* Welke vraag? * Open Vraag.
* Strategie? * Lees eerst de vraag
Stap 1: Leer ik nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst?
Stap 2: Wat moet ik precies doen, waar moet ik naar op zoek.
En welke signaalwoorden kunnen daarbij helpen?
(Denk aan: opsomming, tijdsduur: gisteren, waarom, maar, tegenstellingen)
Stap 3: Hoe moet ik het precies opschrijven?
(Welke taal? Alleen Ja / Nee? Beginnen met Ja / Nee, wat citeer ik?)