3.1. Wereldwijde luchtstromen

3.1. Wereldwijde luchtstromen
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1. Wereldwijde luchtstromen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto 
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 2 - Tekstslide

Moessonregens in Azië 
Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 3 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

kern verhaal:
- orkaan
- laag drukgebied
- stijgingsregen
- met de klok mee
De temperatuur van het zeewater moet ruim 26 ºC zijn.
De bovenlucht moet een stuk kouder zijn waardoor de atmosfeer onstabiel wordt en de warme lucht kan opstijgen.
De Corioliskracht moet merkbaar zijn zodat er daadwerkelijk een circulatie en een lagedrukgebied ontstaat. Net rond de evenaar is de corioliskracht niet sterk genoeg. De beste ontstaansgebieden zijn zo’n 500 km noord of zuid van de evenaar.

Hurricane Irma 
And it also has to be one of the most well-documented hurricanes in history.
Irma is a large and powerful hurricane that has set its sights on Florida on Sunday.
But forecasters have been watching the storm for more than a week now as it tore through the Leeward Islands, raked along Cuba's coast and turned toward Florida.
Here are some of the more amazing images from Irma so far.
Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • het verschil tussen hoge- en lageluchtdruk benoemen

  • de luchtdrukverschillen en verschillende winden tekenen in de aarde en uitleggen waarom ze daar voorkomen.

  • uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet waarom het op de evenaar warmer 
is dan bij de polen
Je weet wat een hoogdrukgebied en 
                 laagdrukgebied is;
Je weet hoe neerslag ontstaat;

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
  1. Waarom is het op sommige plekken warmer?
  2. Hoe wordt warmte teruggekaatst?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

W
WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?
A
Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN
U
Uitzonderingen
WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?
W
Windrichtingen. 
BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Slide 8 - Tekstslide

Focus hier op lokale factoren;
- nabijheid zee
- hoogteligging
- aan- of aflandige wind
- etc.
Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windstromen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wind
  • Wind is de verplaatsing van lucht.
  • Dat gebeurt door verschillen in luchtdruk. 
Onthouden
  • Warme lucht (lage druk) stijgt op
  • Lucht stroomt altijd van hoge naar lage druk
  • H = droog

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene regels
Warme lucht (lage druk) stijgt op
Lucht stroomt altijd van hoge naar lage druk

Schrijf op!!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar in het plaatje is het warm?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de evenaar ligt de ITCZ
Wat is de ITCZ?
ITCZ
Intertropische convergentiezone: stabiel lagedrukgebied rond de evenaar waar het warm is en door opstijgende lucht veel buien voorkomen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Teken de luchtcirculatie tussen de evenaar en de polen

Neem de tekening hieronder over en vul de luchtstromen in.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken de luchtcirculatie tussen de evenaar en de polen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atmosferische circulatie
Wereldwijde verplaatsing van lucht.

Teken met potlood dit in je schrift:

- Teken de evenaar  en de polen
- teken lijnen bij 30 en 60 graden N/Z.B
- Schrijf een H (hoge luchtdruk) en een L (lage luchtdruk) bij de juiste lijn. 
- Teken hoe de wind waait


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doe je boek even dicht
Neem de afbeelding over en teken drukgebieden en luchtstromen in
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 1 en 2 van 3.1
Huiswerk voor volgende les

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buys Ballot (corioliseffect)

Vul aan:
Wind waait altijd van een ... drukgebied naar een ... drukgebied. Hierbij heeft de wind een afwijking doordat de aarde ...
Op het zuidelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar ...
Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar ...

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buys Ballot (corioliseffect)
Vul aan:
Wind waait altijd van een hoge drukgebied naar een lage drukgebied. Hierbij heeft de wind een afwijking doordat de aarde draait
Op het zuidelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar links
Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doe je boek even dicht
Teken de afbeelding nog eens, met de mondiale luchtstromen inclusief afwijking en luchtcirculatie
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passaten 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak stap 1 en 2 op je werkblad

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot hier hebben wij het op ons werkblad
Nu gaan we er 'cellen' bij tekenen. 

Let eerst goed op het filmpje. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windstromen
Wetten van Buys Ballot




Probeer tijdens het kijken de 2 wetten op te schrijven.



Let op:
niet in een rechte lijn, maar met een afwijking

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak stap 4 op je werkblad
2 wetten van Buys Ballot:

  • Wind waait altijd van HOOG naar LAAG

  • Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.
    (Met de wind in de rug). 


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak stap 5 op je werkblad
2 wetten van Buys Ballot:

  • wind waait altijd van HOOG naar LAAG

  • Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.
    (Met de wind in de rug). 


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een paar belangrijke begrippen toevoegen...


ITCZ
De intertropische convergentie zone is het equatoriaal minimum (het lagedrukgebied bij de evenaar). Dit is de plek waar de zon loodrecht op de aarde schijnt. 
Noordoostpassaat
Wind die het hele jaar vanaf de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar waait. 
zuidoostpassaat
Wind die het hele jaar vanaf de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar waait. 
Westenwinden
Westenwinden
Poolwinden
Poolwinden

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het passaat en wanneer moesson?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moesson
zuidwest
moesson
Noorwest

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
In tweetallen, pak een papiertje en beantwoord de volgende vragen:

  1. Hoe ontstaan hogedrukgebieden bij de Noord- en Zuidpool? 
  2. Waarom ontstaan  bij de evenaar lagedrukgebieden?
  3. Waarom ontstaan rond de keerkringen hogedrukgebieden?
  4. Leg met behulp van figuur 2.10 uit wat de wet van buys ballot en het corioliseffect zijn. 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • het verschil tussen hoge- en lageluchtdruk benoemen

  • de luchtdrukverschillen en verschillende winden tekenen in de aarde en uitleggen waarom ze daar voorkomen.

  • uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de winden van 30 graden breedte naar de evenaar?
Passaten
Waarom een L bij de evenaar?
Warmt = opstijgende lucht
Waarom zakt de lucht van de evenaar rond de 30 graden breedte?
De warme lucht stijgt op  bij de evenaar en gaat hoog in de lucht opzoek naar een lage luchtdrukgebied. Hoog in de lucht koelt hij af, dan gaat hij dalen. Zo ontstaat een hoge drukgebied. 
Waarom verschuift de ITCZ?
Omdat de aarde schuin op z'n as staat, komt de zon niet altijd loodrecht op de evenaar. De ITCZ is het gebied waar de zon loodrecht binnenkomt. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windcirculaties

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak stap 3 op je werkblad

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteitsbesef eigen antwoord
1. Laat leerlingen een examenvraag maken
2. Selecteer een aantal antwoorden van de leerlingen
3. Bespreek de antwoorden;
     - welk antwoord is beter?
     - waarom is dit antwoord beter?
     - aan welke eisen voldoet een beter antwoord?

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluitende foto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 50 - Tekstslide

Beschrijving van de afsluitende foto

In januari 1992 sloeg tijdens een storm in de Grote Oceaan, halverwege tussen Hongkong en de V.S., een container van een vrachtschip overboord. Nu gebeurt dat dagelijks, maar de lading van deze container was bijzonder: bijna dertigduizend badspeeltjes. Gele badeendjes, blauwe schildpadden, rode bevers en groene kikkers: allemaal kwamen ze in de oceaan terecht. Bijna een jaar later spoelden duizenden speeltjes aan op de kust van Alaska. Een groot deel zat jaren vastgevroren in het Noordpoolijs. Pas in 2000 werden ze voor de kust van IJsland gesignaleerd. Nog steeds spoelen speeltjes, weliswaar sterk verweerd, aan op verschillende stranden in de wereld. Door het onbedoelde experiment met de badspeeltjes is waardevolle informatie verkregen over de zeestromen in de oceanen.

Slide 51 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=p4pWafuvdrY