2.5 Erosie en sedimentatie

2.5 Verweringsmateriaal in beweging


Erosie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.5 Verweringsmateriaal in beweging


Erosie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kent de verschillende manieren waarop verweringsmateriaal in beweging komt.
  • Je begrijpt hoe exogene processen bijdragen aan het ontstaan van aardverschuivingen, puinhellingen en puinwaaiers.
  • Je kent de drijvende krachten achter erosie en de gevolgen van erosie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Verweringsmateriaal in beweging

Verwering -> aardverschuiving -> sedimenttransport -> riviererosie

Slide 5 - Tekstslide

Aardverschuiving
Los verweringsmateriaal op hellingen dat in beweging komt (ook wel landslides).

Algemene regels:
  • hoe steiler de helling, hoe sneller/massaler de verschuiving.
  • hoe kleiner het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuiving.
  • hoe natter het verweringsmateriaal, hoe groter de kans op verschuivingen.

Slide 6 - Tekstslide

Is deze puinhelling recent?

Slide 7 - Tekstslide

Erosie
= afbraak van gesteente tijdens transport

Uit/afschuren gesteente




Slide 8 - Tekstslide

Vormen van erosie = drijvende kracht achter erosie

erosie door:
- Rivierwater
- Zeewater
- IJs
- Wind

Slide 9 - Tekstslide

V-dal
U-dal

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Erosie
U en V-dal

Gletsjer: morene

Slide 14 - Tekstslide

profiel rivier
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 15 - Tekstslide

bovenloop
Dit is het deel van de rivier bij de bron, dat meestal het verst an de kust afligt. Het verval is in de bovenloop het grootst en het water stroomt het snelst.
middenloop
Dit is het deel van de rivier waar de stroomsnelheid afneemt, en het water dus langzamer gaat stromen.
benedenloop
Dit is het deel waarbij de rivier bij de moning aankomt. De benendenloop voert meestal door laagland.
verval
Dat is het verschil in meters tussen twee plaatsen. Het geeft aan hoeveel meter een rivier richting zeeniveau zakt.
rivierdelta
een rivierdelta is waar de rivier uitloopt in heel veel kleine riviertjes en daar stroomt het water de zee in

Slide 16 - Tekstslide

riviererosie: horizontale erosie
Verticale erosie

Slide 17 - Tekstslide

Meanderen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is hier de drijvende kracht achter erosie?
A
rivierwater
B
zeewater
C
ijs
D
wind

Slide 20 - Quizvraag

Wat is hier de drijvende kracht achter erosie?
A
rivierwater
B
zeewater
C
ijs
D
wind

Slide 21 - Quizvraag

Wat is hier de drijvende kracht achter erosie?
A
rivierwater
B
zeewater
C
ijs
D
wind

Slide 22 - Quizvraag

Wat is hier de drijvende kracht achter erosie?
A
rivierwater
B
zeewater
C
ijs
D
wind

Slide 23 - Quizvraag

Wat is hier de drijvende kracht achter erosie?
A
rivierwater
B
zeewater
C
ijs
D
wind

Slide 24 - Quizvraag

Wat is hier de drijvende kracht achter erosie?
A
rivierwater
B
zeewater
C
ijs
D
wind

Slide 25 - Quizvraag

Wat is hier de drijvende kracht achter erosie?
A
rivierwater
B
zeewater
C
ijs
D
wind

Slide 26 - Quizvraag

Lesdoel
  • Je kent de verschillende manieren waarop verweringsmateriaal in beweging komt.
  • Je begrijpt hoe exogene processen bijdragen aan het ontstaan van aardverschuivingen, puinhellingen en puinwaaiers.
  • Je kent de drijvende krachten achter erosie en de gevolgen van erosie

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Bodemerosie
Met bedekking, minder erosie, minder volle rivieren, vruchtbaardere bodem op berg. 

Slide 29 - Tekstslide