3 mavo terug naar school

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Wie kiest volgend jaar Deutsch?

Warum Deutsch in der Oberstufe wählen?

Sprechen Sie

 Deutsch?

Er kauft Futter für d......... Hund

1. der
2. den
3. die
4. das

Het onderwerp van de zin is altijd de .................

1. eerste naamval
2. vierde naamval

Wat verandert bij de vierde naamval?

1. "die" wordt "das"
2. "der" wordt "den"
3. "der" wordt "dem"
4. niks

Die Blume ist für ............ Opa.

1. der
2. den
3. die
4. das

Ohne ........... Vater werde ich es nicht tun.

1. mein
2. meiner
3. meinen
4. meine

durch

für

ohne

um

bis

gegen

entlang

door

zonder

om

voor

tot

tegen

langs

das Einkaufszentrum

geöffnet

billig

zurück bezahlen

einen Nebenjob haben

klauen

kaufen

een baantje hebben

terug betalen

jatten

het winkelcentrum

goedkoop

geopend

kopen

00:59

Wann wird der Maibaum aufgestellt?

01:21

Seit wieviel Jahren und warum wird der Maibaum aufgestellt?

09:28

Was sind Dirndl und Lederhosen?

17:37

Was wird am Maibaum angebracht? - Zunftwappen! - Was ist das?

20:18

Wie hoch müssen die Männer klettern und was müssen sie da machen?

20:49

Die Jungs brauchen Pech - Wat bedoelen zij daarmee?

Hausaufgaben für nächste Woche

ELO / Studiewijzer Duits - week 2 juni t/m 5 juni - moet volgende les af zijn

Ga naar : Youtube 

Zoek op: 1 Tag lang Deutsches Essen

Beantwoord de vragen in de studiewijzer en maak aantekeningen.

https://www.youtube.com/results?search_query=1+tag+lang+deutsches+essen

Fragen zum Film. Hausaufgaben

1. Waarom gaan zij Duitse gerechten proeven?

2. Wat is het eerste gerecht en vindt hij het lekker of niet? (maak zo veel mogelijk aantekeningen wat hierover verteld wordt.)

3. Wat is het tweede gerecht en vindt hij het lekker of niet? (maak zo veel mogelijk aantekeningen wat hierover verteld wordt.)

4. Wat is het derde gerecht en vindt hij het lekker of niet? (maak zo veel mogelijk aantekeningen wat hierover verteld wordt.)

5. Wat is het vierde gerecht en vindt hij het lekker of niet? (maak zo veel mogelijk aantekeningen wat hierover verteld wordt.)

6. Welke van de vier vond hij het lekkerst?

7. Welke zou jij graag een keer willen proeven en waarom?

Mitschüler beschreiben - Stempelaufgabe A / TB 73

Meine Person....

hat

trägt

ist

spielt

wohnt

• einen  .... (mannelijk kledingstuk)
• eine .... (vrouwelijk kledingstuk)
• ein ... (onzijdig kledingstuk)
• gern Fußball / guckt gern Netflix/ gern auf der PS4. 
• am 20.(ten) Mai Geburtstag
• blaue/braune/grüne Augen
• kurze/lange/blonde/schwarze/braune Haare
• ein Meter 65 groß

Wer ist es?

Rechtschreibung Deutsch

Können Sie mir bitte helfen?

Aber natürlich. Was suchen Sie?

Ich brauche die Größe M.

Wie heißt deine Schule?

Meine Schule heißt Scala.

Ich gehe in die dritte Klasse.

Sprechfertigkeit

Wie geht es dir heute?

Wieviel Stunden hast du heute?

Wieviel Stunden hast du morgen?

Welche Fächer hast du?

Was ist dein Lieblingsfach?

Sprechfertigkeit

Wie geht es dir heute?

Was machst du heute noch so?

Ich bleibe zu Hause./Ich gehe in die Stadt./ Ich treffe mich mit Freunden. Ich mache Hausaufgaben./ Ich mache nichts.

Und was machst du am Wochenende?

Hoe begin ik aan een leestekst?

Sprechfertigkeit

Wie geht es dir heute?

Wieviel Stunden hast du heute?

Welche Fächer hast du heute?

Was machst du heute noch so?

Ich bleibe zu Hause./Ich gehe in die Stadt./ Ich treffe mich mit Freunden. Ich mache Hausaufgaben./ Ich mache nichts.

Und was machst du am Wochenende?

Spelling woorden

machen

die Schule

hören

ich muss

gehen

wichtig

sicher

der Lehrer

Wirtschaftslehre

Wat is de functie van signaalwoorden?

also

damit

deshalb

auch

dagegen

sogar

Betekenissen van signaalwoorden

ook

zelfs

zodat

daarom

dus

daarentegen

Welke signaalwoorden betekenen in het Nederlands dus?

1. also - somit - folglich
2. somit - demnach - ohnehin
3. also - infolge - indem
4. indem - demnach - dann

Ihre Untersuchungen zeigen (laten zien) aber auch, dass die Recherche... Welke functie hebben de signaalwoorden in deze zin?

1. Conclusie
2. opsomming
3. tegenstelling
4. verklaring

Wat doe je bij de leesstrategie "voorspellen"?

1. De tekst snel en globaal doorlezen.
2. De titel, plaatjes, signaalwoorden en leestekens bekijken.
3. De tekst gedetailleerd lezen.
4. Selectief lezen om bepaalde info te vinden.

Welke Signaalwoorden herken je?

1. wenn, weil, und, oder
2. gerade, Schiff, oder, weil
3. Weil, alles, kann, und

Was machen wir heute?

Schritt 35 

TB Seite 112 / Aufgabe 1 

TB Seite 114 / Aufgabe 3

TB Seite 115 / Aufgabe 4

TB Seite 116 / Aufgabe 5

Spelling zinnen 

Ich bin zu Hause.

Habt ihr auch bald Ferien?

Warum läufst du nicht einfach weg?

Ich werde in Spanien viel schwimmen.

Du musst links abbiegen und dann bei der Ampel warten.

Ich möchte ein Schnitzel und eine Brause bestellen. 

Kann ich bitte zahlen?

Aber sicher. - Stimmt so!

1 spelfout = 1,5 punten

2 spelfouten = nog 1 punt

voor elke goede zin = 2 punten

totaal: 16 punten