woorden van hoofdstuk 2

Wat zie je in deze hand?
A
zaadjes
B
kippenvoer
C
zonnenbloempitten
D
tulpenbollen
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
plant en groenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat zie je in deze hand?
A
zaadjes
B
kippenvoer
C
zonnenbloempitten
D
tulpenbollen

Slide 1 - Quizvraag

zaadjes komen uit en gaan groeien heet ook wel:
A
nieuw leven
B
kiemen
C
kieuwen
D
uitkomen

Slide 2 - Quizvraag

Een kweekbak is:
A
hetzelfde als een kas maar dan anders
B
een bak om vissen in te kweken
C
gewoon een bak of zo
D
een speciale bak om zaadjes in te laten kiemen

Slide 3 - Quizvraag

potgrond is
A
grond uit de pot
B
goede, zwarte grond om in te zaaien
C
kleikorrels voor in plantenbakken
D
zwarte pot met grond

Slide 4 - Quizvraag

Het rechte stuk grond op dit plaatje heet een
A
stuk landbouwgrond
B
moestuin
C
zaaibed
D
achtertuin

Slide 5 - Quizvraag

kleine plantjes die boven de grond uitkomen na het zaaien heten:
A
kleine plantjes
B
groenlingen
C
zaailingen
D
kiemen

Slide 6 - Quizvraag

Verspenen =
A
het overplanten van jonge plantjes
B
kleine plantjes voeden
C
verse wortels
D
zaaien

Slide 7 - Quizvraag

wortels met veel takken =
A
gegroeid
B
vertakt
C
geworteld
D
getrokken

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet dit hulpmiddel?
A
stokpootje
B
schep
C
gaatjesprikker
D
pootstokje

Slide 9 - Quizvraag

gereedschap om te spitten
A
schop
B
schep
C
spade
D
spitter

Slide 10 - Quizvraag

een kaartje met de naam van de plant erop =
A
naamkaartje
B
label
C
kaarthouder
D
pootstokje

Slide 11 - Quizvraag

het laten wennen van jonge plantjes aan de buitenlucht
A
afharden
B
vriezen
C
beluchten
D
ontharden

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een verspeenkistje ?
A
speciaal kistje voor winterpeen
B
gereedschapskistje voor klein gereedschap
C
speciaal kistje voor het verspenen
D
kistje vol met spenen

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn kiemomstandigheden ?
( 2 antwoorden zijn goed! )
A
juiste temperatuur, vocht en voeding om zaadjes te laten kiemen
B
dat het naar omstandigheden goed gaat met de plantjes
C
dat je zaadjes goedemorgen wenst
D
juiste omstandigheden waarbij het zaadje het beste ontkiemt

Slide 14 - Quizvraag

Diepte waarop je het zaad in de grond stopt heet:

Slide 15 - Open vraag

Goed gedaan!

Slide 16 - Tekstslide