5.3 soorten bewegingen

x
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

x

Slide 1 - Tekstslide

Bewegen 
5.3 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
- LessonUp openen + administratie                             5 minuten
- Uitleg                                                                                        15 minuten
- Zelfstandig aan de slag                                                   15 minuten
- Afsluiting                                                                                5 minuten

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat een versnelde, een eenparige en een vertraagde beweging zijn.
2. Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
3. Je kunt aan de vorm van de grafiek een versnelde,  een eenparige en een vertraagde beweging herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

De versnelde beweging
De versnelde beweging is een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt. 
Voorbeeld: een auto die begint met rijden nadat deze stilstond bij een stoplicht

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De eenparige beweging
De eenparige beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds gelijk blijft.
Voorbeeld: een auto die op de snelweg constant 100 km/h rijdt (op cruise control)

De eenparige beweging wordt ook wel de constante beweging genoemd

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De vertraagde beweging
De vertraagde beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds omlaag gaat.
Voorbeeld: een auto die remt voor een stoplicht dat op rood staat

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 15 - Quizvraag

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 16 - Quizvraag

Een marathonloper rent met een constante snelheid.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort beweging maakt een parachutist als hij zijn parachute opent?
A
Eenparig
B
Versneld
C
Vertraagd

Slide 18 - Quizvraag

In de afbeelding zie je de beweging van een fietser. Waar staat de fietser stil bij een stoplicht?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 19 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Wat;
5.3 lezen, daarna  maken
Hulp;
Boek, buurman, docent
Klaar;
Rustig voor jezelf
Tijd;


timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide