H2D 11-02-2022

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Schedule
- Writing task
- Learning objective
- Plurals
- Homework

Slide 2 - Tekstslide

Learning objectives
Aan het einde van de les kan ik:
- woorden in het meervoud zetten en gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

How do we make a plural?

Slide 4 - Woordweb

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s. Dus plak een -s achter het hele ww.

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -sis klank is -es erachter. 

watch - watches
dish - dishes

Slide 5 - Tekstslide

Plural

Eindigen op medeklinker + -y. De -y veranderd in -ies.

lady - ladies
story - stories
Plural

Eindigen op medeklijnker + -o. Plak -es erachter.

potato - potatoes
tornado - tornadoes

Slide 6 - Tekstslide

Plural

Eindigen op -f (klank). De -f veranderd in -ves. 

life - lives
leaf - leaves
Plural

Onregelmatig. (leer deze!)

child - children
foot - feet
mouse - mice
sheep - sheep
tooth - teeth

Slide 7 - Tekstslide

Plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 8 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 9 - Quizvraag

Plural of:
A
sheeps
B
sheep
C
schapen
D
sheep's

Slide 10 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
elf?
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 11 - Quizvraag

Plurals (= meervoud): What is the plural of
wolf?
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 12 - Quizvraag

Plural of:
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 13 - Quizvraag

Plural of
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 14 - Quizvraag

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 15 - Quizvraag

Plural of:
A
taxs
B
taxen
C
tax's
D
taxes

Slide 16 - Quizvraag

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 17 - Quizvraag

Plural of:
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 18 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's
D
watchis

Slide 19 - Quizvraag

Plural of
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 20 - Quizvraag

Ik snap de grammatica over de plurals en kan dit ook toepassen.
Ja,
Nee
Een beetje

Slide 21 - Poll

Do ex. 27 - 31 of chapter 4
Finished? Continue with:
- Do 3 quizzes on Read Theory
- Study words A, C + theme words of chapter 4.
- Study stones 10 + 11

This is also your homework for Monday the 14th of February!

Slide 22 - Tekstslide