het grijze orgaan?
A
De slokdarm
B
De dikke darm
C
De dunne darm
D
De maag

Slide 11 - Quizvraag

Het torso:
Hoe heet het donker bruine orgaan?
A
Het hart
B
De maag
C
De long
D
De lever

Slide 12 - Quizvraag

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 11 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm

Slide 13 - Quizvraag

Delen van een organisme zijn van klein naar groot:
A
cel /orgaan /weefsel/ orgaanstelsel
B
weefsel / cel /orgaan /orgaanstelsel
C
cel / weefsel / orgaan / orgaanstelsel
D
orgaanstelsel / orgaan/ weefsel/ cel

Slide 14 - Quizvraag

Je dikke darm is een.....
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Weefsel
D
Cel

Slide 15 - Quizvraag

Welk onderdeel is het kleinst?
A
Cel
B
Orgaanstelsel
C
Celorganel
D
DNA

Slide 16 - Quizvraag


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 17 - Quizvraag


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 18 - Quizvraag

Wat is GEEN orgaanstelsel?
A
Huid
B
Luchtwegen
C
Ruggenmerg
D
Bloedvatenstelsel

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn verbrandingsproducten?


A
stoffen die nodig zijn voor een verbranding
B
stoffen die ontstaan bij verbranding
C
stoffen die worden gebruikt bij een verbranding

Slide 20 - Quizvraag

Bij verbranding ontstaat:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 21 - Quizvraag

Zuurstof is nodig voor
A
Vertering
B
Verbranding
C
Ademhaling

Slide 22 - Quizvraag

welk proces moet elke cel kunnen doen?
A
fotosynthese
B
vertering
C
ontlasting
D
verbranding

Slide 23 - Quizvraag

Noem de stoffen die nodig zijn voor de verbranding
A
water, zuurstof
B
glucose, zuurstof
C
water, koolstofdioxide
D
glucose, koolstofdioxide

Slide 24 - Quizvraag

Wat vervoeren rode bloedcellen?
A
Antistoffen
B
Zuurstof
C
Voedingsstoffen
D
Afvalstoffen

Slide 25 - Quizvraag

Water en koolstofdioxide zijn afvalstoffen.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Het verwijderen van afvalstoffen is de taak van het ...
A
verteringsstelsel
B
spierstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
uitscheidingsstelsel

Slide 27 - Quizvraag

Je mag verder aan je opgaven :)

Slide 28 - Tekstslide