herhaling H5, start H6

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

NT2 0-A1 profiel hoog -  Contact! 1

-  Inleveren schrijfopdracht 13

-  Invullen enquête taalplus (Ayshe)

-  Herhalen en oefenen (H1-H5) -> volgende les toets

-  Afmaken   H5 Zullen we even overleggen?

                       * Negaties (niet/geen)

                       * lange en korte vocalen

- Spreken oefenen: 

- Start H6 Wat gaan we eten?

                       *  eten/drinken bestellen in een restaurant

                        

Planning komende drie weken

maandag 19/5 en donderdag 22/5   les H4/ H5

maandag 26/5                                       les H5/H6

donderdag 29/5                                    GEEN LES

maandag 2/6                                         TOETS H 1 t/m H5 (60 min)+ les H6

donderdag 5/6                                       les H6

maandag 9/6                                         GEEN LES

Zijn er vragen over werkboekopdrachten H5?

Inleveren:

schrijfopdracht 13 

herhalen: Modale verba en 

hebben /zijn

Vul een passend verbum in:

1. Joshua ..... vandaag jarig.

2. Mijn zus .... geen werk.

3. .... jullie getrouwd?

4. Het gras is net gezaaid; je ... hier dus niet voetballen.

5. Laila ... goed dansen.

6. ... ik je iets vragen?

7. Ik .... een groot gezin.

Antwoorden Modale verba en 

hebben /zijn

1. Joshua is vandaag jarig.

2. Mijn zus heeft geen werk.

3. Zijn jullie getrouwd?

4. Het gras is net gezaaid; je mag hier dus niet voetballen.

5. Laila kan goed dansen.

6. Mag ik je iets vragen?

7. Ik heb/wil een groot gezin.

herhalen: preposities

Vul de juiste prepositie in:

1.  We gaan zondag ... 11 uur naar de dierentuin (=zoo).

2.  Ik kan niet ... zaterdag.

3.  Hoe gaat het ... jou?

4. Wij wonen ... Den Haag.

5.  Ik luister ... de docent.

6.  Zullen we ... het weekend afspreken?

7. Ik schrijf een mail ... een collega.

antwoorden

1. om  2. op   3. met   4. in   5. naar   6. in    7. aan

herhalen: zinnen maken

Maak een correcte zin. Begin met de tijd.

1. woensdag   -    zwemmen    -    ik    -    op   -     ga

  

2. hebben        -    geen        -    we    -   vandaag    -     tijd

3.  weekend     -      zij      -       dit      -    werken    -    moet

4. om     -     de film     -     begint     -    kwart over 8   

H5 

We luisteren 2x naar de dialoog van opdracht 9.

De eerste keer zonder en de tweede keer met het transscript.

Daarna lees je in tweetallen de dialoog hardop.

.

H5 Negatie niet - geen

We kijken eerst deze uitlegvideo en maken dan opdracht 10 

 

 GEEN + substantief

 Verbum + NIET

H5 Lange en korte vocalen

We maken opdracht 12 en 13

Spreken oefenen: herhaling H1-H5

- je werkt in 2- of 3-tallen

- jullie krijgen per 2/3 tal een stapeltje kaartjes met vragen

- persoon A pakt een kaartje van de stapel en stelt de vraag die erop staat aan persoon B

- persoon B beantwoordt de vraag

- daarna pakt persoon B een kaartje van de stapel en stelt de vraag

Kies een verhaal op basis van de titel

Op het bord staan 8 titels van korte verhalen uit 

het boek Beren op de weg.

Welk verhaal trekt op basis van de titel jouw 

interesse? 

Schrijf je naam achter de titel.

Lezen oefenen

Opdracht 1:

Je hebt net een verhaal gekozen alleen maar 

op basis van de titel. Wat denk je dat de titel betekent? 

Teken het op het A-4tje dat je net gekregen hebt.

Opdracht 2:

Lees het verhaal en geef antwoord op de volgende vragen:

1. Over wie gaat het verhaal?

2. Wat gebeurt er?

           Gaat het lezen heel makkelijk? Dan kun je van hetzelfde verhaal een 

                moeilijkere versie bij mij halen.

Lezen en spreken oefenen

Opdracht 3:

Zoek de medecursist die hetzelfde verhaal als jij heeft.

Vergelijk elkaars antwoorden.

Opdracht 4:

Jullie worden met een ander duo samengevoegd.

Duo A vertelt hun verhaal aan duo B.

Daarna vertelt duo B hun verhaal aan duo A.

Hoe ging dit? Begrepen jullie elkaars verhaal?

H6   Wat gaan we eten?     

Welke woorden die met eten en drinken te maken hebben ken je al in het Nederlands?

Schrijf ze eens op!

https://babadada.com/topic/food/nlda/nld

H6   Wat gaan we eten?     

We bekijken bladzijde 55 en maken opdracht 

1 t/m 3. Ee even lachen met de video "lekker Japans eten"

    uit eten gaan = in een restaurant gaan eten

     de 4 seizoenen: de lente, de zomer, de herfst, de winter

     's zomers = in de zomer                                                 

      

Welk team weet de meeste woorden van H1 - H5?

Ren naar de bel en geef het goede antwoord.

Donderdag GEEN les -> Hemelvaart

Huiswerk: 

- herhalen en oefenen H1 - H5

    volgende les: TOETS H1-H5

      

H6   Wat gaan we eten?