Inleiding: Historisch denken

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak ook gebruik van de notitiefunctie bij DM!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe moet ik dat nu allemaal gestudeerd krijgen?
Digitale Methode (4.1.1.3)
  • Doelstellingen / succescriteria
  • Maak studeerbaar
  • Spreid
  • Test
  • Hulpmiddelen, tips & tricks -> zie leerbegeleiding in classroom

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(onder voorbehoud)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

zeer lange periode in de geschiedenis
een constructie binnen de Westerse cultuur

De meer dan duizend jaar tussen Oudheid en zestiende eeuw: dat is de periode die velen kennen als de middeleeuwen. Verschillende uitvindingen zien dan het levenslicht. Denk aan de mechanische klok, de drukkunst, bankieren, de spitsboog of de olieverf. 
Maar het is geen overdrijving dat ook het moderne Europa in deze eeuwen vorm krijgt. 
Steden en nationale staten, inspraakorganen, de scheiding tussen kerk en staat en het handelskapitalisme vinden er hun oorsprong. 
Het is ook dan dat universiteiten, theater en literatuur in de moedertaal ontluiken.
De actuele discussies over de eigenheid van Europa zijn grotendeels terug te voeren op wat er in de middeleeuwen gebeurt. En dat is geen louter West-Europees verhaal: de culturele uitwisseling tussen het westerse christendom, de orthodoxe wereld en de islam speelt hierin een grote rol, net als de wisselwerking met de Slavische gebieden, of de eerste ontmoetingen met boeddhisten en Chinezen.

Slide 14 - Tekstslide

Onze tijd grijpt graag terug naar de middeleeuwen voor discussies over identiteit, maar ook voor games, films en fantasy. Zowat elke Europese stad heeft haar middeleeuwse monumenten en elk landschap draagt er de sporen van. Voor het toerisme blijft het middeleeuwse erfgoed een dankbare bron van inkomsten. En toch spreken we ook over ‘middeleeuwse toestanden’ als we het hebben over barbaars gedrag, fanatisme, of domheid. Hoe valt dit met elkaar te rijmen?

Ambivalente perceptie:
1/ Dark Ages
 periode van primitiviteit
 = cliche: ME wisten wel degelijk dat de aarde rond was
 in moderne spotprenten wordt ME denken gelijkgesteld met complotdenkers
 WEL: ME sterk orale samenleving => ’Dark’ klopt wel mbt beschikbare bronnen.
 OOK: ME = eurocentrisch beeld. Europa speelt in die periode op mondiaal vlak een marginale rol.
 - project ontwikkelingssamenwerking: ME gebrukt in dergelijke context zegt veel over:
  - visie op ME als achterlijk
  - lineaire/teleologische visie op geschiedenis en cultuur (moderniteitsdenken)
2/Geidealiseerde ’andere’ tijd
3/academisch

3. academische benadering

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Medievalisme= functioneel gebruik van de ME

medievalisme ->city marketing -> politiek extremisme

Restauratie Notre Dame (19de eeuwdoor Eugene Viollet Le Duc) 
Brand in 2019 ->restauratie in 2024

St Michielshelling heraangelegd nav WT1913 te Gent
Torenspits belfort anno 1913
->Gent wou uitpakken met zijn verleden. Ook tal van gevels langs de Korenlei werden gerestaureerd/gereneveerd. => probleem: 21ste eeuws beeld ME bepaald door 19de-20ste eeuwse bouwsels (ook Carcassonne etc.)

Gravensteen = ecclectisch bouwwerk (ook 12de eeuwse muren) – in 19de eeuw textielfabriek

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Gravensteen = ecclectisch bouwwerk (ook 12de eeuwse muren) – in 19de eeuw textielfabriek
De middeleeuwen misbruikt

Slide 20 - Tekstslide

Me gerecupereerd door rechts-extremisme
1/ christelijk ‘blank’ Europa => wordt uitvergroot
+ klopt niet: ME = grote geschiedenis van culturele uitwisseling
2/Breivik (2011) Zag zich als moderne ‘Tempelier’ (Orde van de Arme Ridders van Christus en de Tempel van Salomo). Richtte bloedbad aan onder leden jeugdbeweging op Noors eiland Utoya in 2011.
 - 11de – 13de eeuw
 - tijde van de kruistochten als klein onderdeel van de kruisvaarderslegers een Heilige Oorlog tegen de moslims voerde in het Heilige Land. Ze waren gestructureerd als een monnikenorde.
 - De broederschap bestond aanvankelijk uit een kleine groep ridders die het plan had opgevat om de pelgrims in Palestina te beschermen. De pelgrims werden tijdens hun tochten door het Heilige Land, van de ene naar de andere door kruisvaarders beschermde plaats, regelmatig slachtoffer van overvallen door autochtonen van het platteland.
 - De Tempeliers werden uiteindelijk zo machtig en rijk, dat de Franse koning Filips de Schone er alles aan deed om van hen af te komen.
3/ idee van superioriteit (White Power) -> idealiseren van de Vikingcultuur
4/ S&V: knippog naar ME (1302: Guldensporenslag geromantiseerd)
5/ Retoriek rond kruistochten van onder stof gehaald door George Bush (2001) “A crusade against terror”

Afbakenen periode

Slide 21 - Tekstslide

Conventies -> data louter symbolisch => ca. 500
Afbakenen periode

Slide 22 - Tekstslide

Conventies -> data louter symbolisch => ca. 500

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Tijdens ME ontstaat de schriftelijke samenleving. Aanvankelijk orale SL. ->evolutie dragers

Verschriftelijking = mentale omslag > was niet altijd nodig schriftellijk bewijs te hebben. Belang neemt gestaag toe.

A Romme ot I empereour qui ot a non Dyoclesiens.
Il ot eu feme et de cele feme li fu remes uns hoirs mar-
les. Li empereres fu viex et aleset li enfes ot ia passé VII ans.
A un jour apiela li empereres les VII sages cascun par son non.
"Singnors ", dist li empereres, "au quel de vous baillerai jou mon fil
pour aprendre et ensengnier et pour endoctriner." Li ainsnes par-
la avant qui fu li plus riches et li mieus emparentes et del mil-
lour lingnagne si fu viex et ausi blans come laine, et fu lons et
grailes et ot a non Bancillas. Cil s'entorna envers l'empereour et
parla en tel maniere: "Sire, fait il a moi le baille-
res, et je lui ferai savoir quanques je sai, et quan-
ques mi compaingnon sevent, en mains de VII ans".  

Inleiding: Historisch denken
Opdrachten DM: 4.1.2.1

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historisch denken
Historische vraag
  1. onderwerp =mens/samenleving
  2. gaat over verleden
1
Situeren in referentiekader
  • Tijd
  • Ruimte
  • Domein
2
Kritisch bronnenonderzoek
  1. MET: informatie uit de bron om antwoord te bieden op historische vraag
  2. OVER: nadenken over betrouwbaarheid
3
Beeld vormen van het verleden
  1. Verhaal vormen over het verleden
  2. Gebaseerd op argumenten uit de bronnen
4
Relatie heden/verleden/toekomst
  1. Kunnen we iets gebruiken voor het heden
  2. Krijgen we een idee over de mogelijkheden voor de toekomst
5
Samengevat:

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen geschiedenis & verleden
Opdracht Thermopylae (DM 4.1.3.1)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Context:
De slag bij Thermopylae behoort tot de Tweede Perzische Oorlog en vond plaats in 480 v.C. In die slag stonden een klein aantal Spartanen tegenover een Perzische overmacht. De Spartanen hielden het zeven dagen vol tot ze door de Perzen verslagen werden. Zo wonnen ze kostbare tijd voor Athene zodat de inwoners daar konden vluchten. Later zouden de Perzen toch het onderspit delven tegen de Grieken.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is de bron geschreven?
Achtergrond van de schrijver?
Waar haalt de schrijver zijn info?
Waarom schreef de schrijver de tekst?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is de bron geschreven?
Tussen 450 v.C. en 420 v.C.
Achtergrond van de schrijver?
Herodotus was een Grieks historicus.

Waar haalt de schrijver zijn info?
Interviewde Griekse ex-soldaten die meevochten in de Perzische Oorlog.
Waarom schreef de schrijver de tekst?
Hij wou verslag uitbrengen van gebeurtenissen uit zijn tijd. Op die manier schreef hij geschiedenis.

Slide 32 - Tekstslide

einde les 3EW/NW
- lln antwoorden in notities laten opnemen
Wanneer is de bron geschreven?
Achtergrond van de schrijver?
Waar haalt de schrijver zijn info?
Waarom schreef de schrijver de tekst?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is de bron geschreven?
398 v.C.
Achtergrond van de schrijver?
Ctesias was een Griekse arts en historicus die werkte voor de koning van Perzië.
Waar haalt de schrijver zijn info?
Hij zou de archieven van de Perzische koning geraadpleegd hebben.
Waarom schreef de schrijver de tekst?
Hij wou verslag uitbrengen van gebeurtenissen uit zijn tijd. Op die manier schreef hij geschiedenis.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling klopt?
A
Ctesias was aanwezig tijdens de Slag van Thermopylae, Herodotus niet.
B
Herodotus en Ctesias waren allebei aanwezig tijdens de Slag van Thermopylae.
C
Herodotus was aanwezig tijdens de Slag van Thermopylae, Ctesias niet.
D
Herodotus was niet aanwezig bij de Slag van Thermopylae, Ctesias ook niet.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel soldaten bestond het Perzische leger volgens Herodotus?
A
517 610
B
1 700 000
C
80 000
D
2 137 610

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel soldaten bestond het Perzische leger volgens Ctesias?
A
800.000
B
1.000
C
10.000
D
398

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling klopt?
A
Ctesias noemt veel meer soldaten dan Herodotus.
B
Herodotus en Ctesias noemen ongeveer evenveel soldaten.
C
Herodotus noemt veel meer soldaten dan Ctesias.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou Herodotus zo'n groot aantal noemen?
A
Herodotus haalde zijn informatie bij Griekse soldaten. Zij hadden wellicht de neiging om wat te overdrijven om de prestatie van de weinige Grieken indrukwekkender te maken.
B
Herodotus kon niet tellen.
C
Herodotus bewonderde Xerxes en wou aangeven wat voor grote koning die was.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou Ctesias een kleiner getal noemen?
A
Ctesias kon onvoldoende lezen en heeft gewoon niet alle aantallen gelezen in de archieven.
B
Ctesias was bevriend met de Perzen én raadpleegde de Perzische archieven. Langs Perzische zijde bestond wellicht de neiging om de prestatie van de Grieken wat minder indrukwekkend te maken.
C
Ctesias had geen benul van cijfers.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Besluit:
  • meerdere versies geschiedenis
 <
  • geschiedenis geen synoniem voor verleden!
  • Verleden = 1 versie (feiten blijven feiten)
  • Historische beeldvorming = op basis van onderzoek
  • Geschiedenis als een gebroken vaas herstellen. (Marc Reynebeau)
Hoe komt dat eigenlijk?
Omdat geschiedenis een verhaal is dat achteraf wordt gemaakt door historici na wetenschappelijke analyse van verschillende bronnen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke begrippen:
geschiedenis
verleden
context
beeldvorming
collectieve herinnering

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DM 4.1.4.1 Referentiekader
Tijd
Ruimte
Domein
Maak de opdrachten in je digitale methode. Houd de succescriteria in je achterhoofd!

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen 
Begrippen om te onthouden - theoriepagina
  1. Oefen in Bookwidgets
  2. Maak de toets

Slide 45 - Tekstslide

code: SERGEANT