Latijn praesens en esse en posse
1 / 19
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
jullie
wij
zij
ik
hij/zij/het
jij
Slide 2 - Sleepvraag
Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
tis
mus
nt
o
t
s
Slide 3 - Sleepvraag
habemus
A
ik heb
B
jij hebt
C
wij hebben
D
zij hebben
Slide 4 - Quizvraag
rogas
A
ik vraag
B
jij vraagt
C
wij vragen
D
jullie vragen
Slide 5 - Quizvraag
responde
A
ik antwoord
B
hij antwoordt
C
wij antwoorden
D
geen van deze antwoorden
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent 'responde' dan wel?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
estis
sumus
sunt
sum
est
es
Slide 9 - Sleepvraag
sumus
A
ik ben
B
wij zijn
C
jij bent
D
jullie zijn
Slide 10 - Quizvraag
es
A
ik ben
B
jij bent
C
wij zijn
D
geen van deze antwoorden
Slide 11 - Quizvraag
este
A
ik ben
B
jij bent
C
hij is
D
wees
Slide 12 - Quizvraag
Werkwoord
ev
mv
ik ben
wij zijn
jij bent
jullie zijn
hij/zij/het is
zij zijn
estis
sumus
sunt
sum
est
es
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
potestis
possumus
possunt
possum
potest
potes
Slide 15 - Sleepvraag
potestis
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
jullie kunnen
Slide 16 - Quizvraag
potes
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
geen van deze antwoorden
Slide 17 - Quizvraag
possunt
A
ik kan
B
wij kunnen
C
zij kunnen
D
geen van deze antwoorden
Slide 18 - Quizvraag
Werkwoord
ev
mv
ik kan
wij kunnen
jij kunt
jullie kunnen
hij/zij/het kan
zij kunnen
potestis
possumus
possunt
possum
potest
potes
