InScience - Reflectieles Chasing Coral

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerBiologie+10Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Welkom bij het lesmateriaal van InScience – International Science Film Festival Nijmegen bij de film Chasing Coral. Het doel van dit lesmateriaal is om aan de hand van het thema klimaatverandering leerlingen de kennis, vaardigheden en motivatie mee te geven om bij hen actief, kritisch burgerschap te stimuleren. Het lesmateriaal bestaat uit twee lessen met kritische vragen en praktische opdrachten waarmee InScience aan de slag kan. Voorafgaand aan deze tweede les hebben de leerlingen bij of via InScience de film Chasing Coral bekeken. In deze tweede les oefenen de leerlingen met het vervullen van een actieve burgerrol in een dialoogopdracht over klimaatverandering. Ook leren ze over de maatregelen die burgers zelf kunnen nemen om actief te helpen bij het oplossen van het klimaatprobleem. De leerlingen sluiten af met het maken van een poster. Het werkblad bevat extra informatie over de film en kan gemaild worden naar de leerlingen.

Instructies

Leerdoelen:
• Na deze les hebben de leerlingen een positievere attitude met betrekking tot het vervullen van hun burgerrol in de toekomst.
• Na deze les kunnen de leerlingen door middel van dialoogvaardigheden een actieve burgerrol binnen de wetenschap vervullen. 
• Na deze les kunnen de leerlingen door middel van kritisch denken (het belang van) de rol die burgers als belanghebbenden (zouden moeten) spelen in de verwevenheid van klimaatwetenschap met verschillende externe partijen analyseren.
Werkwijze
De tweede les begint met een klassikale nabespreking van de film Chasing Coral. De leerlingen worden hiermee opgewarmd voor de meningsvormingsopdracht die daarna volgt. Daarin gaan leerlingen met elkaar de dialoog aan over stellingen die voornamelijk een focus hebben op het koppelen van klimaatverandering aan keuzes in hun eigen leven. Om hun meningen te beargumenteren gebruiken de leerlingen de dialoogvaardigheden die ze in de eerste les hebben opgedaan. Ook gebruiken ze het klassikale woordweb uit de eerste les om zich bewust te worden van het soort argumenten dat zij zelf inzetten in de dialoog (bijvoorbeeld ethische, economische of gezondheidsargumenten). 
Na deze opdracht volgt een klassikale uitleg over wat klimaatverandering tot zo’n ingewikkeld thema maakt om effectief over te communiceren, en over de maatregelen die burgers zelf kunnen nemen om bij te dragen aan het oplossen van het klimaatprobleem. Aan de hand hiervan maken de leerlingen afsluitend in groepjes een poster die mensen ofwel informeert over deze mogelijke burgermaatregelen, ofwel activeert om ook in actie te komen en/of klimaatbewust te leven. 

Tijdsplanning:
  • 5’ Nabespreking Chasing Coral 
  • 15’ Meningsvormingsopdracht
  • 5' Klassikale uitleg
  • 35’ Posteractiviteit 
Benodigdheden:
A1 vellen, (kleur)potloden, stiften, schaar, lijm. 
Voor extra informatie over het effectief begeleiden van een dialoog kan deze link worden geraadpleegd.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Begin tweede les
De leerlingen hebben de film Chasing Coral bekeken. Benoem dat de les begint met het nabespreken van de film.
Na het filmbezoek
Wat vond je
van de film? Wat
verraste je?
Treffen de gevolgen
van klimaatverandering
jullie ook of is het meer
een toekomstprobleem?

Slide 2 - Tekstslide

Vragen nabespreking
Over de tweede vraag hebben de leerlingen in de eerste les ook nagedacht. Bespreek met ze of de film hun mening hierover veranderd heeft.
Over de derde vraag: In de film zie je duidelijk dat er om over klimaatverandering te communiceren foto's worden gemaakt van koralen voor en na koraalverbleking. Vraag de leerlingen wat ze van deze communicatiemethode vinden.
Vragen op deze slide:

  • Wat vond je van de film? Wat verraste je?
  • Treffen de gevolgen van de klimaatverandering jullie ook of is het meer een toekomstprobleem?
  • Vond je het sterk om met foto’s van koraalverbleking over het klimaatprobleem te communiceren?
  • Komen in de film zowel voor- als tegenstanders voldoende aan bod?
Praktische Opdracht: Lijndialoog


Ik heb het klimaatprobleem niet veroorzaakt, dus ik hoef het ook niet op te lossen. 

Slide 3 - Tekstslide

Lijndialoog Opdracht
In deze opdracht wordt de leerlingen een aantal stellingen voorgelegd. Kies welke stellingen je gaat behandelen. Voor deze opdracht is het handig als er uitgeprinte versies zijn van het klassikale woordweb uit de eerste les om aan de leerlingen uit te delen. Maak een lijn in de klas. Vertel de leerlingen dat iedereen die het met de stelling eens is aan de ene kant van de lijn moet gaan staan, en iedereen die het met de stelling oneens is aan de andere kant van de lijn moet gaan staan. Nodig de leerlingen uit om hun standpunt te geven en te beargumenteren. Begeleid de dialoog. Stimuleer leerlingen om waar mogelijk aan de hand van het klassikale woordweb te benoemen wat voor categorie argument ze gebruiken.  
Suggestie: Optioneel kan een huiswerkopdracht zijn dat de leerlingen thuis hun standpunten voor de niet gekozen stellingen beargumenteren, en deze argumenten categoriseren met het klassikale woordweb.

Stellingen:
• Ik heb het klimaatprobleem niet veroorzaakt, dus ik hoef het ook niet op te lossen.
• Als China niet let op energiebesparing heeft energiebesparing in Nederland ook geen zin.
• Ontwikkelingslanden mogen alleen ontwikkelingshulp krijgen als ze milieuvriendelijk beleid voeren.
• Het ontkennen van de klimaatcrisis moet strafbaar worden.
• Om het klimaat te sparen ben ik bereid om altijd mijn apparaten uit te zetten als ik ze niet gebruik.
• Om het klimaat te sparen ben ik bereid om meer geld te betalen om zonne- en windenergie te kunnen gebruiken.
• Om het klimaat te sparen ben ik bereid om minder vlees te eten.
• Om het klimaat te sparen ben ik bereid om minder nieuwe spullen en kleding te kopen.
• Om het klimaat te sparen ben ik bereid om minder het vliegtuig te nemen.
Praktische Opdracht: Lijndialoog


Als China niet let op energiebesparing heeft energiebesparing in Nederland ook geen zin.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische Opdracht: Lijndialoog


Ontwikkelingslanden mogen alleen ontwikkelingshulp krijgen als ze milieuvriendelijk beleid voeren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische Opdracht: Lijndialoog


Het ontkennen van de klimaatcrisis moet strafbaar worden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische Opdracht: Lijndialoog


Om het klimaat te sparen ben ik bereid om altijd mijn apparaten uit te zetten als ik ze niet gebruik.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische Opdracht: Lijndialoog


Om het klimaat te sparen ben ik bereid om meer geld te betalen om zonne- en windenergie te kunnen gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische Opdracht: Lijndialoog


Om het klimaat te sparen ben ik bereid om minder vlees te eten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische Opdracht: Lijndialoog


Om het klimaat te sparen ben ik bereid om minder nieuwe spullen en kleding te kopen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische Opdracht: Lijndialoog


Om het klimaat te sparen ben ik bereid om minder het vliegtuig te nemen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatcommunicatie

Complicaties:

  • Eerder besproken externe factoren en partijen
  • Mensen onderschatten risico's
  • Mensen interpretteren klimaatinformatie verkeerd
  • Mensen hebben het idee dat ze zelf niet kunnen helpen

Slide 12 - Tekstslide

Klimaatcommunicatie
Bespreek met de leerlingen wat redenen zijn dat effectief communiceren over klimaatverandering ingewikkeld is. De externe factoren en partijen die de leerlingen in de eerste les zijn tegengekomen zijn een deel van deze redenen. 

Daarnaast onderschatten mensen klimaatrisico's. Mensen zien klimaatverandering wel als een dreiging voor de wereld, maar maken zich er niet veel zorgen om. Zeker voor hun eigen leven zien ze er weinig persoonlijke risico's in. Daarbij komt dat klimaatverandering een onderwerp is waarbij wetenschappelijke onzekerheid komt kijken. Het is moeilijk te voorspellen wat precies de effecten zullen zijn van klimaatverandering in de (nabije) toekomst, en hoe effectief bepaalde oplossingen zijn. Mensen blijken vaak moeite te hebben met het correct begrijpen van zulke onzekerheid. Daardoor kunnen ze soms wetenschappelijke informatie over klimaatverandering verkeerd interpreteren. Tot slot blijken heel veel mensen:
  • Niet te weten wat ze zelf kunnen doen om bij te dragen aan het oplossen van het klimaatprobleem
  • De overtuiging te hebben dat zij zelf geen bijdrage kunnen leveren om klimaatverandering tegen te gaan

In de volgende slide ga je met de leerlingen ontdekken op welke manieren zij zelf klimaatactie kunnen ondernemen, en wat de effecten daarvan zijn. 
Burgermaatregelen
Klimaatbewust leven  
door te letten op  
  • Voeding
  • Vervoer
  • Energie
  • Nieuwe spullen en
    kleding
66 Initiatieven
gericht op klimaatactie

Slide 13 - Tekstslide

Burgermaatregelen
Bespreek met de klas een aantal dingen die mensen zelf kunnen doen om klimaatbewust te leven en de impact die dit maakt. Exacte cijfers over de klimaatimpact van deze factoren lopen uiteen, maar in deze notitie staan met onderzoek onderbouwde schattingen. Bespreek daarnaast enkele van de initiatieven waar mensen zich bij kunnen aansluiten die gericht zijn op het ondernemen van klimaatactie. Verwijs hierbij de leerlingen naar het werkblad. Hierop staat een linkje naar een site met daarop 66 dergelijke initiatieven. 
Informatie voor deze uitleg:

Gemiddeld stoot een Nederlands huishouden zo’n 23.000 kilo CO2 uit per jaar. Er zijn verschillende manieren waarop je dit flink terug kunt dringen: 

Voeding
Wereldwijd is voedsel verantwoordelijk voor ruim 25% van de uitstoot van broeikasgassen. Meer dan de helft van die vervuiling wordt veroorzaakt door vlees en zuivel, met vlees als de grootste boosdoener. Deze producten zijn slecht voor het milieu omdat
• Er enorm veel voer nodig is in de veeteelt voor de dieren die gehouden worden. Zo heeft een koe voor de productie van 1 kilo rundvlees 19 kilo voer nodig. Om dit voer te produceren is veel landbouwgrond, water en energie nodig.
• Na het eten van het voer produceren koeien door boeren, scheten en mest een sterk broeikasgas genaamd methaan.
• Het vlees en zuivel moet dan nog worden verpakt, gekoeld en vervoerd, soms de halve wereld over.

Hierdoor veroorzaakt 1 kilo rundvlees soms wel 30 kilo CO2-uitstoot. Lamsvlees is nog vervuilender, en kip is het minst vervuilende vlees. Het vlees dat we eten in Nederland veroorzaakt evenveel CO2-uitstoot als alle vrachtwagens en bussen samen. Als jij een jaar lang elke week 1 keer steak eet, veroorzaakt dat 900 kilo CO2-uitstoot. Om dat te compenseren moeten meer dan 40 bomen een jaar lang groeien. Een goed alternatief is het eten van peulvruchten zoals bonen, kikkererwten en linzen. De klimaatbelasting van deze producten is 20 keer lager dan die van rundvlees. Het klimaat is dus enorm geholpen als je minder vlees eet en zo weinig mogelijk voedsel verspilt.

Vervoer
Vliegen en autorijden zijn beiden erg vervuilend voor het milieu. Hierbij is vliegen gemiddeld nog 2 tot 4 keer zo impactvol als dezelfde reis afleggen met de auto, en 11 keer zo impactvol als reizen met de trein. Door je vervoer bewust te kiezen kun je ook je CO2-uitstoot flink verminderen. Zo wordt er door een vliegreis naar Thailand naar schatting zo’n 2700 kilo CO2 uitgestoten. Door de afstand Utrecht – Amsterdam het hele jaar lang elke doordeweekse dag met de trein af te leggen in plaats van met de auto bespaar je zo’n 3500 kilo CO2-uitstoot. Dat is behoorlijk veel lettend op de gemiddelde jaarlijkse uitstoot van 23.000 kilo CO2 door een huishouden.

Energie
Ook op het gebied van energie kunnen mensen zelf veel verschil maken. Zo bespaar je zo’n 1300 kilo CO2-uitstoot per jaar als je je schuine dak goed laat isoleren, en 1200 kilo CO2 per jaar door 10 zonnepanelen op je dak te plaatsen.

Nieuwe spullen en kleding
Bij de productie en afvalverwerking van nieuwe spullen en kleding komt er ook veel CO2 vrij. Door de helft van je kleding tweedehands te kopen bespaar je zo’n 150 kilo CO2 uitstoot per jaar. Verder gaat een nieuw mobiel samen met zo’n 40 kilo CO2-uitstoot en een nieuwe laptop met 300 kilo CO2-uitstoot.

Door met deze factoren rekening te houden kun jij er dus voor zorgen dat er jaarlijks duizenden kilo’s CO2 minder in de lucht terecht komen! 

Klimaatinitiatieven
Naast zelf klimaatbewust leven zijn er een hoop instanties die zich bezighouden met klimaatactie, en die ook vaak op zoek zijn naar vrijwilligers. Op het werkblad staat een linkje naar een site met daarop 66 dergelijke instanties. Deze instanties gaan op hele uiteenlopende manieren te werk. Zo zijn er burgerinstanties die lokale acties uitvoeren als het regelen van zonnepanelen in een buurt of het aardgasvrij maken van woonwijken (zoals initiatieven Buurkracht en Aardgasvrije Wijken). Andere instanties richten zich meer op het delen van kennis over bijvoorbeeld hoe je zelf klimaatbewust kan leven en het verschil dat dat maakt voor het klimaat (zoals Drift en Even geen Vlees). Nog andere instanties zijn erop gericht op mensen te helpen om hun huis makkelijk en efficiënt ‘groen’ te maken (zoals Hoom en Wocozon). Tot slot zijn er bijvoorbeeld ook instanties die de klimaatdialoog met politici, beleidsmakers en bedrijven opzoeken en zo echt op grotere schaal proberen invloed uit te oefenen (zoals Jonge Klimaatbeweging, Citizens’Climate Lobby Nederland). 
Praktische Opdracht: Poster
Informerende poster
over burgermaatregelen
tegen klimaatverandering
Poster die activeert om
in actie te komen/ klimaatbewust te leven

Slide 14 - Tekstslide

Poster Opdracht
Ter afsluiting van de les gaan de leerlingen in een poster visualiseren wat ze hebben geleerd over de maatregelen die burgers zelf kunnen nemen om bij te dragen aan het oplossen van het klimaatprobleem. Ze kunnen hierbij kiezen tussen het maken van ofwel een informerende poster over deze mogelijke burgermaatregelen, ofwel een activerende poster die mensen stimuleert om ook in actie te komen en/of klimaatbewust te leven. De leerlingen kunnen deze poster op papier maken of in bijvoorbeeld powerpoint.

Stimuleer de leerlingen om hun posters te delen via Instagram. Vertel hierbij dat ze InScience kunnen mentionen via de hashtag #InScience2021 en #ChasingCoral.

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting tweede les
Deze tweede les kan eventueel afgesloten worden door de laatste paar minuten met de klas te reflecteren op deze twee lessen: Wat hebben de leerlingen ervan opgestoken? Wat nemen ze mee?