Toets H9 TL niveau

Zijn de volgende beweringen goed of fout? (T1, 5p)
Goed
Fout
Als je lichaam het genotmiddel nodig heeft om te functioneren, ben je geestelijk afhankelijk. 
Alcohol is een stimulerende drug. 
Als je stopt met blowen krijg je ontwenningsverschijnselen.
Nicotine uit tabaksrook versnelt de hartslag, verwijd de bloedvaten en is verslavend
Indy heeft het liefst altijd haar smartphone in de handen. Ze wil er steeds op kijken. Indy is geestelijk verslaafd.
1 / 24
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zijn de volgende beweringen goed of fout? (T1, 5p)
Goed
Fout
Als je lichaam het genotmiddel nodig heeft om te functioneren, ben je geestelijk afhankelijk. 
Alcohol is een stimulerende drug. 
Als je stopt met blowen krijg je ontwenningsverschijnselen.
Nicotine uit tabaksrook versnelt de hartslag, verwijd de bloedvaten en is verslavend
Indy heeft het liefst altijd haar smartphone in de handen. Ze wil er steeds op kijken. Indy is geestelijk verslaafd.

Slide 1 - Sleepvraag

Indy drinkt ’s morgens altijd een kop koffie voordat ze naar het werk gaat. Als ze zich een keer verslaapt en ze kan geen koffie drinken is ze erg humeurig.
Op welke manier is Indy afhankelijk van koffie? (R, 1p)
A
geestelijk
B
lichamelijk
C
sociaal

Slide 2 - Quizvraag

Welke stof uit tabaksrook vernauwt de bloedvaten? (R, 1 p)
A
koolmonoxide
B
nicotine
C
teer

Slide 3 - Quizvraag

Na het gebruiken van een drug raakt een meisje in zichzelf gekeerd en wordt paniekerig; ze voelt zich vreemd.
Welke soort drug heeft zij gebruikt? (T1, 1 p)
A
bewustzijnsveranderde middelen
B
stimulerende middelen
C
verdovende middelen

Slide 4 - Quizvraag

Noem 2 bewustzijn veranderende drugs. (R,2p)

Slide 5 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Geef de namen van de genummerde onderdelen (R,3p)

Slide 6 - Open vraag

Op welke manier gaat een wondje in de huid dicht?
Zet de zinnen in de juiste volgorde. Begin met nummer 1 en eindig met nummer 2. [T1, 2p]
1 Er ontstaat een bloedend wondje in de huid.
2 Het korstje valt er af. De huid is genezen.
3 Bloedvaten vlakbij de wond vernauwen.
4 Er ontstaat een netwerk van fibrinedraden.
5 Bloedplaatje klonteren samen.
6 Bloedplaatjes knappen open.
7 Rode bloedcellen blijven hangen in een netwerk van draden.
8 Er ontstaat een korstje op de wond.

Slide 7 - Open vraag

Jorno is een uur lang intensief aan het sporten. Zijn huid helpt mee om zijn lichaamstemperatuur op ongeveer 37oC te houden. Op welke twee manieren helpt zijn huid mee om zijn lichaamstemperatuur op 37oC te houden? (T2, 2p)

Slide 8 - Open vraag

De anticonceptiepleister of de ‘plakpil’ is een voorbehoedmiddel. In de pleister bevinden zich bepaalde hormonen die via de huid in het bloed worden opgenomen. Deze hormonen beïnvloeden de werking van de eierstokken.

De hormonen uit de pleister worden via de huid in het bloed opgenomen.
Waar in de huid bevinden zich deze bloedvaten? (T2,1p)
A
Alleen in de lederhuid
B
Alleen in de kiemlaag
C
Zowel in de lederhuid als in de kiemlaag
D
Zowel in de lederhuid, als in de kiemlaag, als in de hoornlaag

Slide 9 - Quizvraag

Wolvet wordt uit wol gewonnen door het te wassen en vervolgens het water te laten verdampen. Wolvet wordt veel gebruikt in zalven en crèmes, omdat het goed in de hoornlaag van de huid trekt. Wolvet bestaat uit stoffen die afgegeven worden door twee soorten klieren in de huid. Met welke twee letters worden die klieren aangegeven? (T1,2p)

Slide 10 - Open vraag

De Grizzlybeer heeft in de zomer een lichaamstemperatuur van ongeveer 37 graden. In de winter liggen de dieren meestal in hun holen te slapen. Hun lichaamstemperatuur daalt dan tot ongeveer 31 graden. Af en toe verlaten ze hun hol om voedsel te zoeken.

Vóór de winter slaat de Grizzlybeer een vetvoorraad op in zijn lichaam. Waar wordt in het lichaam veel vet opgeslagen? (T1,1p)

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Bestudeer de afbeelding van de naakte molrat. De huid is op de rug iets donkerder gekleurd dan op de buik. De donkere kleur dient alleen als camouflage. De naakte molrat leeft voornamelijk ondergronds.

a. Door wat ontstaat deze donkere huidskleur
b. Waarom is deze eigenlijk niet nodig? Leg je antwoord uit. (T2, 2p)

Slide 13 - Open vraag

Een vrouw heeft een tumor in haar borst. Bij onderzoek ontdekt een arts ook een tumor in haar rib, ze heeft uitzaaiingen. De arts denkt dat die tumor daar gekomen is door de tumor in haar borst. Leg uit hoe de tumor in haar rib kan zijn ontstaan vanuit een borsttumor. (T2, 2p)

Slide 14 - Open vraag

Op een website over voeding staat het volgende te lezen:
  

Zorg ervoor dat je voedsel voldoende voedingsvezels en water bevat.
Je lichaam gebruikt water onder andere om zweet te maken. Zweet is nodig voor de regeling van de lichaamstemperatuur.

Over zweet en lichaamstemperatuur worden de volgende twee uitspraken gedaan. Geef aan of ze juist of onjuist zijn. (T1,2p)

Goed
Fout
De productie van zweet neemt toe als je lichaamstemperatuur stijgt.
Door verdamping van zweet koelt je lichaam af.

Slide 15 - Sleepvraag

Bijna iedereen heeft in de puberteit wel eens jeugdpuistjes. Zulke puistjes ontstaan op de volgende manier. De afvoerbuis van een talgkliertje raakt verstopt, bijvoorbeeld door een propje droge talg of door schilfers van de dode laag van de opperhuid. Er ontstaat dan een klein zwart puntje in de huid: een mee-eter. Zo’n verstopt talgkliertje kan ontstoken raken. Een puistje met een geel puntje is dan het gevolg: een jeugdpuistje.
- Welk cijfer geeft een talgkliertje aan? (T1,1p)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Een verbrande huid voelt erg warm aan en ziet er rood uit. Waarom wordt je huid eigenlijk rood als je verbrand? (T2,3p)

Slide 17 - Open vraag

Bij een tweedegraads brandwond zijn de opperhuid en lederhuid beschadigt. Bij een derdegraads brandwond zijn alle huidlagen beschadigt. Toch is een tweedegraads brandwond pijnlijker dan een derdegraads brandwond. Leg uit. (I,2p)


Slide 18 - Open vraag

De afbeelding geeft onder andere een nier weer. Welke letter geeft de urineleider aan? (T1,1p)

Slide 19 - Open vraag

Welke stof stimuleert de opslag van glucose in de lever en spieren? (R, 1p)
A
Glucagon
B
Insuline
C
Rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebeurt er als er bij het sporten te weinig glucose in het bloed zit? (T1, 2p)
A
Glucose wordt omgezet in glycogeen en gaat vanuit je lever het bloed in.
B
Glycogeen wordt omgezet in glucose en gaat vanuit je lever het bloed in.
C
Glucose wordt omgezet in glycogeen en wordt opgeslagen in je lever.
D
Glycogeen wordt omgezet in glucose en wordt opgeslagen in je lever.

Slide 21 - Quizvraag

Wat moeten mensen met diabetes type I doen als hun bloedsuikerspiegel laag is? (T1,1p)

Slide 22 - Open vraag

Diabetes type I is eigenlijk niet te genezen. Met een bepaalde orgaantransplantatie kan dat echter wel. Over welk orgaan hebben we het bij deze transplantatie? (T1,1p)

Slide 23 - Open vraag

Joep eet een boterham met chocoladepasta. De zwarte lijn in de afbeelding laat zien hoe de hoeveelheid glucose in zijn bloed verandert. De blauwe balk geeft de normale hoeveelheid glucose in zijn bloed aan.
Een aantal momenten op de grafieklijn is omcirkeld.
Bij welke cirkel start de alvleesklier met de aanmaak van glucagon? Leg je antwoord uit (I,2p)

Slide 24 - Open vraag