Taal - bijvoeglijk naamwoord

• Taal
• Basisschool
• Groep 7,8

WELKOM

Fijn dat je er bent.

Bijvoeglijk naamwoord

Het lesdoel

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Ik weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.

Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoorden vertellen iets over een zelfstandig naamwoord. 

Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.

Voorbeeld:

- de grote auto

- een makkelijke opdracht

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt waarvan een zelfstandig naamwoord gemaakt is.

Voorbeeld:

- de gouden ring

- de houten tafel

- de zijden jurk 

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De gouden ring

1. gouden
2. ring
3. De
4. Staat er niet in

Is dit een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
De gouden ring

1. ja
2. nee

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De opgegeten boterham

1. boterham
2. opgegeten
3. staat er niet bij
4. De

Is dit een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
De opgegeten boterham

1. ja
2. nee

Bedenk een eigen zin met een bijvoeglijk naamwoord.

Bedenk een eigen zin met een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De grote auto

1. grote
2. auto
3. De
4. Staat er niet tussen

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Het bronzen beeld

1. beeld
2. bronzen
3. staat er niet tussen
4. Het

De opdracht

Ga aan de slag met de snappet opdrachten en laat zien dat je het begrijpt.

Lees de opdrachten goed door.

Als je klaar bent plan je je weektaak verder in en ga je aan de slag. Aan het einde van de dag hebben we 2/3 doelen af.

Ik weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.

Dit lesdoel heb ik gehaald.

Dat weet ik en kan ik uitleggen

Dat weet ik nog niet

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Dit lesdoel heb ik gehaald.

Dat weet ik en kan ik uitleggen

Dat weet ik nog niet