Argumentatie 2 havo-4

Argumentatie
  • Standpunt en argument
  • Soorten argumenten
  • Argumentatieschema's
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Argumentatie
  • Standpunt en argument
  • Soorten argumenten
  • Argumentatieschema's

Slide 1 - Tekstslide

Standpunt

  • Mening/Standpunt over een bepaald onderwerp. Je kunt het er mee eens of oneens zijn.

  • Signaalwoorden: ik vind dat, volgens mij, ik denk dat, dus, daarom, kortom, mijn conclusie is

Slide 2 - Tekstslide

Argument
  • Legt het standpunt uit / onderbouwing van het standpunt
  • Feitelijke argumenten: waar of onwaar, controleerbaar (het is zo, òf niet).                                                      
  • Waarderende argumenten: argument geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, mooi of lelijk, goed of slecht is.  
  • Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, aangezien, immers

Slide 3 - Tekstslide


Is het rode zinsdeel standpunt of argument?
Danceparty's moeten verboden worden: ze zijn een gevaar voor de volksgezondheid.
Feitelijk of waarderend argument?
A
Standpunt
B
Argument

Slide 4 - Quizvraag


Is het rode zinsdeel standpunt of argument?
Er zitten vlekken op deze broek, koop 'm maar niet.
Feitelijk of waarderend argument?
A
Standpunt
B
Argument

Slide 5 - Quizvraag


Is het rode zinsdeel standpunt of argument?
Dit is een goede school: er wordt veel gedaan aan kunstzinnige en creatieve vorming.
Feitelijk of waarderend argument?
A
Standpunt
B
Argument

Slide 6 - Quizvraag

Tegenargument
Weerlegt of ontkracht het standpunt of een argument.




Slide 7 - Tekstslide

Standpunt
Argument
Tegenargument
Ik ga in maart zeker stemmen.
Ze luisteren in Den Haag toch niet naar ons.
Ik wil laten horen wat ik vind van het huidige kabinet.

Slide 8 - Sleepvraag

Argumentatieschema's
Oorzaak-gevolg
  • Wij komen nooit meer op tijd (gevolg), deze file staat tot Utrecht (oorzaak).

Kenmerk-eigenschap
  • Jeroen is eigenlijk nog een groot kind, want hij speelt nog steeds heel graag met lego.

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Voor- en nadeel
  • Als je 4 havo overdoet, heb een goede basis om in 5 havo met mooie cijfers te slagen. Als je doorgaat naar 5 havo, krijgt je het misschien wel zwaar, maar je hebt ook de kans dat je meteen slaagt. Als ik jou was, zou ik het proberen in 5 havo .


 

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Voorbeeld(en)
  • Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten.

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Vergelijking
  • Als Joost meegaat, dan krijgen we vast ruzie. De vorige keer dat hij meeging, liep het ook uit de hand.

Autoriteit
  •  Ik eet iedere dag een appel. Volgens mijn  tandarts blijft mijn gebit daarmee in topconditie.


Slide 12 - Tekstslide

Nederland moet meedoen met de ontwikkeling van de nieuwe straaljager, want dat levert banen op. En werkgelegenheid is goed voor de economie.
Van welk type argumentatie is sprake?
Standpunt
Argument 1
Argument 2
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 13 - Quizvraag

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 14 - Quizvraag

Het Nederlands verloedert, want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 15 - Quizvraag

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die daarop wijzen: last van vermoeidheid, duizeligheid en hoofdpijn..
Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 16 - Quizvraag

Lees het tekstje (je moet er wat mee ...)

Uit onderzoek  blijkt dat intensief gebruik van sociale media kan leiden tot een persoonlijkheidsstoornis. Het lijkt me daarom een goed idee om minder tijd te besteden aan Facebook. Bovendien zijn er leukere dingen in het leven dan selfies posten.

Slide 17 - Tekstslide

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Uit onderzoek blijkt dat intensief gebruik van sociale media kan leiden tot een persoonlijkheidsstoornis.
Het lijkt me daarom een goed idee om minder tijd te besteden aan Facebook.
Bovendien zijn er leukere dingen in het leven dan selfies posten.

Slide 18 - Sleepvraag

Een beetje duidelijk tot nu toe?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll