2.2 Handel in de Republiek

2.2 De handel in de Republiek groeit
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

2.2 De handel in de Republiek groeit

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Handelen
  • Rond 1600 waren veel Hollandse en Zeeuwse steden rijke en belangrijke handelssteden geworden.

  • Kooplui uit die steden kochten en verkochten producten in heel Europa. Hoe was dat zo gekomen?

Slide 3 - Tekstslide

Daarvoor moeten we terug naar de middeleeuwen. Misschien weet je nog dat er in de Middeleeuwen verschillende steden samen gingen handelen. Zij sloten een verbond: de Hanze.

Slide 4 - Tekstslide

1585 De val van Antwerpen
  • In de Nederlanden (nog onderdeel van Spanje) is Antwerpen de belangrijkste handelsstad. 
  • Maar na 1585 wordt dat Amsterdam. 

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken groeiende handel

  • Oostzeevaart: met deze handel (graan, hout, vlas) verdienden de Hollanders zo veel geld, dat deze handelsroute 'moedernegotie' werd genoemd.


  • --> Dat betekent: de belangrijkste
    handel van alle handel. Door deze handel groeide  ook de nijverheid (werk) in Nederland. 

Slide 6 - Tekstslide

  • Door deze handel moest Amsterdam uitbreiden, de stad werd te klein voor de groeiende handel.

  • Hoe zie je dat terug?

Slide 7 - Tekstslide

Amsterdam=
stapelmarkt
  • In Amsterdam, en andere handelssteden, staan pakhuizen. 
  • Daarin worden de producten opgeslagen.
  • Later werden deze producten ook nog bewerkt voor ze weer verkocht werden.

Slide 8 - Tekstslide

Nijverheid
  • De producten worden in Nederland bewerkt. 
  • De nijverheid in Nederland profiteert hiervan. Van laken (de stof) maken ze kleding etc.

Slide 9 - Tekstslide

De handel staat centraal
  • Kooplui probeerden zo veel mogelijk geld te verdienen met de handel. 
  • Deze vorm van economie= handelskapitalisme =Hierbij draait het om het maken van winst!

De winst investeren de kooplui in nieuwe schepen, producten of nieuwe vaarroutes.

Slide 10 - Tekstslide

Op de koopmansbeurs
  • Verhandelden de kooplieden hun waar
  • Kochten ze ook nieuw waar van andere handelaren.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag......
  • Leer en maak par 2.1 en 2.2
  • Bekijk alle oorzaken/gevolgen goed in P2.2 en zet ze op een rij!
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Sv par 2.2 De handel in de Republiek groeit
Tijdens de ME waren de ....belangrijke handelssteden. Na instorting namen Hollandse steden deze ....over. A'dam werd daarom een...Toen de Spanjaarden, .....veroverden werd A'dam het centrum van de handel. Ook de .....profiteerde van deze handel.
Omdat kooplui veel geld verdiende met handel was er sprake van.... Om makkelijk te kunnen handelen werd de ....opgericht

Slide 13 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij deze betekenis: "Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om van waaruit weer te worden verhandeld"
A
Oostzeegebied
B
Handelskapitalisme
C
Beurs
D
Stapelmarkt

Slide 14 - Quizvraag

Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 15 - Quizvraag

Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 16 - Quizvraag

Hoe werd Nederland tijdens de 17de eeuw genoemd?
A
De gouden eeuw
B
Holland
C
De Nederlanden
D
De Republiek

Slide 17 - Quizvraag

Over welke gewesten gaat deze paragraaf ?
A
Zeeland en Holland
B
Noord en zuid-holland
C
Utrecht en Holland
D
Alle 7 gewesten van de Republiek

Slide 18 - Quizvraag

Laatste vraag..............
Welk woord past bij deze
afbeelding?
A
Nijverheid
B
handelskapitalisme
C
moedernegotie
D
gouden eeuw

Slide 19 - Quizvraag

Video
Welkom in de Gouden Eeuw: Handel

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video