De transformator

De transformator
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De transformator

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Herhaling werking transformator
  • Rekenen aan transformator
  • Ideale transformator

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een transformator?
De transformator is een apparaat waarmee je de spanning kunt transformeren. 
De spanning maak je dan groter of kleiner.

Wordt gebruikt voor:
De spanning in hoogspanningsleiding hoog te maken
Apparaten om de juiste spanning te laten werken (smartphone)

Slide 3 - Tekstslide

Werking transformator
Een transformator bestaat uit:
- een spoel met een kleiner aantal windingen
- een spoel met een groter aantal windingen
- een weekijzeren kern

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Werking Transformator
De spoel die aangesloten is op een spanningsbron (batterij of aan een stopcontact) is de primaire spoel.

De spoel met de meeste windingen heeft een grotere spanning.

Slide 6 - Tekstslide

Rekenen aan transformator
De spoel met de meeste windingen heeft de grootste spanning en de spoel met de minste windingen heeft de kleinste spanning.


Slide 7 - Tekstslide

Rekenen aan transformator

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Boudewijn heeft  een spanningsbron die een spanning van 6,0 V levert. Hij heeft een hogere spanning nodig, en heeft hiervoor keuze uit spoelen met 200, 300, 400 en 600 windingen.
-met welke combinatie kan hij de spanning het meest omhoogbrengen?
-Bereken de secundaire spanning met deze combinatie

Slide 9 - Tekstslide

Ideale transformator
In een transformator verlies je meestal energie. De transformator wordt dan warm of gaat trillen.

Een transformator waarmee je geen energie verliest noemen we een ideale transformator.

Bij een ideale transformator is het vermogen van de primaire spoel even groot als het vermogen van de secundaire spoel.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ideale transformator
We kennen de formule van P = U x I nog. Deze formule zegt dat ik P kan uitrekenen met U x I. Daarom mag ik in formules P vervangen met U x I.

Dan krijg je:

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ideale transformator
We sluiten een lasapparaat aan op het lichtnet. De stroomsterkte door de primaire spoel is 20 A. De secundaire spoel levert een vermogen van 54 V. Bereken de stroomsterkte in de secundaire spoel

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag!
Opdrachten van Paragraaf 2
De sterretjes mag je overslaan

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 8
Hoe groot zal de spanning zijn tussen de aansluitpunten P en Q? 3V, 5V of 8V?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 8
Tussen de drie schakelingen is het aantal windingen tussen P en Q het kleinst, dit zal dus de 3V aansluiting zijn

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 8

Slide 19 - Tekstslide

Les afronden
Huiswerk volgende les: Paragraaf 2

je mag de sterretjes overslaan

Slide 20 - Tekstslide