Les 10 - § 12 Nauwkeurig formuleren

Les 10
§ 12 Nauwkeurig formuleren

Blz.
tb: 
76-77
wb: 
74-77
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 10
§ 12 Nauwkeurig formuleren

Blz.
tb: 
76-77
wb: 
74-77

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Aan het eind van deze 2 lessen:
- Weet je waarom nauwkeurig schrijven belangrijk is en welke formuleringen je beter kunt vermijden.
- Kan je aangeven waarom het woordgebruik in een tekst wel of niet nauwkeurig is.
- Kan je aangeven wat het effect is van onnauwkeurig formuleren en kan je bestaande teksten nauwkeuriger maken.
- Kan je zelf nauwkeurig formuleren.

Slide 2 - Tekstslide

5 min

Lesindeling
 
  • Nakijken leesvaardigheid blz. 72
  • Lezen theorie blz. 76-77
  • Verkenning maken
  • Schrijfvaardigheid maken + inleveren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
 
  • Nakijken leesvaardigheid blz. 72
  • Lezen theorie blz. 76-77
  • Verkenning maken
  • Schrijfvaardigheid maken + inleveren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De theorie

* Onnauwkeurige teksten door: - vragen van de lezer niet te
                                                                      beantwoorden.
                                                                   - lege woorden
                                                                   - dubbelzinnigheid (homoniem)
                                                                   - ingebouwde beperking
                                                                   - verwijzingen (onjuist)

vaak, jarenlang, element, situatie, realiseren, factor, gebeuren, allerlei...
Er staat een bank op de hoek.
met name, mede (mogelijk gemaakt door), over het algemeen
Naar wie of wat wordt er verwezen? 
Minister Grapperhaus keek kort naar zijn woordvoerder. Hij antwoordde dat de feiten nog niet bekend waren.
wie, wat, waarom, wanneer, hoe

Slide 7 - Tekstslide

5 min
Lesindeling
 
  • Nakijken leesvaardigheid blz. 72
  • Lezen theorie blz. 76-77
  • Verkenning maken
  • Schrijfvaardigheid maken + inleveren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werktijd
Werk aan de verkenning (tweetal).
timer
8:00

Slide 9 - Tekstslide

10 min
Bespreken
verkenning: 1 t/m 3.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
 
  • Nakijken leesvaardigheid blz. 72
  • Lezen theorie blz. 76-77
  • Verkenning maken
  • Schrijfvaardigheid maken + inleveren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werktijd
Werk aan schrijfvaardigheid (alleen).
Opdracht 6 + 8
Verbeter de zinnen bij 6.
Verbeter de tekst bij 8.
Lever in in Classroom. (=huiswerk)


Slide 12 - Tekstslide

10 min
Welke twee dingen heb je
geleerd in deze les?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op deze vraag heb ik nog
antwoord nodig.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies