3. Rijk en arm in de Gouden Eeuw

De Gouden Eeuw


3. Rijk en arm in de Gouden Eeuw
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Gouden Eeuw niet voor iedereen rijkdom betekende, terwijl anderen juist erg rijk werden.

Onderdelen in deze les

De Gouden Eeuw


3. Rijk en arm in de Gouden Eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Gouden Eeuw niet voor iedereen rijkdom betekende, terwijl anderen juist erg rijk werden.

Slide 3 - Tekstslide









In de Gouden Eeuw komt 
er meer bevolking in de Republiek

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Meer bevolking betekent ook:
  • Meer ruimte nodig voor huizen, in bijvoorbeeld Amsterdam: uitbreiding met drie brede grachten met grote woonhuizen er langs

  • Meer voedsel nodig: inpolderen en droogmaken van meren, zoals de Beemster en de Wormer (zorgt ook voor minder overstromingen)

Slide 7 - Tekstslide

De molengang, uitgevonden door Simon Stevin.
Gebruikt door Jan Adriaanszoon Leeghwater voor het droogleggen van de Beemster

Slide 8 - Tekstslide

1

Slide 9 - Video

00:05-00:15

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Rijk en arm

Slide 12 - Tekstslide

Rijk...

  • Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren

  • Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)

Slide 13 - Tekstslide

Video
De groei van de Grachtengordel

Slide 14 - Tekstslide

1

Slide 15 - Video

00:05-00:15

Slide 16 - Tekstslide

1

Slide 17 - Video

00:05-00:15

Slide 18 - Tekstslide

1

Slide 19 - Video

00:05-00:15

Slide 20 - Tekstslide

...en arm
  • Ambachtslieden en winkeliers: er hoefde maar iets te gebeuren, waardoor ze in de problemen kwamen. Bijvoorbeeld: stijging van broodprijzen

  • Meer dan de helft van de inwoners van Amsterdam hadden geen vast werk en/of inkomen

  • In het oosten en noorden van Nederland kwam er nog veel meer armoede voor: mensen leefden vooral als 'kleine' boer. Voor hen leverde de handel niet zo veel op. 

Slide 21 - Tekstslide

Armenzorg
  • Ongeveer 15% van de Amsterdamse bevolking leefde van de armenzorg

  • Armenzorg, via: kerk, gilde, de stad en soms rijken

  • Rasphuis: soort gevangenis waarin je tucht (=discipline en gehoorzaamheid) werd bijgebracht, door hard te werken

Slide 22 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • De Beemster
  • droogmakerij
  • molengang
  • De Gouden Bocht
  • buitenhuizen
  • armenzorg
  • rasphuis

Slide 23 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Jan Leeghwater

Slide 24 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1612: droogmakerij van de Beemster is compleet
  • 1613: Amsterdam wordt uitgebreid met drie grachten

Slide 25 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 26 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Open vraag