1.6 en 1.7

Welkom bij Biologie


Denk aan de afspraken:
- Telefoon in je tas.
- Spullen pakken.
- Tas op de grond.
- Aandacht voor de docent.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Biologie


Denk aan de afspraken:
- Telefoon in je tas.
- Spullen pakken.
- Tas op de grond.
- Aandacht voor de docent.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Herhaling vorige les

Basisstof 6: 'bestuiving, bevruchting en verspreiding'

Uitleg + oefening +quiz


Slide 2 - Tekstslide

Bestuiving
Bestuiving
Wanneer stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper terechtkomt,
heet dit bestuiving.

Bestuiving door insecten->insectenbloem
Bestuiving door de wind-> windbloem

Slide 3 - Tekstslide

Bestuiving
Zelfbestuiving = als stuifmeel op 
de stamper van dezelfde plant 
komt
Kruisbestuiving = als stuifmeel 
op de stamper van een andere 
plant komt. (zelfde soort)

Slide 4 - Tekstslide

Insectenbestuiving
  • Insectenbloemen
  • Grote bloemen met opvallende kroonbladeren
  • Stempels en helmknoppen binnen de bloem
  • Geur
  • Nectar: zoet sap onder de bloem

Slide 5 - Tekstslide

Windbestuiving
  • Windbloemen
  • Klein en onopvallend
  • Kroonbladeren: groen
  • Wind blaast stuifmeel van de meeldraden weg
  • Bestuiving: kans, dus veel stuifmeelkorrels
  • glad en licht
  • helmknoppen en stempels buiten de bloem


Slide 6 - Tekstslide

Als je even een boom vol stuifmeel schud... 

Slide 7 - Tekstslide

Bevruchting
  • Stuifmeel op de stempel van een plant van dezelfde soort.
  • Stuifmeelkorrel vormt een stuifmeelbuis
  • Groeit door de stijl naar de zaadbeginsel in het vruchtbeginsel
  • Bevruchting = 
  • Kernen geslachtscellen versmelten
  • Meer tegelijk is mogelijk

Vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht
Zaadbeginsels groeien uit tot zaden

Slide 8 - Tekstslide

Vruchtvorming
Ná de bevruchting verandert er een hoop in de bloem.

De bevruchte eicel groeit uit tot een kiem.
Het zaadbeginsel groei uit tot zaad.
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Via uitwerpselen
Via de vacht / verendek
Verspreiding door dieren

Slide 11 - Tekstslide

Reigersbek
wegschieten zaad na rijping vrucht
Springzaad
wegschieten vrucht met zaad
De plant zelf: De vruchten of zaden schieten weg
Dat kan als de vrucht rijp is. De vrucht springt dan open. 
De zaden/vruchten worden dan weggeslingerd.
Dit gebeurt bijv. ook bij de brem, de erwt en de ooievaarsbek
De plant zelf: Vruchtje met daarin zaad dat wegspringt
Door de plant zelf

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide


Esdoorn en Linde

Paardenbloem
Esdoorn: Verspreiding door de wind
Vaak hebben vruchten of zaden hulpmiddelen om lang in de lucht te kunnen zweven. De Esdoorn en de Linde hebben vleugels.

Paardenbloem: Verspreiding van de vruchtjes met de pluisjes als hulpmiddel

Verspreiding van zaden door de wind.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Leren H1.6
Maken opgaven 1 t/m 10

Slide 15 - Tekstslide

7. Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 16 - Tekstslide

De bouw van een zaad
Buitenkant van een zaad
Zaadhuid: beschermend vliesje
Navel: plek waarmee het zaad vastzat aan de vrucht
Poortje: kan water doorheen

Binnenkant van een zaad
Zaadlob: voeding voor de kiem
Kiem: klein plantje wat uit kan groeien
- worteltje
- stengeltje
- blaadje

Slide 17 - Tekstslide

Ontkieming

Slide 18 - Tekstslide

Groei en ontwikkeling
  • Ontkieming: zaadhuid barst open en kiempje begint te groeien.
  • Groei: groter en zwaarder worden.
  • Ontwikkeling: veranderingen in de bouw van een organisme. 

Slide 19 - Tekstslide

Levenscyclus van een plant
Kiemen van een boon

Let op in welke volgorde dit gebeurt 
(zie ook de afbeelding).

Slide 20 - Tekstslide

Hoe lang duurt de levencyclus van een plant?
De levenscyclus van een boon duurt één jaar: eenjarige plant.

Een tweejarige plant ontkiemt en groeit in het eerst jaar en bloeit en maakt zaden in het tweede jaar

Meerjarige planten ontkiemen in het voorjaar, bloeien in de zomer en vormen zaden in de herfst. Elk voorjaar lopen de planten weer uit. 

Houtachtige planten (bomen en stuiken) bloeien en maken zaden  jaarlijks

Slide 21 - Tekstslide

Toepassing en inzicht opdrachten:
1.1: 1-9
1.2: 16-20 
1.3: 26-31 
1.4: 46-50
1.5: 59-64
1.6: 68 - 72
Diagnostische toets:
Werkboek: blz. 69-70
Tekstboek: blz. 50-60

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan herkennen welke planten via windbestuiving of insectenbestuiving zich geslachtelijk voortplanten.
- Het verschil tussen stuifmeel en zaden kan ik aangeven.
- Het proces van het ontstaan van een vrucht kan ik beschrijven.
- Ik kan voorbeelden geven van verschillende vormen van verspreiding van zaden.

Slide 23 - Tekstslide