Wat is Taal en waar gebruik je het voor?

Wat is Taal en waar gebruik je het voor?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is Taal en waar gebruik je het voor?

Slide 1 - Tekstslide

Het doel van de les:
  • De student weet wat taal is
  • De student kan uitleggen waarom taal belangrijk is in het dagelijks leven en op de werkvloer
  • De student herkent verschillende functies van taal
  • De student oefent met het gebruiken van taal in verschillende situaties

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Wat is taal volgens jou?

Wanneer gebruik jij taal op een dag?

Slide 3 - Tekstslide

Theorie 
Taal is een systeem van woorden, tekens en regels waarmee mensen met elkaar communiceren.

Slide 4 - Tekstslide

Theorie 
We gebruiken taal om:
  1. Informatie te geven of tee vragen
  2. Gevoelens te uiten
  3. Afspraken te maken
  4. Iemand te beïnvloeden
  5. Contact te maken met anderen

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden uit de praktijk
  1. Je belt een klant om iets te vragen
  2. Je schrijft een bericht naar een collega
  3. Je leest een instructie op het werk
  4. Je luistert naar de uitleg van een docent

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen in duo's
Maak een lijst met:
3 momenten waarop jij taal gebruikt op school
3 momenten waarop jij taal gebruikt op stage of werk
2 momenten waarop jij taal gebruikt in je vrije tijd


Slide 7 - Tekstslide

Klassikaal bespreken
Wat valt op?
Wat is overal hetzelfde?
Wat is verschillend?

Slide 8 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Beantwoord de volgende vragen:
  1. Wat betekent taal voor jou?
  2. Waarom is taal belangrijk op school of op het werk?
  3. Wat wil jij nog beter leren met taal?

Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie
  1. Wat vonden jullie interessant aan deze les?
  2. Waar gebruik jij taal het meest?
  3. Wat wil je nog leren over taal?

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik weet wat taal is
Ik weet waarom taal belangrijk is
Ik herken situaties waarin taal wordt gebruikt
Ik oefen met taal in de praktijk

Slide 11 - Tekstslide